Verschenen
op 8 mei 2018 op GloriaTV
Prof. Thomas Stark:
Eminentie. ik wil u bedanken dat u tijd
neemt voor dit interview. Als eerste zou ik u willen vragen: er wordt al een
hele tijd veel gesproken over het verstaan van de tekenen van de tijd. Hoe past
deze focus op de tekenen van de tijd bij de voortdurende poging van de Kerk
alles te onderwerpen aan het koningschap van Christus?
Kardinaal Raymond Burke:
Wel, dat het is het punt. Mensen denken nu
dat de Kerk voor het eerst in de geschiedenis kijkt naar de tekenen van de
tijd. Dat is belachelijk. De Kerk heeft dat altijd gedaan. De Kerk is altijd de
cultuur tegemoet getreden te midden waarvan zij leeft. Onze Heer zelf riep ons
op de tekenen van de tijd te zien en bedachtzaam te zijn. Maar inderdaad, de
Kerk ziet de tekenen van de tijd sub specie aeternitatis, onder het
aspect van de eeuwigheid, van onze eeuwige verlossing – door het lijden, de
dood, de verrijzenis en hemelvaart van onze Heer Jezus Christus. En zo gaan wij
op de cultuur af, wij treden de cultuur tegemoet met een heel bepaalde
identiteit. De Kerk gaat niet naar de cultuur om haar identiteit te vinden. De
Kerk gaat naar de cultuur om haar het woord van het leven aan te bieden, om
haar Christus aan te bieden. Dat betekent dat, zoals we lezen – dat is erg
duidelijk in de evangelies – de Kerk een teken van tegenspraak zal zijn. Met
name in tijden als de onze waarin we te maken hebben met deze aanval op de
Goddelijke Wet, dit impliciete atheïsme zoals de heilige paus Johannes Paulus
II het noemde. De Kerk moet erg sterk zijn in haar ontmoeting met de cultuur –
vol liefde, vol bezorgdheid, met de wil zielen bij Christus te brengen, maar de
enige manier om zielen bij Christus te brengen is door de waarheid te dienen
- het woord van Christus zoals het tot ons komt in de Kerk.
Prof Thomas Stark:
Iets heel noodzakelijks in het leven van
de Kerk is het canoniek recht. U bent een canonist. Daarom wil ik u enkele
canonieke vragen stellen. In het besef van het feit dat het menselijk leven en
de menselijke omstandigheden altijd heel gecompliceerd zijn: denkt u als
canonist dat de verkorte huwelijksnietigheidsprocessen in staat zijn recht te
doen aan deze complexiteit van het menselijk leven en de menselijke
levensomstandigheden? Of denkt u dat deze veranderingen daaraan geen recht
doen?
Kardinaal Raymond Burke:
Wel, ik denk dat het belangrijk is te
beseffen, wat ik heb beschreven in het hoofdstuk dat ik bijgedragen heb aan het
boek “Remaining in the Thruth of Christ. Marriage en Communion in the
Catholic Church”. Het canoniek proces is niet van goddelijke oorsprong,
zoals kardinaal Kasper heeft gezegd. De individuele onderdelen zijn niet van
goddelijke oorsprong, maar dat het een deugdelijk proces moet zijn om de
waarheid te kunnen achterhalen over de waarheid van een klacht van nietigheid
van een huwelijk – dat is van Goddelijk recht. De Kerk mag nooit een huwelijk
nietig verklaren met een proces dat de rechter niet de morele zekerheid zou
geven betreffende de vordering van nietigheid. Ik heb grote zorgen rond het
nieuwe proces van verklaring van nietigheid en ik ben niet de enige. Er zijn
verschillende excellente canonisten die erover geschreven hebben. Ik heb grote
zorgen over het verdwijnen van de verplichte tweede instantie.
Sinds de tijd van paus Benedictus XIV
(paus van 1740 tot 1758) vond de Kerk het belang van het huwelijk zo groot dat
zij een oordeel over de nietigheid van een huwelijk niet overliet aan een
enkele gerechtsinstantie maar dat de zaak opnieuw moest worden bekeken in
tweede instantie die het oordeel ofwel bevestigde of ongedaan maakte. Dit is
verder bemoeilijkt; in het verleden werden alle huwelijksnietigheidszaken
behandeld door een college van tenminste drie rechters. Nu worden op veel
plaatsen met de toestemming van de bisschoppenconferentie de
huwelijksnietigheidszaken besloten door één enkele rechter. Dat brengt ons in
de situatie dat een huwelijk nietig verklaard kan worden op het oordeel van één
enkel iemand en dat gaat in tegen een serieus gerechtelijk proces.
Iets anders dat mij zorgen baart is de
kwestie van de zogenaamde gemakkelijke zaken die duidelijk en helder zijn. U
zei het zelf al in uw vraag. Huwelijksnietigheidszaken zijn in de regel erg
gecompliceerd zo complex als menselijke situaties nu eenmaal zijn. Ik
herinner me, dat, toen ik procesrecht studeerde, onze professor ons zei hoe we
partijen en getuigen moesten ondervragen, en hoe we hun verklaringen en
getuigenissen moesten opnemen. Het is zaak geen verbazing over wat dan ook te
tonen want dat zou mensen kunnen doen aarzelen om de hele waarheid te
vertellen. Hij zei: in de metafysica bestuderen jullie meer mogelijke dingend
dan in werkelijkheid bestaan, maar, zei hij, bij de rechtbank zullen jullie
meer werkelijke dingen bestuderen dan mogelijk zijn. En het is eenvoudigweg
waar dat deze huwelijksnietigheidszaken soms de neiging hebben …. je kunt
nauwelijks heel de complexiteit van een geval geloven.
En daarom heeft een aantal bisschoppen mij
gezegd dat zonder meer de zaken die bij hun rechtbanken worden ingediend, hem
niet toestaan een snel oordeel te vellen maar dat zij de zaak moeten
terugverwijzen naar de rechtbanken. Laten we hopen dat dit zorgvuldig oordeel
in iedere zaak gemaakt wordt.
Nu doet het proces ook alsof voor de
eerste keer ontdekt is dat de bisschop de eerste rechter in het bisdom is. De
Kerk heeft altijd geleerd dat de bisschop de eerste rechter in zijn bisdom is.
Maar normaal gesproken – en dat is logisch, ook voor mensen in de wereld,
treedt de bisschop, de hoogste gezagsdrager in het bisdom in deze zaken niet op
in de eerste persoon. Maar hij zorgt voor een gerechtsvicaris en ander
functionarissen van de rechtbank om deze zaken voor hen te behandelen. Ik
geloof dat nu een volledige weergave nodig is van en een nieuwe waardering voor
het huwelijksnietigheidsproces. Met name nu we komen uit die periode van
antinomisme, de periode onmiddellijk vóór en na het Concilie toen men algemeen
het kerkelijk recht aanviel en name het huwelijksnietigheidsproces. En naar
mijn persoonlijk oordeel is de huidige wetgeving niet deugdelijk en dient die
herzien te worden.
Prof. Thomas Stark:
Mag ik u nog een vraag stellen over een
juridisch onderwerp. Hoe is het mogelijk dat de kerkelijke wetgever een
situatie schept waarin bisschoppenconferenties in diverse landen tegengestelde
regelingen invoeren met betrekking tot het ontvangen van de communie? Ik
bedoel, dat is in het canonieke recht tevoren toch nooit het geval geweest.
Kardinaal Raymond Burke:
Dat is niet mogelijk. De paus is het
beginsel van eenheid in de Kerk, eenheid van de bisschoppen en van de
gelovigen. De paus kan niet toestaan dat een bisschoppenconferentie of een
individuele bisschop iets doet dat ingaat tegen de leer en de geloofspraktijk.
Dit idee dat mensen die niet in volle gemeenschap zijn met de Kerk, maar die
zich op min of meer regelmatige basis presenteren voor de heilige communie: dat
is absurd. Ik weet niet hoe dit zou kunnen worden toegestaan en –als het God
belieft – zal het worden recht gezet. Dat is de taak van de paus. Anders gaat
de Kerk toe, gaat de Rooms-katholieke Kerk toe naar een situatie zoals van
de protestantse denominaties die alsmaar in aantal toenemen. Telkens als
een bisschop of een groep gelovigen een ander idee hebben, maken ze een andere
kerkelijke gemeenschap, en de deelgroepen vermenigvuldigen en vermenigvuldigen
zich. Dat is niet de wil van Christus.
Prof. Thomas Stark:
Uw antwoord brengt met tot de volgende
vraag, een vraag die gaat over een probleem dat ten grondslag ligt aan het
probleem dat we nu bespreken. De logische regel van non-contradictie is altijd
en overal geldig geweest. De Kerk heeft altijd gehamerd op het feit dat onze
credo, het credo van de Kerk redelijk is – dat wij bijv. de regel van
non-contradictie en elke andere regel van de logica aanvaarden. Nu zien we een
situatie waarin we van kerkelijke gezagsdragers tegengestelde antwoorden
ontvangen op belangrijke kwesties. Betekent dit dat geloof en rede tegenwoordig
en in de huidige situatie van Kerk uit elkaar vallen?
Kardinaal Raymond Burke:
Dat is wat er feitelijk gebeurt en het
zorgt voor een heleboel lijden onder bisschoppen, priesters en gelovigen. Ik
reis veel naar diverse delen van de wereld. En overal waar ik kom, zeggen de
mensen tegen mij: wat leert de Kerk nu werkelijk over het huwelijk, over de
onontbindbaarheid van het huwelijk? Wat leert de Kerk werkelijk over de goede
gesteldheid om de communie te kunnen ontvangen, en nu zijn er geruchten over
het ter discussie stellen van de leer over contraceptie in “Humanae Vitae” –
dat de 50ste verjaardag van de pauselijke encycliek de gelegenheid zou zijn om
op een of andere manier de constante leer van de Kerk onderuit te halen, die
paus Paulus VI op een zeer nobele en heldhaftige wijze heeft verdedigd.
We hebben ook het geval waarin een bekende
nieuwsreporter [Eugenio Scalfari] beweert dat hij uit een persoonlijk onderhoud
met de paus heeft begrepen dat er geen hel bestaat en dat de menselijke ziel
niet onsterfelijk is, dat de zielen van mensen die verkeerd doen, eenvoudigweg
verdampen.
En dan komt er geen echte correctie van de
kant van de Heilige Stoel. De correctie van het persbureau stelt dat de woorden
van de reporter niet de exacte woorden van de paus zijn. Wel, wat nodig was in
een dergelijke situatie, is dat men had gezegd dat de paus bevestigt wat de
Kerk altijd geleerd heeft over de uitersten. Dit is iets wat grote bezorgdheid
teweeg brengt, en dat kan niet zomaar doorgaan want het brengt vreselijke
wonden toe aan de Kerk en verdeeldheid en misschien wel het grotere drama van
een schisma.
Prof. Thomas Stark:
Als de mens een animal rationale is, een
redelijk wezen, gaat onredelijk zijn in tegen de menselijke natuur. Kunnen we
dan mensen, bijv. bisschoppen serieus nemen die verklaren dat zwart wit is of 2
+ 2 = 5. Is een situatie in de Kerk die in toenemende mate onredelijk is
bijgevolg niet onmenselijk?
Kardinaal Raymond Burke:
Dat is zo. Dit is het soort van benadering
dat gebruikelijk is in totalitaire staten. Mensen raken ervan in de war. Omdat
men zegt, dat wat redelijk is, onredelijk is. Men vraagt hen tegenstellingen te
aanvaarden die ingaan tegen de waarheid en tegen de rechtvaardigheid. God
schiep ons met verstand en vrije wil en zijn openbaring gaat nooit tegen de
rede in. Zij kan boven de rede uit gaan in de zin dat we grote geloofsmysteries
hebben, maar het verstand is in staat juist in de geloofsmysteries door te
dringen en dieper te verstaan en dat is de geschiedenis van de theologie: het
geloof dat zoekt te begrijpen. Maar nooit zegt de rede dat het geloof ontkent
wat de rede mij leert. Er is op dit moment een vreemde vorm van denken gaande
in de Kerk zelfs bij leraren van het geloof, die dit ontkent. Dit is
onmenselijk. Het veroorzaakt vreselijke ellende. En ik denk dat dit soort situatie
uiteindelijk mensen kan voeren tot een geestelijke vermoeidheid omdat het
ingaat tegen hun eigen wezen. Dit is iets dat Kerk in haar hart op deze manier
nooit heeft gehad. Er zijn grote crises geweest wat betreft het ontkennen van
delen van de geloofsleer enz die gecorrigeerd moesten worden. Ik denk aan de
vreselijke crisis van het Arianisme in de vierde eeuw en nog andere crises.
Maar nu hebben wanhopig behoefte in de Kerk aan herstel van het kerkelijk
leergezag.
Er stond een uitstekende evaluatie,
geschreven in een Amerikaanse tijdschrift met de naam “First Things”
door professor Richard Rex van Cambridge University. Hij gaf commentaar op deze
kwestie, op de verandering van de leer over de onontbindbaarheid van het
huwelijk. En hij zei mij: als de Kerk inderdaad haar positie veranderd heeft en
er bestaan gevallen waarin individuen die aan de sacramentele band gebonden
zijn, de sacramenten kunnen ontvangen, dan heeft de Kerk zonder noodzaak zielen
20 eeuwen lang gekweld en verdient zij nu niet langer het vertrouwen van de
gelovigen omdat ze zo fout is geweest over zoiets belangrijks voor het welzijn
van niet alleen de Kerk maar ook de wereld. Dat leidt ertoe dat we Kerk niet
meer zouden kunnen zien als een fatsoenlijk instituut, laat staan een rechtvaardig
en betrouwbaar instituut.
Thomas Stark:
Eminentie, dank u wel voor dit interview.
Kardinaal Raymond Burke:
Graag gedaan.
Vertaling:
C. Mennen pr
14 mei
2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten