donderdag 19 oktober 2017

Een sfeer van angst…. en niet ten onrechte!

Pastoor Mennen

De heilige Athanasius (+ 373) was in de ariaanse strijd de onvermoeibare voorvechter van het orthodoxe katholieke geloof in de goddelijke natuur van Christus. Dat moest hij als bisschop van Alexandrië  m
aar liefst vijfmaal met ballingschap bekopen. Het arianisme, hoewel veroordeeld op het Concilie van Nicea in 325, was het door het merendeel van de toenmalige Kerk aanvaarde geloof. Maar daarmee werd het nog niet de apostolische waarheid. Uiteindelijk heeft de orthodoxie gewonnen mede door de onbevreesde volharding van bisschop Athanasius.

We leven weer in een tijd waarin de ketterij een groot gedeelte van de Kerk in haar macht heeft. Nu is het de ketterij van het modernisme en meer specifiek van het relativisme en het pastoralisme. In die opvatting is de praktijk van alledag belangrijker dan de leer. Als we leven in een maatschappij waarin 40 % van de huwelijken strandt, dan kun je in de praktijk niet veel met de onontbindbaarheid van het huwelijk. Dan maak je van de onontbindbaarheid een ideaal dat velen niet kunnen halen en voor die velen zoek je een praktische oplossing in de Kerk. Dat laatste noemt men dan tegenwoordig “pastoraal”. Dat je daarmee feitelijk de onontbindbaarheid van het huwelijk die Jezus ons leert, tussenhaakjes zet, wil men uiteraard niet benoemen. Hetzelfde principe wordt ook toegepast op homoseksualiteit, euthanasie, abortus. De leer wordt gehandhaafd maar in de praktijk wordt deze op alle mogelijke manieren “pastoraal” ondergraven. We zien dat bij het zegenen van homoseksuele relaties. Dat moet pastoraal toch kunnen, zegt men, als je het maar geen huwelijk noemt. We hebben dat ook in Den Bosch gezien in het voornemen van de bisschop om de lgtb-gemeenschap op hun actiedag in de kathedraal te zegenen. De leer wordt gehandhaafd maar er worden “pastorale” oplossingen gezocht om de leer te omzeilen.
Een voorbeeld van relativistisch pastoralisme vinden we ook in de oecumene. Als er ergens een groot verschil bestaat in geloofsopvatting tussen katholieken en protestanten, dan betreft dit het ambt en de eucharistie. Protestanten geloven niet in het priesterschap en de volmacht die dit sacrament geeft om, met name in de eucharistie, in de persoon van Christus te handelen. Ze geloven evenmin dat de eucharistie een offer is en ook niet dat brood en wijn substantieel veranderen in het lichaam en bloed van Christus. Er zijn oecumenische groeperingen die deze leer niet ontkennen maar die leer gewoon “pastoraal” negeren “in het verlangen naar eenheid” en de behoefte aan “tafelgemeenschap”. Zij praktiseren de intercommunie en laten daarmee indirect, zonder het te zeggen, de katholieke leer verdampen. Veel oecumene is daarmee relativistisch geworden en een gevaar voor het geloof.

Dit pastoralisme en relativisme is vooral na Vaticanum II de Kerk binnengedrongen waarbij men zich niet rechtstreeks op teksten van het Concilie kon beroepen maar waarbij de alles goedkeurende dooddoener steeds “de geest van het concilie” was en is. (Mgr. Bruno Forte noemt zelfs paus Franciscus de belichaming van de geest van het Concilie). De postconciliaire pausen van Paulus VI tot en met Benedictus XVI hebben zich tegen dit pastoralisme en relativisme verzet. Zij waren een steun voor de trouwe priesters en gelovigen in gebieden met zwakke of liberale bisschoppen: iedereen kon zich beroepen op Rome en op de krachtige Romeinse documenten die trouw het katholieke geloof verdedigden.

Deze tijd is nu (voorlopig) voorbij. De huidige paus Franciscus bevordert in terloopse opmerkingen, geschriften en handelingen het relativistisch pastoralisme. Hij is meer in de praktijk geïnteresseerd dan in de leer. Een icoon daarvan is zijn beleving van Witte Donderdag. In de normale kerkelijke liturgische beleving opent de bisschop op deze dag het heilig Triduüm te midden van zijn gelovigen in zijn kathedraal. En de nadruk in de viering ligt op de instelling van de eucharistie en daarmee samenhangend  de instelling van het priesterschap. In de traditie van de Kerk is de voetwassing een ritueel, dat niet is voorgeschreven en dat pas enkele jaren in de Mis is opgenomen. Eeuwenlang was het een ritueel dat plaats vond tijdens de vespers of in een aparte plechtigheid, waarbij de bisschop de voeten waste van 12 priesters in navolging van Jezus die geen armen de voeten waste maar leerlingen die Hem Meester moesten noemen. De paus begint het Triduüm niet meer in zijn eigen bisdom en  de volledige nadruk van de viering ligt op de voetwassing van armen waaronder islamieten. Zo wordt Witte Donderdag sociaal praktisch gemaakt en worden ongemerkt de andere elementen gerelativeerd. Hierbij kan ook nog opgemerkt worden – en ook dat is misschien een icoon – dat de paus nooit knielt voor de eucharistie maar hij blijkt het wel te kunnen als hij de voeten wast.

Als de kardinalen vijf dubia formuleren en als 60 priesters en academici een correctio filialis schrijven heeft dat alles te maken met het feit dat de paus minstens de schijn wekt (en meer dan dat) dat hij de pastoralistische en relativistische ketterij bevordert, de katholieke waarheid afzwakt en de eenheid in de Kerk bedreigt.

Er is in de kringen rond de paus gezegd dat er “maar zestig” zijn. Afgezien van het feit dat dit geen argument is als het over de waarheid gaat, moet men beseffen dat het tamelijk riskant is voor de orthodoxie uit te komen, ook al doe je dat nog ze op beleefd en met eerbied voor het pausschap. De ballingschap van Athanasius is nog steeds actueel. Kardinaal Burke heeft voor zijn orthodoxie moeten betalen met een verbanning naar “Malta” en nog weer later met het ontnemen van de functies die hij op “Malta” had. Kardinaal Müller, bekwame prefect van de congregatie voor de geloofsleer, wordt met een smoesje op een zijspoor gezet. Ingewijden verwachten dat kardinaal Sarah, de verdediger van de juiste katholieke liturgie, spoedig aan de kant geschoven wordt`. En dichterbij, wat te denken van aartsbisschop Léonard in België die geen kardinaal werd en aan wie ontslag werd verleend op de dag van zijn 75ste verjaardag. Hij was waarschijnlijk te katholiek.
Wil je carrière maken in de Kerk, dan kun je je toch maar het best wat gedeisd houd
en of nog liever Franciscus bejubelen. Kritiek of wat daarnaar zweemt, in theorie of praktijk, kan tot “ballingschap” leiden.
Het voorbeeld van Franciscus leidt al tot navolging. De bisschop van Granada, Mgr. Francisco Martínez Fernández, heeft de bekende katholieke filosoof Josef Seifert ontslagen, alleen omdat hij beleefd aan de paus heeft gevraagd wat hij precies bedoelt in Amoris Laetitia. Seifert wijst er dan op dat pure logica laat zien dat er een atoombom onder heel de katholieke moraal ligt, als de paus zou bedoelen wat Seifert niet hoopt dat hij bedoelt

Er zijn heel veel mensen die het met de “zestig” eens zijn maar zich om allerlei redenen gedeisd willen houden. Er heerst een sfeer van angst want de “ballingschap” ligt op de loer.
Ik ben nooit zo bang uitgevallen geweest en bovendien ben ik met emeritaat.  De bisschop van Den Bosch zal zeker niet blij zijn met mijn ondertekening van het document: een lid van zijn kapittel, een docent van zijn seminarie…… Ik wacht maar af of er een zuivering komt. Zo ja, dan zal ik mijn “ballingschap” geduldig dragen….. in Vlijmen.

Feest van de heilige Aartsengelen
29 september 2017


Een gebed dat in deze tijd meer dan ooit op zijn plaats is:

Heilige Aartsengel Michaël,
Verdedig ons in de strijd.
Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel.
Wij smeken ootmoedig dat God hem Zijn macht doe gevoelen.
En gij, vorst van de hemelse legerscharen,
drijf Satan en de andere boze geesten,
die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan,
door de goddelijke kracht in de hel terug.
Amen.


1 opmerking:

Mark250 zei

Een prima artikel, maar ik heb wel één punt van kritiek op pastoor Mennens verhaal: In tegenstelling tot wat hij zegt, zijn er wel degelijk Concilieteksten waar de pastoralisten en de relativisten zich op kunnen beroepen, zelfs teveel om op te noemen. Niet dat het veel verschil maakt want de Concilieteksten zijn zo vaag en zo dubbelzinnig opgesteld dat alle partijen binnen de Kerk er hun eigen uitleg aan kunnen geven. Hoe anders waren de Concilies van vòòr 1962. Die waren altijd glashelder, duidelijk, en ondubbelzinnig, alleen de meest kwaadwilligen konden de betekenis ervan verdraaien en als ze dat probeerden, dan had dit ook onmiddellijk grote gevolgen in de Kerk. Maar dat geldt helaas niet voor "Vaticanum II", dat Concilie puilt (zelfs in haar officiële documenten) uit van de relativistische dubbelzinnigheden zoals die alleen maar uit de gespleten tong van een slang voort kunnen komen, en niet uit de mond van de Heilige Geest. Ik blijf erbij dat Mgr.Marcel Lefebvre gelijk had, toen hij het Tweede Vaticaanse Concilie typeerde als een modernistische revolutie binnen de Kerk, die nooit had mogen plaats vinden. Dat het heeft plaats gevonden, daar kunnen wij niets meer aan veranderen, maar als wij de crisis in de Kerk ooit te boven willen komen, dan moet de wettigheid van dat Concilie, en van het eraan vooraf gegane Conclaaf (dat van 1958) met de allergrootste strengheid onderzocht worden. Ergens moet er een grove fout gemaakt zijn, waardoor de Apostolische Successie haar rechtmatige stem in de wereld is kwijt geraakt.

Ik geloof niet in de mythe, dat Franciscus de grote boosdoener zou zijn, en alle overige post-Vaticanum II Pausen hun handen in onschuld kunnen wassen. Allemaal zijn zij, zonder uitzondering (de een wat meer, de andere wat minder), proponenten van de pathologische geest van Vaticanum II, die plotseling de hele dogma geschiedenis van de Kerk in een "totaal nieuw" licht meende te moeten zien: van de ene dag op de andere waren de joden geen verworpenen, de protestanten geen ketters, en de grieks-orthodoxen geen schismatici meer, ofschoon meerdere glasheldere leerstellige documenten uit het verleden precies het tegenovergestelde leerden. Van de ene dag op de andere waren de islamieten niet meer de doodsvijanden van het Christendom, waarvoor ontelbare christelijke martelaren hun bloed hebben moeten vergieten, maar “broeders in het geloof van Abraham”. Van de ene dag op de andere was het niet meer noodzakelijk om de Joden tot Jezus Christus te bekeren, omdat zij zogenaamd “een eigen plek in het plan van God” zouden hebben!!????
Hoe kon men aan deze verleiding massaal toegeven als niet de Geest van Lucifer het bewerkte terwijl tegelijkertijd de Heilige Geest om mysterieuze redenen afwezig was??

De bisschoppen van overal ter wereld hebben zich in 1962 vergaderd voor een Algemeen Concilie, buiten de Paus het hoogste gezag in de Kerk. Toch hebben zij besluiten genomen die strijdig waren met eerdere besluiten van eerdere Concilies. Wat is er mis gegaan? Is er mogelijk met Pauskeuzes gefraudeerd en is deze fraude door het geheim van het conclaaf toegedekt gebleven? Wat is er gebeurd? Iets moet de afwezigheid van de Heilige Geest verklaren. Men kan niet het Tweede Vaticaanse Concilie blijven verdedigen en tegelijkertijd de ontwikkelingen van na dat Concilie veroordelen, alsof de Vaticanum II Pausen daar zelf geen hand in gehad zouden hebben. Alle Pausen van na het Concilie hebben dat Concilie geprezen en lof toegezwaaid. Niet één van de Pausen van na Vaticanum II heeft ook maar een enkel woord van kritiek geuit op het Concilie, zij hebben er allen loyaal en energiek aan meegewerkt. En dat Franciscus de meest fanatieke tot nu toe is geweest, is alleen maar een gradueel verschil, maar geen essentieel.