dinsdag 13 maart 2018

Vaticanum II revisited

Mensen van mijn leeftijd die Vaticanum II citeren alsof het bestaan van de Kerk ervan afhangt, vergeten nogal eens, dat het alweer bijna zestig jaar geleden is, dat het Concilie gehouden is en dat veel jonge mensen, theologiestudenten in het algemeen en seminaristen in het bijzonder, het op dezelfde wijze zien als het Concilie van Florence of het Concilie van Trente: als een onderdeel van de kerkgeschiedenis. Zij kijken er met een zekere afstand naar en vinden – dat mag niet van hun docenten maar het is wel zo – het Concilie van Trente op veel punten helderder en duidelijker dan Vaticanum II. Trente definieert tenminste het geloof in heldere formuleringen terwijl Vaticanum II mooie maar tegelijk soms onheldere beschrijvingen geeft. Let wel, niemand, ook de jongeren niet, twijfelen aan de orthodoxie van Vaticanum II maar de orthodoxie van Trente laat minder ruimte voor een heterodoxe uitleg.

Mensen van mijn leeftijd doen alsof de liturgiehervormingen na Vaticanum II een van vruchtbaarste vernieuwingen in de Kerk zijn, aan het nut waarvan men absoluut niet mag twijfelen. Veel jonge mensen en ook opvallend veel bekeerlingen zien de vele misbruiken die de vernieuwing van de liturgie teweeg heeft gebracht. Ze ervaren de onrust van de vele woordjes en de vele keuzemogelijkheden waardoor je als gelovige overgeleverd bent aan de willekeur van de priester. Zij zoeken contact met de oude liturgie die Benedictus XVI weer heeft toegestaan en vinden in die verheven sacrale omgeving hun echte geestelijk thuis. Het mag niet zijn want de liturgievernieuwing van Vaticanum II is volgens het kerkelijke establishment een onomkeerbare verworvenheid, maar het is wel zo: de jeugd die nog kerkelijk is en voor het geloof kiest, voelt zich tegen de verdrukking in het meest aangetrokken tot oude liturgie of een nieuwe liturgie die op de meest klassieke wijze gevierd wordt. Zelfs in charismatische kringen groeit de interesse voor de oude liturgie. De kloosters die voor de oude liturgie kiezen groeien en bloeien tot ongenoegen van hen die het niet begrijpen.

Wellicht is de relativering van Vaticanum II en het afwijzen van de liturgievernieuwingen die er uit voortkomen, het gevolg van de totale verwarring waarin de Kerk sinds Vaticanum II verkeert. Tot voor kort bestond die verwarring alleen buiten Europa en met name in West-Europa en Amerika maar sinds het huidige pontificaat is ook Rome zelf in de greep van de totale verwarring. Een paus die bij gelegenheid de meest vreemde dingen zegt en schrijft die volkomen in tegenspraak zijn met wat al zijn voorgangers hebben gezegd en geschreven, is ook voor jonge mensen niet bepaald een ankerpunt. De paus beschouwt zich duidelijk als een vrucht van het Concilie. Het gaat hier dan om de “geest van het Concilie” waar men in jaren zeventig en tachtig in Nederland mee schermde en die het einde van de Nederlandse Kerk is geworden. Om een voorbeeld van de verwarring te geven. De staatssecretaris, kardinaal Parolin, heeft het over een “paradigmaverschuiving” die door de paus in gang is gezet. Kardinaal Müller, de afgezette prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, zegt dat er in zake geloof geen paradigmaverschuiving mogelijk is. En dat is ook zo. Wat men in de Kerk altijd ketterij genoemd heeft, heet nu deftig “paradigmaverschuiving” maar het blijft even lelijk.

Mijn eerlijke vraag is: wat moeten we aan met een Concilie waarvan “de geest” leidt tot de vernietiging van de Kerk die je overal om je heen ziet gebeuren? Zou het onderhand niet eens tijd worden hier en daar wat vraagtekens te zetten bij het Concilie? Ik noem een paar dingen:

-             het optimisme van het Concilie ten aanzien van de wereld (met name ook in “Gaudium et Spes). Het zou de moeite waard zijn dit eens te leggen langs het begrip van de “wereld” bijv. in het Johannesevangelie waarin de wereld toch vooral gezien wordt als het rijk van Satan? Is dat na 1960 niet meer het geval? Nou kijk dan maar eens naar het wereldwijd en door staten en de VN ondersteund verval van zeden. Kijk maar een naar de christenvervolging in islamitische en liberaal-seculiere staten.

-             het optimisme ten aanzien van de islam die door het Concilie geprezen wordt als een godsdienst die dezelfde God heeft al wij. Dit laatste is gewoon niet waar. Het beeld van God dat de islam heeft, is totaal verschillend van het christelijke godsbeeld. Die visie van het Concilie wordt nog steeds door de huidige paus verkondigd.

-             de “geest van het Concilie” heeft ertoe geleid dat de missieactiviteit van de Kerk praktisch volkomen is stil gevallen. Als je benadrukt dat iedereen in zijn eigen geloof zalig kan worden, verliest de missie blijkbaar zijn innerlijke noodzaak.

-             op dezelfde wijze heeft de oecumene zich ontwikkeld. Door het positieve en het goede in iedere denominatie te benadrukken, wordt het minder duidelijk dat je katholiek zou moeten worden. De paus zelf lijkt katholiek worden te ontmoedigen zoals bij de evangelische bisschop Tony Palmer.

-             Het optimisme van het Concilie heeft geleid tot een bijna alleen benadrukken van Gods barmhartigheid ten koste van zijn gerechtigheid. Dit heeft bij velen geleid tot een onverantwoord heilsoptimisme, het minimaliseren van de zonden en het praktisch afschaffen van het begrip doodzonde.  Dat wordt duidelijk geïllustreerd in de hardnekkig verkeerde vertaling van “pro multis” (voor velen) in “voor allen” bij de consecratie.

Nu gaat natuurlijk iedereen roepen (en ik weet dat dat in de ogen van velen de grootste ketterij is) dat ik Vaticanum II afwijs. Dat is inderdaad de gemakkelijkste manier om je niet met mijn bezwaren te hoeven bezig houden. Maar ik wijs Vaticanum II niet af. Het zou echter wel wenselijk zijn dat Vaticanum II opnieuw bekeken gaat worden in het licht van de ontwikkelingen erna. Zijn die ontwikkelingen echt wat de vaders van Vaticanum II bedoelden? Kan Vaticanum II misschien aangescherpt worden in het licht van voorafgaande Concilies, zodat de tekst niet meer dubbelzinnig is. Immers dubbelzinnigheid is de meest duivelse (zij het onrechtstreekse) vrucht van het Concilie tot in het huidige pontificaat toe.

Paulus VI heeft in de jaren zeventig al verzucht dat door de ramen van de Kerk, die het Concilie heeft opgezet, de rook van Satan de Kerk is binnengekomen. Wordt het niet tijd zodanige maatregelen te nemen dat die rook buiten blijft waar hij hoort, in de wereld. Dat vereist een grote schoonmaak waarbij het Concilie niet buiten schot kan blijven.

C. Mennen pr
3 maart 2018

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Hoe kan eerwaarde heer Mennen tegelijkertijd spreken over de orthodoxie van Vaticanum II en claimen dat hij de concilieteksten als zodanig niet afwijst en vervolgens alle fundamentele gebreken, dubbelzinnigheden, tegenstrijdigheden in de concilieteksten opnoemen. Is één van de kenmerken van de orthodoxie niet de klaarheid van de taal? Volgens mij kun je nooit tegelijkertijd claimen dat je de concilieteksten volledig accepteert en vervolgens alle fundamentele gebreken, dubbelzinnigheden, tegenstrijdigheden in de concilieteksten opnoemen. Dit is op zichzelf al een tegenstrijdigheid. Je verwerpt dan op zijn minst ten dele de concilieteksten en kunt dan nooit meer spreken over Vaticanum II alsof het orthodox is. Maar goed ik snap waar eerwaarde heer Mennen zich op baseert nl. de welbekende hermeneutiek van continuïteit, maar naar mijn idee is dat hele concept in zichzelf dus gebaseerd op innerlijke tegenstrijdigheid.

Hugo Bos zei

Ik erken dat daar een spanningsveld ligt, maar de concilieteksten zijn expres zo opgesteld dat ze ruimte laten voor verkeerde uitleg, en daartoe nodigt de tekst zelfs uit. Er staan echter geen keiharde ketterijen in.

Anoniem zei

Dat is nu juist het wezenlijke kenmerk van het (neo-)modernisme. Dus Vaticanum II definieert wel degelijk een paradigmaverschuiving (conservatief-progressief i.p.v. Traditie) en is de bron van elke heterdoxie in de Kerk sinds die tijd en eveneens van de destructieve hervorming van de liturgie. Een hermeneutiek van continuïteit is simpelweg symptoombestrijding, maar komt nooit tot de kern van het probleem. Ketterij impliceren, suggereren, bevorderen is eveneens het katholieke geloof ondermijnen en kan in die zin nog destructiever zijn dan expliciete ketterij waarbij iemand tenminste nog rechtuit er voor uitkomt dat hij of zij dogma’s ontkent. Dus hoe kan dan gesproken worden over de concilieteksten als zijnde orthodox of in continuïteit met Traditie. Wat ten hoogste gezegd kan worden van de concilieteksten is dat het traditionele elementen bevat, maar NIET dat het in zijn totaliteit conform Traditie is.