Op Allerheiligen verscheen op diverse internationale katholieke websites een brief van een Amerikaanse theoloog aan de paus. Ik geef hieronder de inhoud van de brief met een inleiding van de Vaticanist Sandro Magister
Thomas G. Weinandi hoort bij de meest eminente theologen en woont in Washington in het college van de Kapucijnen, de Franciscaanse orde waartoe hij behoort. Hij is lid van de internationale theologencommissie, de commissie die Paulus VI heeft ingesteld naast de congregatie voor de geloofsleer zodat die baat zou kunnen hebben van de fine fleur van de theologen van de wereld. Hij is lid van die commissie sinds 2014 en is benoemd door paus Franciscus.
Afgelopen mei toen hij in Rome was voor een vergadering van de commissie, kreeg hij het begin van een idee om een open brief aan Franciscus te schrijven om hem niet alleen zijn eigen ongerustheid mee te delen maar die van velen over de groeiende chaos in de Kerk, waarvan hij zag dat het in hoge mate veroorzaakt werd door niemand anders dan de paus.
Bij bad een lange tijd, ook bij het graf van Petrus. Hij vroeg Jezus hem te helpen bij de beslissing of hij wel of niet de brief zou schrijven en om hem een teken te geven… En het teken kwam de volgende dag en het was precies hetzelfde als wat hij in zijn gebed had gevraagd.
Aldus gesteund door de hemel schreef pater Weinandy de brief. Hij stuurde hem naar paus Franciscus in het midden van de zomer. En vandaag op het feest van Allerheiligen maakt hij hem openbaar op het Amerikaanse internetportaal Crux en direct daar in Rome, in vier talen, op Settimo Cielo.
Pater Weinandy, 71 jaar, heeft aan talloze universiteiten in de Verenigde Staten gedoceerd, 12 jaar in Oxford, en in Rome aan de pauselijke Gregoriaanse Universiteit. Hij was negen jaar hoofd van het secretariaat voor de geloofsleer van de Amerikaanse
Bisschoppenconferentie.
------------------
31 juli 2017
feest van de H. Ignatius van Loyola
Heiligheid,
Ik schrijf deze brief met liefde voor de Kerk en oprecht respect voor uw ambt. U bent de plaatsbekleder van Christus op aarde, de herder van zijn kudde, de opvolger van de H. Petrus en aldus de rots waarop Christus zijn Kerk zal bouwen. Alle katholieken, clerus en leken, dienen naar u te kijken met kinderlijke loyaliteit en gehoorzaamheid die gebaseerd is op de waarheid. De Kerk wendt zich tot u in een geest van geloof, in de hoop dat u haar zult leiden in liefde.
Toch, heiligheid lijkt een chronische verwarring uw pontificaat te kenmerken. Het licht van het geloof, de hoop en de liefde is niet afwezig maar te vaak wordt het verduisterd door de dubbelzinnigheid van uw woorden en daden. Dit voedt een groeiende zorg bij de gelovigen. Het schaadt hun vermogen tot liefde, vreugde en vrede. Sta mij toe u enkele korte voorbeelden te geven.
Allereerst is er het betwiste hoofstuk 8 van Amoris Laetitia. Ik hoef u geen deelgenoot te maken van mijn eigen zorgen rond de inhoud ervan. Anderen, niet alleen theologen, maar ook kardinalen en bisschoppen, hebben dat reeds gedaan. De voornaamste bron van zorg is de uw wijze van onderrichten. In Amoris Laetitia lijken uw richtlijnen soms opzettelijk dubbelzinnig. Zo nodigt u uit tot zowel een traditionele interpretatie van de katholieke leer over huwelijk en echtscheiding als ook tot een interpretatie die een verandering van de leer zou inhouden. Zoals u wijselijk opmerkt, moeten pastores mensen in onregelmatige huwelijke begeleiden en bemoedigen; maar onduidelijkheid blijft bestaan over wat met die “begeleiding” feitelijk bedoeld wordt. Onderrichten met een kennelijk bedoeld gebrek aan duidelijkheid brengt onvermijdelijk het gevaar met zich mee van te zondigen tegen de Heilige Geest, de Geest van de waarheid. De Heilige Geest is aan de Kerk gegeven, en met name aan u zelf, om dwaling uit te bannen, niet om dwaling te voeden. Bovendien kan alleen waar waarheid is, echte liefde zijn, want waarheid is het licht dat vrouwen en mannen bevrijdt van de blindheid van de zonde, een duisternis die de liefde van ziel doodt. Toch lijkt u die mensen die hoofdstuk 8 van Amoris Laetitia uitleggen in overeenstemming met de kerkelijke traditie, af te keuren en zelfs te bespotten farizeïsche stenengooiers, als vertegenwoordigers van een onbarmhartig rigorisme. Dit soort smaad is in tegenspraak met de aard van het Petrinische ambt. Sommigen van uw adviseurs lijken zich met gelijksoortige acties bezig te houden. Een dergelijke gedrag wekt de indruk dat uw inzichten de toets van de theologische kritiek niet kunnen doorstaan en daarom met ad hominem argumenten overeind moeten worden gehouden.
Ten tweede: te vaak lijkt uw manier van spreken afbreuk te doen aan het belang van de kerkelijke leer. Telkens opnieuw schildert u de leer als doods en als boekenwijsheid, en als ver afstaande van de pastorale zorgen van iedere dag. Uw critici zijn er, in uw eigen woorden, van beschuldigd de leer te maken tot een ideologie. Maar het is nu precies de christelijke leer – met daarin de precieze onderscheidingen die gemaakt worden ten aanzien van centrale geloofspunten zoals de trinitaire natuur van God, de aard en het doel van de Kerk, de menswording, de verlossing en de sacramenten – die de mensen bevrijdt van wereldse ideologieën en hen garandeert dat zij daadwerkelijk het authentieke, leven gevende evangelie preken en onderwijzen. Mensen die afbreuk doen aan de leer van de Kerk maken zich los van Jezus, de oorsprong van de waarheid. Wat zij dan hebben, en alleen maar kunnen hebben, is een ideologie – eentje die zich voegt naar de wereld van zonde en dood.
Ten derde: trouwe katholieken kunnen alleen maar onthutst zijn door uw keuze van sommige bisschoppen, mannen die niet alleen open staan voor hen die er inzichten op nahouden die tegengesteld zijn aan het christelijk geloof maar die deze inzichten steunen en zelfs verdedigen. Wat gelovigen en zelfs sommige collega-bisschoppen ergert, is niet slechts dat u zulke mannen als herders van de Kerk hebt aangesteld maar dat u ook lijkt te zwijgen ten aanzien van hun onderricht en pastorale praktijk. Dat verzwakt de ijver van de vele vrouwen en mannen die gedurende lange tijd voorvechters zijn geweest van de authentieke katholieke leer, dikwijls met voorbijzien van hun eigen reputatie en welzijn. Als resultaat verliezen veel gelovigen, die de sensus fidelium representeren, vertrouwen in hun opperste herder.
Ten vierde: de Kerk is één lichaam, het Mystieke Lichaam van Christus, en u hebt de opdracht van Christus zelf gekregen haar eenheid te bevorderen en te sterken. Maar uw handelingen en woorden lijken er te dikwijls op gericht het tegenovergestelde te doen. Het aanmoedigen van een vorm van “synodaliteit” die verschillende leerstellige en morele mogelijkheden binnen de Kerk toestaat en bevordert, kan alleen maar leiden tot meer theologische en pastorale verwarring. Een dergelijke synodaliteit is onverstandig en werkt in de praktijk tegende collegiale eenheid onder de bisschoppen.
Heilige Vader, dit brengt mij bij mijn laatste zorg. U hebt dikwijls gesproken over de noodzaak van openheid in de Kerk. U hebt herhaaldelijk iedereen, met name de bisschoppen, aangemoedigd, vooral ook tijdens de twee laatste synodes, om zich uit te spreken en niet bang te zijn voor wat de paus ervan zou kunnen denken. Maar hebt u niet gemerkt dat de meerderheid van de bisschoppen over heel de wereld opmerkelijk stil zijn? Waarom zou dat zijn? Bisschoppen leren vlug en wat velen van uw pontificaat hebben geleerd is niet dat u open staat voor kritiek maar dat u er boos over wordt. Veel bisschoppen zwijgen omdat ze loyaal aan u willen zij en daarom uiten ze niet – tenminste niet publiek; privé is wat anders – de zorgen die uw pontificaat oproepen. Velen zijn bang dat, als zij spreken, ze zullen worden gemarginaliseerd of nog erger.
Ik heb mij dikwijls afgevraagd: “Waarom heeft Jezus dit alles laten gebeuren?” Het enige antwoord dat in mij opkomt is, dat de Jezus duidelijk wil maken hoe zwak het geloof is van velen binnen de Kerk, zelfs ook onder veel van haar bisschoppen. Ironischerwijs heeft uw pontificaat hen die schadelijk theologische en pastorale standpunten hebben de vrijbrief en het vertrouwen gegeven ermee aan het daglicht te komen en hun duisternis, die tot dan toe verborgen was, te laten zien. Met het erkennen van deze duisternis zal de Kerk zich nederig moeten vernieuwen en zo voortgang maken in de groei naar heiligheid.
Heilige Vader, ik bid voortdurend voor u en zal dat blijven doen. Moge de Heilige Geest u leiden in het licht van de waarheid en het leven van liefde zodat u de duisternis die nu de schoonheid van Jezus’ Kerk verbergt, kunt verdrijven.
Toegenegen in Christus
Thomas G. Weinandy, O.F.M. Cap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten