zaterdag 28 oktober 2017

Openingsrede van het Humanae Vitae Symposium

In de context geplaatst

28 oktober 2017
Zijne eminentie Walter kardinaal Brandmüller

De gebeurtenis die wij hier willen gedenken is de publicatie door de zalige paus Paulus VI van de encycliek Humanae Vitae op 25 juli 1968. In deze encycliek onder andere maakt Paulus VI in leerstellige termen een einde aan de discussies die met grote heftigheid, ook in de katholieke Kerk gevoerd werden over de wettigheid en de morele verwerpelijkheid van kunstmatige geboorteregeling. De encycliek lokte dan ook een hevige storm van protest uit binnen de Kerk. De zaak werd in de katholieke wereld een onderwerp van tegenstellingen  toen op de Lambeth Conferentie van 1930 de Kerk van Engeland tot een beslissing kwam op basis van 193 stemmen voor en 67 tegen, geheel in lijn met de wereldse geest van de tijd, ten voordele van contraceptie. Zij werd daarmee een invloedrijke opinieleider in de niet-katholieke wereld. Dit was echter niet altijd het geval geweest. Eminente vertegenwoordigers van het Lutheranisme en de Methodist Episcopal Church South zagen in contraceptie een van de “meest weerzinwekkende moderne aanfluitingen”, een terugkeer naar een moreel vervallen heidendom. Op 2 april 1931 schreef The Presbyterian als volgt over de aanvaarding Lambeth resolutie door USA Federal Council of Churches: “Haar recente uitspraak over geboorteregeling zou voldoende reden zijn, zelfs als niemand anders dat doet, voor intrekking van steun aan dat lichaam, dat nu meent in de naam van de presbyteriaanse en andere protestantse kerken een soort “ex cathedra” uitspraken te moeten doen”. Verrassenderwijs sloot op 22 maart 1931 de Washington Post zich bij het protest tegen de aanvaarding van het Lambeth besluit aan: “Het logisch gevolg van het rapport van de  [Lambeth] commissie, als het uitgevoerd wordt, zou betekenen dat de doodsklok wordt geluid over het huwelijk als een heilige instelling doordat mensonterende praktijken worden erkend die onvermijdelijk de immoraliteit zullen bevorderen. De bewering dat het gebruik van gelegaliseerde voorbehoedmiddelen ‘behoedzaam en beperkt’ zou zijn, is onzinnig.” De encycliek van Pius XI , Casti Connubii, gepubliceerd op 31 december 1930, die het katholieke standpunt zeer helder uiteenzette, werd met een indrukwekkende oecumenische eensgezindheid ontvangen.

Aan deze gelukkige periode kwam een abrupt einde. Ondanks de encycliek namen de debatten, ook in de katholieke wereld, toe. Ze werden slechts onderbroken door de Tweede Wereldoorlog. Een aantal katholieke theologen steunde in meerdere of mindere mate het standpunt van de USA Federal Councel of Churches en zijn resolutie van 23 februari 1961:

“De meerderheid van de protestantse kerken beschouwen contraceptie en periodieke onthouding als moreel gerechtvaardigd als de beweegredenen juist zijn. Protestanten geloven in het algemeen dat de beweegredenen en niet de methodes het belangrijkste morele probleem vormen met dien verstande dat de methodes beperkt blijven tot het voorkomen van de conceptie. Protestantse christenen zijn het eens over de veroordeling van abortus en elke methode die menselijk leven vernietigt tenzij de gezondheid of het leven van de moeder op het spel staat.”

Het is duidelijk dat deze verklaring gebaseerd was op het begrip van situatie-ethiek en die zou op een andere wijze de katholieke moraaltheologie binnendringen.

Dit waren, zeer algemeen geschilderd, de omstandigheden waaronder het Tweede Vaticaans Concilie de kwestie van de contraceptie moest aanpakken. Tijdens de debatten klonken er katholieke stemmen in de concilieaula die vroegen om onderschrijving van het Amerikaans protestantse standpunt zoals hierboven beschreven. Wij herinneren in dit verband ook de waarschuwing van kardinaal Suenens die hij met een enorm pathos tegenover de concilievaders uitsprak, dat de Kerk uit liefde voor God geen tweede geval Galileo moest creëren door zich opnieuw te verzetten tegen de ontdekkingen van de moderne wetenschap door het afwijzen van contraceptie. Deze uitspraak getuigde zeker niet van een grote kennis van de zaak Galileo.  Tegenwoordig echter worden wij geconfronteerd met de resultaten van het proces dat op de Lambeth Conferentie in 1930 is ingezet. En die resultaten hebben ons van de goedkeuring van de kunstmatige geboorteregeling gebracht tot het monster dat wij vandaag kennen als het procreatief medicijn waardoor men zelf op de troon van de Schepper is gaan zitten.

In de context van deze omstandigheden is het gepast dat wij hulde brengen aan de encycliek Humanae Vitae, verschenen in 1968, een leerstellig document waarvan het profetisch karakter mettertijd ook door leidende niet-katholieke denkers is erkend. In deze encycliek hakte Paulus VI voorlopig knopen door in een serie van leerstellige uitspraken in zake contraceptie, begonnen door Pius XII in Casti Connubii en voortgezet door Pius XII en Johannes XXIII. Zijn werden tenslotte opgepakt, ontwikkeld en verdiept door Johannes Paulus II.

Humanae Vitae verschaft ons een buitengewoon voorbeeld van hoe het proces van paradosis werkt, dat wil zeggen het doorgeven van de leer van de Kerk. Als de geloofswaarheid is ontvangen, aanvaard en overgedragen, dan geeft de ontvangen geloofswaarheid, met dieper begrip en met preciezere uitdrukking antwoord op de noden van het betreffende heden, terwijl ze toch gelijk blijft aan zichzelf. In dit alles is tegenspraak tussen gisteren en vandaag onmogelijk: het is de Heilige Geest die handelt in de Kerk van Jezus Christus en die dit proces van paradosis leidt. Het is de Heilige Geest die ervoor zorgt dat het geloof van de Kerk zich in de loop van de tijd ontwikkelt, zoals een volwassen persoon identiek blijft aan het kind dat hij i het verleden was. Dit is een inzicht dat al in 430 geformuleerd is door Vincentius van Lérins en uitgewerkt door de zalige John Henry Newman.

*

De conferentie die vandaag ingeluid is heeft de taak voor een hernieuwd ontvangen, aanvaarden en een diepgaander overdracht van de waarlijk profetische leer van Paulus VI in het jaar 2017. Moge dit buitegewoon seculier document van het Petrinisch Leergezag opnieuw de splendor veritatis doen oplichten, die in staat mag zijn de huidige duisternis van geest en hart te verlichten. Lumen Christu gloriose resurgentis dissipet tenebras cordis et mentis. Ik bid dat God uw werk zal zegenen en hoop op een succesvol resultaat van deze conferentie.

Geen opmerkingen: