dinsdag 23 januari 2018

Sluipende secularisatie als pastoraal vermomd

Pastoor Mennen

Het is weer enkele jaren geleden dat ik tijdelijk in een parochie administrator was. Daar trof ik het volgende aan. Op een bepaalde zondagmorgen was in de parochie op het kerkplein een dorpsmarkt waarbij velen van het dorp betrokken waren. De vroegere pastoor had het verstandig gevonden de heilige Mis op die dag ten gerieve van de markt geen doorgang te laten vinden. Ik was en ben daar nog tamelijk verbijsterd over. De kerk die het hoogste en belangrijkste waar zij voor staat aan de kant schuift voor zoiets triviaals als een markt. Dat lijkt me Umwertung aller Werte, secularisatie in optima forma door de Kerk zelf.

Het is eveneens al weer enige tijd geleden dat een pastoor van een naburige kerk tegen mij zei: “Op tweede Kerstdag, tweede Paasdag en tweede Pinksterdag hebben wij al jaren geen Mis meer. De mensen komen toch niet.” Daarop heb ik mijn verbazing uitgesproken over het feit dat in parochies toch zo heel verschillende mensen kunnen wonen! Immers in mijn parochie was de Mis op tweede Kerstdag en tweede Paasdag even goed bezocht als de normale zondagse Mis. Tweede Pinksterdag was iets minder maar toch nog alleszins de moeite waard. Zou ook dit geval niet te maken kunnen hebben met een priester die het zelf minder belangrijk vond en daarom die Mis liet vervallen of met een algemene geest in die parochie die mensen ertoe brengt buiten de zondagen de kerk niet te bezoeken zoals dat ook bij protestanten het geval is?

Het is de moeite waard om af en toe eens websites van parochies te bezoeken. Daar kunt je best iets van leren wat betreft de “stand van de Kerk” in Nederland. Dan valt op dat er veel parochies zijn waar geen dagelijkse Mis meer is. Op maandag is Onze Lieve Heer bijna overal met vakantie. Dat zal wel samenhangen met de o zo noodzakelijke wekelijkse vrije dag van de priester. Enfin, dat moet kunnen. Maar de heilige Jozef heeft pech als zijn hoogfeest 19 maart toevallig op een dag valt die “misvrij” is. Dan wordt zijn hoogfeest dat jaar in die parochie niet gevierd. Hetzelfde geldt voor de andere hoogfeesten. Hier blijkt heel duidelijk dat bij de meeste priesters een kerkelijk hoogfeest niet als een heilig gegeven wordt gevierd, als iets wat waarde in zichzelf heeft maar alleen als een toevallig misformulier als er toevallig die dag een Mis gepland is. En voor de gelovigen is de betekenis van het feest verloren gegaan omdat ze er jaren lang niet op gewezen zijn, dat ze 8 december naar de kerk moeten komen, als ze kunnen, omdat het dan het feest van Maria Onbevlekt Ontvangen is. Als dat geen secularisatie is!

Dit jaar was 24 december de vierde zondag van Advent. Dat die dag daags voor Kerstmis viel, maakte hem niet minder zondag. Een zondag, die ook daags voor Kerstmis de eerste en belangrijkste feestdag van de christenen blijft waarvoor de zondagsplicht geldt. De parochies echter waar op die zondagmorgen geen Mis was en de gelovigen hun zondagsplicht niet konden vervullen, zijn ontelbaar. Door velen wordt er louter pragmatisch naar gekeken: op Kerstavond en Kerstmorgen zijn er zoveel Missen dat de priester te veel Missen zou moeten doen. Bovendien komen die mensen niet op zondagmorgen, als ze op kerstavond gaan. Als dit laatste al waar zou zijn, is er vanuit geestelijk oogpunt geen enkele reden om het begaan van die zonde te bevorderen. De Heilige Stoel heeft ook dit jaar desgevraagd gezegd dat de Mis op de Kerstavond de verplichting van de zondag niet kan vervangen. Bovendien blijkt op de plaatsen waar wel een Mis is, het bezoek als normaal te zijn. Het andere argument is geconstrueerd. Op de meeste plaatsen zijn er op de vooravond van Kerstmis veel te veel Missen. De meeste Missen die men op Kerstavond doet kunnen absoluut niet beschouwd worden als nachtmissen, hoewel men gemeenlijk dit formulier gebruikt. Het is zijn allemaal vigiliemissen. Als men de Missen later zet, kan men zeker met minder toe en komen mensen die willen de eerste Kerstdag wel. Al die kerstavondmissen is geen objectief vereiste van liturgie en van de heiligheid van het feest. Een Mis doen op de vierde zondag van Advent is dat wel.

Na enkele jaren waarin de hoogfeesten van Maria Tenhemelopneming en Allerheiligen naar een zondag verschoven werden, hebben de Nederlandse bisschoppen in 1991 besloten deze feesten weer op de dag zelf te vieren. Zij hebben een verplichtend karakter voor wat de deelname aan de Eucharistie betreft maar niet wat betreft afzien van arbeid. Het terugplaatsen naar de dag zelf had te maken met het feit de feesten feitelijk verloren gingen, ook omdat de mensen niet meer wisten wanneer het feest nu gevierd werd. Bij Allerheiligen kwam nog dat Allerzielen dat toch daags na Allerheiligen gevierd moet worden, in veel parochies niet op de maandag na de zondagse viering van Allerheiligen, gehouden werd maar gewoon op 2 november, dat dan soms vóór Allerheiligen viel. Ik was gelukkig met deze beslissing en heb die meteen aan de gelovigen van de parochie bekend gemaakt. In de ochtend van beide feestdagen deed ik een gelezen Mis en ’s avond een zo plechtige mogelijk gezongen Mis. Dat leidde er al spoedig toe dat deze avondmis net zo goed bezocht was als de zondagse hoogmis. Je moet er als priester enige moeite voor doen maar de gelovigen komen wel. Het probleem zijn de priesters. Jaren lang was mijn parochie in de wijde omtrek de enige die de feesten op de juiste dagen vierde. In ben in deze periode nog in twee andere parochies pastoor geweest en heb op alle plaatsen de feesten naar de dag zelf verplaatst.  Ook daar werden ze na verloop van tijd druk bezocht omdat ik de gelovigen nogal nadrukkelijk uitnodigde en de vieringen met de nodige luister omgaf. Om de feitelijke praktijk in veel parochies te illustreren de volgende anekdote. Op de middag van 15 augustus ging ik naar Kevelaer en liep daar een van onze jongere priesters tegen het lijf. Hij vertelde enthousiast dat hij die morgen in de basiliek met een of andere kardinaal had geconcelebreerd. Op mij vraag of hij op deze feestdag niet in zijn parochie moest zijn, begon hij wat te stamelen. Ze hadden maar in één kerk een viering. Is iedereen dan uitgenodigd naar de hoofdkerk te komen? Nee, daar bleek ook geen Mis te zijn. Er was alleen een gelezen Mis in het bejaardenhuis.

Nu zijn de Nederlandse Bisschoppen al weer een hele tijd in discussie over het feit of toch weer niet alles naar de zondag moet. Dat zou betekenen capituleren voor de luiheid en van priesters maar wat nog erger is: de grote feesten hun objectiviteit ontnemen, de heiligheid van 15 augustus en 1 november verdwijnen in een gewone zondag en daarmee op den duur uit de beleving van de mensen.

Het toppunt van deze mentaliteit is wat mij trots een oude priester vertelde die diensten verrichtte in een bejaardenhuis. Op Paasmorgen had hij heel het Triduum in één viering gestopt. Zo hadden de mensen toch fijn Goede Vrijdag, de Paasnacht en de Paasmorgen in één Mis kunnen vieren.

Zo wordt de kerkelijke kalender en heel de liturgie een spel voor mensen in plaats van de goddelijke werkelijkheid die het is en die wij horen te eerbiedigen in plaats van naar onze hand te zetten.

Ik hoop op de wijsheid van onze bisschoppen.

Geen opmerkingen: