door Dan Hitchens in Catholic Herald
12 oktober 2017
Academici en clerici vrezen gestraft te worden omdat ze zich uitgesproken hebben over Amoris Laetitia
Orthodoxe katholieken worden geconfronteerd met “vervolging” – en niet door secularisten maar door hun medegelovigen. Dat is de opzienbarende bewering die prof. Josef Seifert afgelopen week deed, de filosoof en de vriend van de heilige Johannes Paulus II. Zijn opmerkingen vormen een echo van enkele recente commentaren van kardinaal Gerhard Müller die zei tegen de National Catholic Register dat curieleden in het Vaticaan en universiteitsdocenten “in grote angst leven”. En Seifert en kardinaal Müller zeggen alleen openlijk wat velen privé zeggen. Bij onderzoek voor dit artikel heb ik het gehoord van priesters en academici op vier continenten, die, zo gauw ik het onderwerp van intimidatie ter sprake bracht, meteen om anonimiteit vroegen. Sommigen verwezen naar het feit dat ze kun kost moesten verdienen of hun gezin moesten onderhouden. Eén professor spotte: “” Ik ben niet klaar voor het witte martelaarschap”- een theologische term voor de aanvaarding van een groot (niet dodelijk) lijden omwille van het geloof.
Zoals het vaak is met intimidatie, de precieze misdaad is moeilijk aan te wijzen. Het heeft te maken met die kwesties die zoveel onrust in de Kerk veroorzaakt hebben. De kerk heeft altijd geleerd dat iemand ernstige zonden moet biechten voordat hij de communie ontvangt, en dat wanneer de zonde publiek is – bijvoorbeeld bij scheiden en hertrouwen – de priester de communie moet weigeren. Deze leer is de laatste jaren aangevochten waarbij beide kanten de steun van paus Franciscus claimen; en onvermijdelijk heeft dit debat tot verdere vragen geleid: is echtbreuk altijd een zware zonde? Kun je algemene uitspraken doen over zonde? Enzovoorts. Het geval van Seifert laat zien hoe serieus het debat geworden is. Slechts twee jaar geleden was de relatie van Seifert met zijn plaatselijke aartsbisschop, Javier Martínez van Granada, er één van wederzijdse bewondering. Seifert was onder de indruk van het energieke leiderschap van aartsbisschop Martínez. De aartsbisschop benoemde Seifert op een speciaal gecreëerde leerstoel aan de Internationale Academie voor Filosofie van Granada. Alles veranderde in april 2016 met de publicatie van de apostolische exhortatie Amoris Laetitia van paus Franciscus. De mening van Seifert is, dat de tekst al ”bevat hij veel mooie gedachten en diepe waarheden”, ook mogelijkerwijs gevaarlijk is. Er staat bijvoorbeeld een dubbelzinnige zin in waarin wordt gesuggereerd dat het geweten kan uitmaken “wat nu het meest edelmoedige antwoord is”, en dat “God zelf vraagt” om dit antwoord. Eén mogelijke implicatie is dat God iemand zou kunnen vragen door te gaan met echtbreuk plegen omdat het “edelmoediger antwoord” van ermee ophouden onmogelijk is. Seifert schreef een artikel voor het blad Aemat waarin hij zei dat deze implicatie zo gevaarlijk was dat hij hoopte dat de paus dit zou uitsluiten. Zijn punt was niet dat de paus het fout had, maar dat de zin verheldering behoefde. Daarvoor werd hij, zo zegt hij, door aartsbisschop Martínez ontslagen. Seifert zegt dat de aartsbisschop hem dit niet direct gezegd heeft: hij kreeg er weet van door een paar aanwijzingen en via een publieke verklaring waarin de aartsbisschop zei dat Seifert “het geloof en de gelovigen in verwarring had gebracht”. Seifert onderneemt juridische stappen tegen dit oneerlijke ontslag (Het aartsbisdom heeft tot op heden niet geantwoord op een verzoek om commentaar). Seifert is niet het enige voorbeeld van een academicus die botst met de plaatselijke hiërarchie. Eén academicus in de Verenigde Staten, die zijn naam niet genoemd wil hebben, is dwars gezeten door zijn bisschop vanwege zijn kritiek op Amoris Laetitia. Hij vreest dat deze ervaring zich zal herhalen in openlijke of subtiele vormen van dwang, een ernstige beperking van vrije meningsuiting en een hernieuwde poging orthodoxe katholieken te marginaliseren.
Amoris Laetitia lijkt een keerpunt te zijn geweest. De tekst is hoogst dubbelzinnig en verschillende lezers komen tot heel verschillende interpretaties. Zoals literaire critici eeuwenlang hebben gedebatteerd over de motieven van Iago en de aarzeling van Hamlet, zo kunnen we een scala van betekenissen vinden in Amoris Laetitia – en net zoals Shakespeare blijft zwijgen, lijkt de paus tevreden dat de discussie doorgaat. Dit is misschien een deel geweest van een nieuw tijdperk van ongebreideld debat – iets wat de paus leek aan te geven bij het begin van de gezinssynode in 2014 toen hij zei tegen de kardinalen: “Er is algemene basisvoorwaarde: eerlijk spreken. Niemand mag zeggen: ‘Ik kan dit niet zeggen, omdat ze dit of dat van me vinden’.” Maar de verklaringen van de paus hebben in plaats daarvan een gezagsvacuüm gecreëerd waarin zich figuren met hun eigen agenda’s hebben begeven. Zo is het verhaal van het debat in de Kerk sinds Amoris Laetitia een verhaal geweest van de mond snoeren en maatregelen. Vier maanden nadat de exhortatie was gepubliceerd, tekenden 45 priesters en theologen een brief aan het college van kardinalen. Het document noemde sommige van de wildere interpretaties van Amoris Laetitia – die duidelijk tegen de kerkelijke leer zijn – en doen het voorstel dat de paus deze wijze van lezen zou veroordelen. Het document beschuldigde niet de paus van het verspreiden van dwalingen; het was in feite niet eens aan de paus gericht maar vroeg de kardinalen te overwegen een verzoek aan de paus te doen. Maar toen de brief uitgelekt was, kregen sommigen van de ondertekenaars te maken met druk. Eén van hen, de cisterciënzer monnik, pater Edmund Waldstein, trok zijn handtekening terug op verzoek van zijn abt. Een andere priester kreeg bezoek van zijn bisschop en ontving een uitbrander. Een derde ondertekenaar werd gedegradeerd van een leidende positie aan zijn universiteit; een ander ondervond dat het werk als docent en schrijver op droogde, en kon ternauwernood vermijden dat hij zijn hoofdbaan verloor. (Deze laatste drie kunnen om voor de hand liggende redenen niet met name genoemd worden).
Terwijl dit gaande is, leven veel leden van de Vaticaans curie in vrees voor hun baan. Kardinaal Gerhard Müller, die tot dit jaar de hoogste functionaris in zake geloofsleer was, zegt mij dat het “een natuurlijke reactie is op slecht gecommuniceerde en ongerechtvaardigde ontslagen van competente medewerkers”. Tijdens de ambtsperiode van de kardinaal werden drie medewerkers aan de Congregatie voor de Geloofsleer zonder zijn instemming ontslagen. Velen die permanent of tijdelijk rond het Vaticaan hebben verbleven, spreken van een sfeer van angst. Anna Silvas, die doceert aan de Universiteit van New Engeland, was in april in Rome voor een conferentie waarop mogelijke gevaren van Amoris Laetitia ter sprake kwamen. De avond voor de conferentie begon, waren vijf van de sprekers in een restaurant toen een jonge priester naar hun tafel kwam. Hij zegende de maaltijd en de academici die aanwezig waren, zwegen stil. “De boodschap die ik van hem kreeg,” herinnert zich Silvas, “was dit: ‘Er staan een heleboel priesters en bisschoppen achter dit alles maar in het geheim. Zij zijn sterk geïnteresseerd in wat u te zeggen hebt. Maar zij kunnen zich niet vertonen op de conferentie want hun identiteit zou kunnen worden genoteerd, namen worden opgenomen. Er zouden .... repercussies kunnen zijn’.” De priester voegde eraan toe: “Dat jullie leken academici moedig genoeg bent om uw stem te verheffen over de huidige situatie, is een teken van predilectie”, dat is van goddelijke welwillendheid.
Op verzoek had Silvas, binnen een maand na de publicatie, Amoris Laetitia serieus bestudeerd. Haar (kritische) artikel bereikte uiteindelijk een wereldwijd gehoor. Onlangs hoorde zij van een bisschop – zij geeft er de voorkeur niet zeggen uit welk land – die haar zei dat hij toen hij haar artikel las, erg boos was. “Maar, zei hij, met al wat sindsdien gebeurd is, beschouwt hij al wat ik gezegd heb, als absoluut waar. Hij had ook aan den lijve de giftige sfeer van intimidatie ervaren. Ik vroeg hem: ‘Waarom zwijgen de bisschoppen? Dat is voor ons, gelovige leken, een schandaal.’ ‘Maar natuurlijk’, zei hij, ‘zijn we allemaal bang’.”
Het klimaat is nog verslechterd na de publicatie van de dubia vorig jaar waarin vier kardinalen (twee van hen zijn sindsdien gestorven) paus Franciscus hebben gevraag of hij de traditionele leer rond communie en zedenwet opnieuw wilde bevestigen. Er kwam geen antwoord en de supporters van de paus beschuldigden de kardinalen van gebrek aan loyaliteit.
Bisschop René Henry Gracida, een Amerikaans emeritus bisschop, gelooft dat het ontslag van kardinaal Müller en van kardinaal Raymon Burke - die beiden de traditionele leer verkondigden – ander prelaten zo bang hebben gemaakt dat ze niets meer zeggen. “Waarom zwijgen zij?” vraagt hij zich af. “Er lijkt geen andere verklaring voor te zijn dan dat zij niet de vernedering willen ondergaan die de kardinalen Burke en Müller e.a. hebben ervaren. En die bisschoppen die streven naar de rode kardinaalshoed, willen hun kansen daarop niet in gevaar brengen.”
Bisschop Gracida merkt op dat carrièrisme iets is waarvoor de paus zelf dikwijls heeft gewaarschuwd; dat deed ook Jezus als hij Jacobus en Johannes eraan herinnert dat het kruis, niet aardse roem, de weg is van de leerling van Jezus. “Door heel de kerkgeschiedenis heen zijn mensen verleid ambitie te koesteren voor promotie, carrièrisme. Zij werpen een donkere schaduw over hun dienstwerk,” zegt de bisschop. Bisschop Gracida heeft de recente correctio filialis getekend samen met meer dan 200 academici en pastores. De “correctie” stelde dat de handelingen van de paus ertoe zouden kunnen leiden dat er ketterijen verspreid worden. Bijvoorbeeld, afgelopen jaar hebben de twee bisschoppen van Malta een document uitgegeven waarin ze zeggen dat echtbreuk (overspel) onvermijdelijk kan zijn. Dit werd in de eigen krant van het Vaticaan gepubliceerd en de paus feliciteerde de Maltezer bisschoppen met de tekst. De “correctie” wijst erop dat dit soort stappen ertoe hebben bijgedragen dat er verwarring ontstaat rond de katholieke leer.
Claudio Pierantoni, een filosofieprofessor aan de Universiteit van Chili, zei tegen lifesitenews.com dat hij tien collega’s had gevraagd met hem de “correctie” te ondertekenen. Zeven, zegt hij, deelden hem mee dat ze dit graag zouden willen maar te bang waren. Rev. Ray Blake, een Engelse priester, blogde dat “lafheid” hem weerhouden had: “Ik geef het toe, ik ben bang te tekenen en ik ken meer priesters die mijn vrees delen.”
Rev. Cor Mennen die docent is aan het grootseminarie van het bisdom ’s-Hertogenbosch in Nederland, schreef op zijn blog: “Er zijn veel priesters die het eens zijn met de correctie maar zich om diverse redenen gedeisd houden. Er is een sfeer van angst , en “ballingschap” ligt altijd op de loer.” Ik vraag rev. Mennen hoe velen het ermee eens zijn. Zijn antwoord verrast me: “Ik denk dat de meeste Nederlandse bisschoppen voor de correctio filialis zijn, evenals veel priesters – zeker de meeste jongere – maar mensen zijn bang van Rome, bang voor hun posities.”
Sommigen zullen op dit alles antwoorden met een schouderophalen. Is dit niet de keerzijde van wat gebeurde met bepaalde progressieve theologen onder Johannes Paulus II en Benedictus XVI? En er is een risico dat je door deze verhalen te vertellen de indruk wekt dat mensen als Josef Seifert gelijk hebben simpelweg omdat zij vervolgd worden. Niets is minder vervelend in het huidige debat dan de strijd te winnen door het martelaarschap te claimen.
Dit gezegd zijnde moeten we constateren dat er belangrijke verschillen zijn tussen vandaag en gisteren. Zoals Michael Sirilla van de Franciscaanse Universiteit van Steubenville vaststelt: “In de nasleep van Humanae Vitae verwierpen veel priesters en theologen, die bang waren voor represailles, de traditionele leer van de Kerk rond de intrinsieke immoraliteit van contraceptieve handelingen. Nu echter bestaat er vrees aan de kant van die priesters en theologen die zonder voorbehoud vasthouden aan de traditionele leer van de Kerk betreffende immoraliteit van echtscheiding en nieuw huwelijk en betreffende de voorwaarden voor het waardig ontvangen van het boetesacrament en de eucharistie. Velen van hen maken zich zorgen dat hun plaatselijke ordinaris hun mandatum (de goedkeuring van de bisschop om te doceren) of hun priesterlijke bevoegdheden zou kunnen herroepen.” Er is verder nog een verschil. De personen tegen wie onder Johannes Paulus II maatregelen werden genomen konden rekenen op een welwillend oor van de seculiere pers, en dikwijls – zoals bij Hans Küng – konden ze verder genieten van succesvolle carrières buiten de officiële katholieke instellingen. Voor de zwijgende figuren in de Kerk van vandaag echter zal geen enkele seculiere instelling het opnemen; en zij geloven dat ze te maken kunnen krijgen met een financiële ondergang als hun oversten maatregelen tegen hen nemen.
“Vele academici”, zegt een professor, “verzetten zich op een rustige manier; wij doceren de waarheid in het leslokaal zonder er veel lawaai rond te maken. Maar velen van ons vermoeden dat, zelfs dan, onze dagen in de kerkelijke instituties geteld zijn.”
Sommigen geloven dat deze duidelijke aanpak hun zaak goed zal doen. “Omdat er geen goede argumenten tegen ons standpunt in te brengen zijn”, zegt een theoloog. Andere ontlenen troost aan het leven van de H. Athanasius die bijna alleen stond onder de bisschoppen van de vierder eeuw in de strijd tegen de Ariaanse ketterij en die ballingschap moest ondergaan, aanslagen op zijn leven en zelfs een excommunicatie van de paus. Maar de parallel is niet volledig: veel bisschoppen hebben de traditionele leer tegen de communie van hertrouwd gescheidenen bevestigd. Kardinaal Múller gelooft dat de dingen niet zo dramatisch zijn als sommigen willen doen geloven. “Er zijn veel bisschoppen die erg duidelijk zijn”, zegt hij. De kardinaal hoopt dat de katholieken de “omstreden en polemische discussie kunnen overwinnen” en de waarheid uitspreken met respect en pastorale gevoeligheid voor hen die moeilijkheden ondervinden in hun huwelijks- en gezinsleven”. De kardinaal zegt dat de weg naar vrede ligt in een gezamenlijke toewijding aan de orthodoxie. “Niemand die Amoris Laetitia uitlegt in de context van de orthodoxe traditie mag disciplinaire maatregelen ondervinden”, zegt hij. “Alleen als iemand de principes van het katholieke geloof ontkent, kan hij bestraft worden. De bewijslast ligt bij hen die Amoris Laetitia in een heterodoxe zin willen uitleggen, dat wil zeggen in tegenstelling met de woorden van Jezus en de dogmatische beslissingen van het leergezag.” Leer en pastorale zorg mogen niet worden gescheiden, zegt hij: “Jezus Christus is tegelijk de leraar van het Koninkrijk van God en de goede herder die zijn leven geeft voor zijn schapen.”
Vertaling C. Mennen pr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten