woensdag 27 september 2017

De Kerk na Amoris Laetitia

Interview met Josef Seifert
5 september 2017


In het licht van het onlangs verschenen stuk van Josef Seifert over enkele gevaarlijke logische consequenties van Amoris Laetitia – een stuk waarvoor hij door de aartsbisschop van Granada werd ontslagen uit zijn positie als docent – wendde zich dr. Maike Hickson van 1P5 zich tot de Oostenrijkse filosoof om hem enkele aanvullende vragen te stellen niet alleen over de postsynodale exhortatie die zoveel tegenstand heeft opgeroepen maar in het kielzog daarvan over de toestand van de morele leer en praktijk in de Kerk. 


Maike Hickson (MH):        Een jaar geleden, in augustus 2016 hebt u, na de publicatie van Amoris Laetitia, een artikel gepubliceerd waarin u dit pauselijke document beleefd heb bekritiseerd en de paus hebt gevraagd enkele correcties een te brengen in sommige foutieve of soms zelf “objectief ketterse stellingen”. Wat is de reden dat u nu weer uw stem verheft in een nieuw artikel over het onderwerp van Amoris Laetitia?

Josef Seifert (JS):        Na de publicatie van mijn artikel zijn weer groot aantal dingen gebeurd: mijn goede vriend Rocco Buttiglione en mijn voormalige student Rodrigo Guerra verdedigden Amoris Laetitia (AL) fel tegen al mijn bezwaren en ik schreef veel e-mails en een niet gepubliceerd antwoord aan hen. Een groep theologen en filosofen beschuldigden paus Franciscus tweemaal van een lange reeks ketterijen en andere dwalingen die zij toeschreven aan AL, en zijn probeerden in detail te bewijzen waarom ze paus Franciscus vroegen deze dwalingen terug te trekken. Men heeft mij gevraagd hun brief te tekenen maar ik heb dat om tal van redenen niet gedaan. De aartsbisschop van Granada onthief mij vanwege mijn eerste artikel van mijn taak zijn seminaristen te onderrichten. De aartsbisschop van Vaduz, in het vorstendom Liechtenstein, feliciteerde mij met dit artikel en dankte mij voor de geweldige dienst, die ik naar zijn mening aan de Kerk bewezen had. De vier kardinalen gaven uiting aan hun (nog steeds onbeantwoorde) dubia. Zodoende had ik genoeg nieuwe redenen over AL na te denken en over mijn voorafgaande artikel dat ik eerst als een persoonlijke brief aan paus Franciscus (waarop ik nooit een antwoord of zelfs maar een ontvangstbevestiging ontving).
Maar de onmiddellijke reden voor mijn tweede artikel was dat ik las over een commissie, bijeengeroepen door paus Franciscus die naar men zegt de bedoeling had Humanae Vitae (HV) te herzien en aan te passen aan AL. Voorts schreef ik naar professor Buttiglione, een goede vriend die een totaal andere visie had op AL als ik, dat ik bang was dat ook HV en Evangelium Vitae ten prooi zouden vallen aan dezelfde manier van denken als uitgedrukt in AL. Hij vergrootte mijn angst en mijn gevoel van verontrusting hierover door te antwoorden dat voor Humane Vitae en Evangelium Gaudium dezelfde onderscheiding en dezelfde principes zouden moeten worden toegepast als in AL staan aangegeven voor de huwelijkszaken. Dit heeft mij ten diepste geschokt. (Ik heb veel artikelen geschreven om Humanae Vitae en Veritatis Splendor filosofisch te verdedigen, en de gedachte dat al deze ware leerstellingen zouden worden herroepen, gerelativeerd of ondergraven door de toepassing van de logica op de geciteerde opmerking over AL, baarde mij ernstige zorgen).
Om al deze redenen overdacht ik dezelfde kwestie opnieuw en dacht ik dat ik nog een grotere reden tot bezorgdheid had gevonden dan die ik al had uitgedrukt in mijn vorige artikel.
Daarom besloot ik een nieuw en veel korter artikel te schrijven dat zich beperkte tot één enkele bewering in AL die ik onvoldoende had belicht in mijn eerste artikel. Deze enkele opmerking schokte mij diep omdat hij scheen aan te tonen dat de veranderingen in de moraal, zoals die door Al werden geleerd, mogelijk veel en veel verder gingen dan iemand in het debat tot nu toe (inclusief de paus en ikzelf) maar hadden gedacht omdat we allemaal, bij wijze van spreken, gefixeerd waren op de toelating van niet-berouwvolle echtbrekers en homoseksuelen tot de sacramenten. Ik had, bij wijze van spreken, een visioen van een geweldige dreiging voor de moraal van de Kerk in zijn totaliteit, die in deze tekst verborgen zat. Daarom leek het mij een zware plicht, als ik de paus en de Kerk wilde dienen, de zwaarwichtige vraag die mijn artikel stelt, naar voren te brengen, zonder deze te beantwoorden maar door hem zo helder te stellen dat de paus en ieder andere lezer hemzelf correct zou kunnen beantwoorden. Ik voelde mij verplicht dit te schrijven om een moraaltheologische destructieve atoombom onschadelijk te maken die ervoor kon zorgen dat de hele morele leer van de Kerk zou afbrokkelen. Zodoende had ik de bedoeling, door deze vraag met de grootste helderheid te stellen, een helpende hand te reiken aan het leergezag van paus Franciscus waardoor een dergelijke schade kon worden voorkomen.
Omdat de logische en mogelijke gevolgen van deze ene uitspraak die ik mijn innerlijk visioen zag, zo vreselijk waren, en omdat ik tegelijk vond dat het ongepast was de paus te beschuldigen van een ernstige dwaling (wat een van de redenen was om mijn handtekening niet te zetten onder de formele beschuldiging van de paus van ketterij, die twee groepen theologen mij gevraagd hadden te ondertekenen) en omdat alleen de paus zelf, en misschien het kardinalencollege of een Concilie deze bewering konden corrigeren en ervoor konden zorgen dat de logische consequenties ervan niet in praktijk zouden worden gebracht, formuleerde ik mijn artikel als één grote vraag, en als een reeks vragen die volgden als men zuivere logica toepaste op de gestelde bewering en de vraag.

MH:        Zou u hier voor onze lezers uiteen willen zetten wat uw grootste zorg is rond Amoris Laetitia?

JS:        Mijn grootste zorg is toegelicht in mijn tweede artikel. Als ons geweten kan weten ( en niet alleen foutief van mening kan zijn) dat God wil dat wij in een bepaalde situatie iets intrinsiek slechts doen zoals overspelige of homoseksuele daden, dan moet pure logica daaruit de consequentie trekken dat hetzelfde kan gelden voor geboorteregeling (HV), voor abortus en voor alle handelingen die de Kerk en de goddelijke geboden “absoluut” verbieden. Dit is precies de positie en dit zijn precies de consequenties van de zogenaamde “zuiver teleologische moraal die de jezuïtische theoloog Josef Fuchs en vele andere jaren geleden hebben verdedigd, voor en na Humanae Vitae, en die ik heb onderzocht en heb proberen te weerleggen in een lange rij van artikelen en een groot onuitgegeven Duits boek. Paus Johannes Paulus II heeft duidelijk en definitief deze dwaling van Fuchs en Co veroordeeld in Veritatis Splendor en Evangelium Vitae en zo helderheid gebracht in de permanente morele leer van de evangelies en van de Kerk. In de laatstgenoemde encycliek beroept Johannes Paulus II zich op het gezag van de heilige Petrus (EV 68) en verklaart (naar ik geloof dogmatisch) dat vanaf het eerste moment van de ontvangenis ieder kind volledige eerbied als persoon verdient en dat abortus daarom intrinsiek een ernstig immorele daad is. Daarom ervoer ik een diep persoonlijk lijden. Want mijn indruk was dat nu het hele gebouw van de absolute moraal (reeds vóór Christus geleerd door Socrates en Cicero) van het Oude en het nieuwe Testament en van de Kerk in elkaar zou kunnen storten door alleen maar op deze bewering de logica toe te passen.
Voordien, in mijn eerste artikel, heb ik een boel andere zorgen geuit:
- Dat heel het onderscheid door middel van onderscheiding tussen goede en slechte echtbrekers waarbij de goeden, zelfs als ze geen berouw hebben, tot de sacramenten kunnen worden toegelaten, terwijl de slechten van de sacramenten moeten worden uitgesloten,  de priester voor totaal onmogelijke taak stelt een onderscheid te maken tussen de goede en de slechte zware zondaars (zoals de Poolse Bisschoppenconferentie terecht heeft geconstateerd).
- De lange tekst van AL stelt voor paren toe te laten tot de sacramenten die objectief gesproken in zware zonde leven, maar spreekt met geen enkel woord over het gevaar van godslastering en heiligschennis, waarvoor de apostel Paulus ons waarschuwt, als hij zegt dat we gevaar lopen “ons een goddelijk oordeel te eten en te drinken” als wij de heilige communie in staat van ernstige zonde ontvangen.
- AL stelt dat “niemand (dus ook geen overspelige) voor altijd verdoemd wordt”, wat een ontkenning van de hel lijkt en direct in strijd is met de woorden van de H. Paulus, dat geen onboetvaardige echtbreker naar de hemel gaat en dus voor eeuwig verdoemd wordt als hij zich niet bekeert.
- Dat sommige christenen niet de kracht hebben de goddelijke geboden te vervullen (met behulp van de sacramenten en de genade van God). Dat is een van de belangrijkste ketterijen van Luther die door het Concilie van Trente veroordeeld zijn.

Ik houd nog steeds vast aan deze en andere zorgen rond AL maar ik wilde:
a. in het tweede artikel precies het ene punt formuleren dat mij de echte “crux” van AL lijkt en
b. aan de paus en andere lezers enkele logische vragen stellen waarvan ik niet kan zien hoe ze met nee kunnen worden beantwoord. Al zij echter bevestigend worden beantwoord, zal deze ene bewering van AL puur logisch leiden tot de afbraak van de hele moraal van de Kerk en daarom zou het herroepen moeten worden waar ik (voorwaardelijk) de paus om vraag in alle genegenheid en liefde. En als ook hij de logische vragen die ik stel met een volmondig ja moet beantwoorden, dan vraag ik hem tenminste die ene zin uit AL te herroepen en die niet te maken tot de oorzaak van een moraaltheologische hervorming van de Kerk. Want de paus zal zeker geen bewering handhaven, als die volgens zijn eigen bevestigend antwoord op de vraag van mijn artikel, zal leiden tot de vernietiging van de rots van de katholieke moraal en ook van de natuurlijke ethiek (zoals reeds onderwezen door Socrates en Cicero).

MH: Denkt u zelf dat nog enige twijfel bestaat of paus Franciscus de bedoeling heeft sommige “hertrouwd” gescheidenen tot de sacramenten toe te laten? Wat zijn in uw ogen de sterkste argumenten voor uw standpunt?

JS: Daar bestaat geen twijfel over! Ook hoog gewaardeerde verdedigers van AL zoals Rocco Buttiglione, kardinaal Blasé Cupich en kardinaal Christoph Schönborn zien dit duidelijk en prijzen AL hierom. In tegenstelling tot mij en vele anderen beschouwen zij deze toelating tot de sacramenten van onboetvaardige zondaars als een vrucht van de barmhartigheid en van een wettige pastorale bekommernis van paus Franciscus. Meer nog, zij geloven dat AL, ook al laat die onboetvaardige zondaars, homoseksuelen en andere paren in “onregelmatige situaties” toe tot de sacramenten, toch niet in tegenspraak is met Veritatis Splendor, noch met Familiaris Consortio 84 waarin dit met een verwijzing naar het evangelie wordt uitgesloten. Hun redenering is al volgt: als de paren in staat waren te begrijpen dat wat zij aan het doen zijn, zwaar zondig is, en als ze de kracht en de vrije wil hadden die paus Johannes Paulus II veronderstelt, dat zouden ze niet tot de sacramenten kunnen worden toegelaten, zoals de heilige paus heeft geleerd. Maar als de zondaars deze twee noodzakelijke subjectieve voorwaarden voor een doodzonde niet vervullen (en Buttiglione met de paus denkt dat bij de meeste mensen tegenwoordig één of twee van die voorwaarden voor doodzonde ontbreken) moeten ze tot de sacramenten worden toegelaten, zoals paus Franciscus in AL heeft geleerd.  Daarom hebben volgens deze interpretatie allebei de pausen gelijk en spreken ze elkaar niet tegen. Hieruit ziet u dat ook deze verdedigers van AL in feite voorstellen om onboetvaardige echtbrekers en andere zondaars, na een gepaste onderscheiding, tot de sacramenten toe te laten. (De Filipijnse bisschoppen gaven in hun eerste antwoord op AL een uitnodiging tot de sacramenten uit, gericht aan alle zulke paren, onmiddellijk en zonder onderscheiding. Bovendien gingen kardinaal Schönborn en pater Antonio Spadaro s.j. zo ver dat ze zeiden dat AL alle onderscheid tussen reguliere en irreguliere paren had opgeheven).
Trouwens de lof van de paus zelf aan het adres van bisschoppen van Buenos Aires over hun interpretatie van AL bevestigt dit. Hij zegt dat hun interpretatie, de toelating na onderscheiding van onboetvaardige echtbrekers en andere paren tot de sacramenten, “de enige correcte lezing is van AL”.  Hetzelfde is het geval met de loftuiting op de nog liberalere interpretatie van AL door de bisschoppen van Malta, gebaseerd op vooronderstellingen van de radicale situatie-ethiek. Deze en nog vele andere woorden en daden van paus Franciscus bewijzen dat uw vraag bevestigend moet worden beantwoord, ondanks het feit dat kardinaal Gerhard Müller of Mgr. Livio Melina de interpretatie hebben verdedigd dat AL de sacramentele discipline niet zou hebben veranderd.
Tezelfdertijd ontving de paus ook het standpunt van de Poolse bisschoppenconferentie en van de Bisschoppenconferentie van Alberta in Canada die zich blijven houden aan Familiaris Consortio en iedere verandering van de sacramentendiscipline weigeren. Paus Franciscus aanvaardde de eenstemmige verwerping van het veranderen van de regels die FC had uiteengezet en hij beweerde (zoals AL zelf stelt) dat het leergezag  niet één enkele doctrine in deze zaken moest verkondigen maar een culturele en nationale verscheidenheid van “morele tradities” kon toestaan. Er is brede bezorgdheid in de Kerk dat dit een historisch en cultureel relativisme toevoegt aan de andere problemen van AL. Want het lijkt zeker niet aanvaardbaar dat wat in Polen een zware zonde is en een onboetvaardige zondaar uitsluit van de heilige communie en van de biecht, geen van deze effecten heeft als de echtbreker de Duitse grens oversteekt en communiceert en biecht in Duitsland, een paar kilometer westelijk van de vorige Poolse priester, die hem weigert de absolutie te geven en hem niet toelaat tot de heilige communie.

MH:        In uw artikel van 2016 heb u gezegd dat AL “een lawine van destructieve gevolgen voor de Kerk en voor de zielen” zou kunnen veroorzaken. Ziet u nu, een jaar later, zich deze destructieve gevolgen al ontwikkelen?

JS: Als een of meer, laat staan de meeste paren in “onregelmatige situaties” die nu de sacramenten ontvangen, heiligschennis begaan en een zware zonde, dan hebben we daar zonder twijfel de destructieve gevolgen van AL en de woorden van Christus tot een ziener in Granada zijn waar wanneer Hij zegt dat deze “ernstig foutieve doctrines” (“falsísimas doctrinas”) veel zielen naar de hel leiden. Bovendien wordt grote schade aan de zielen veroorzaakt, als nu sommige seminaristen geen priester willen worden, omdat ze zichzelf gedwongen zien, tegen hun geweten, de sacramenten te geven aan hertrouwde katholieken wier huwelijk niet door de Kerk is nietig verklaard. Hun is gezegd dat de deuren van het seminarie wijd open staan. Als ze dit niet willen accepteren, moeten ze maar gaan. Zo gaan veel van de beste toekomstige priesters weg en zullen hun heilzaam werk voor de zielen niet doen. Priesters worden door hun bisschoppen aangemoedigd of zelfs bevolen om tegen hun geweten in te handelen, men dreigt sommigen met ontslag uit hun parochies, als zij hun geweten volgen. Bisschoppen onderdrukken priesters die zich houden aan de traditie van de Kerk en aan de leer zoals die door paus Johannes Paulus II is neergelegd in FC. Bepaalde priesters die in strijd leven met de kerkelijke leer, voelen zich aangemoedigd de sacramenten te ontvangen en mis te lezen terwijl ze beweren een gebrek aan vrij wil te hebben om zich te onthouden van homoseksuele handelingen of seksuele relaties met vrouwen. Er heerst een grote mate van verwarring: velen verliezen hun geloof in de Kerk die zij hebben ervaren als de rots van de waarheid en die ze nu zien als een Babel van verwarring, enz.

MH: In uw nieuwe artikel in 2017 vraagt u zich af of AL “duidelijk beweert dat deze intrinsiek ongeordende en objectief zwaar zondige daden [….] kunnen worden toegestaan of zelfs objectief door God kunnen worden opgedragen” en u zegt dat, als dit het geval is, wij te maken hebben met een “morele theologische atoombom”. Kunt u die uitdrukking verklaren?

JS: Als het echt zo is wat AL zegt in de tekst die ik analyseer, dat is, als God in bepaalde gevallen, of slechts in één geval kan willen dat wij in een concrete situatie een intrinsiek verkeerde daad stellen, zoals homoseksuele daden of overspel, dan is er geen logisch steekhoudende reden om dit niet toe te passen op geboorteregeling, abortus, bloedwraak, leugen, bedrog enz. Want je kunt zeker niet nalaten dezelfde principes die je voor waar houdt bij één soort intrinsiek slechte daden ook toe te passen op iedere andere intrinsiek slechte daad. Je kunt dan eenvoudigweg ontkennen dat deze daad of welke menselijke daad dan ook, intrinsiek ongeordend en slecht is.
De hele Wet en de Profeten echter, de totale moraal van de Kerk scharniert op de erkenning dat veel van dergelijke daden nergens en nooit gesteld mogen worden. Daarom, als iemand een puur logische consequentie trekt uit deze bewering van AL, brengt deze bewering een lawine aan consequenties met zich mee en is het een geestelijke atoombom die het prachtige gebouw van de katholieke moraalleer (en van de natuurlijke moraal) verwoest.

MH: In deze context van de “intrinsiek ongeordende en objectief zwaar zondige daden” vermeldt u nadrukkelijk niet alleen de gescheiden en “hertrouwde” paren maar ook de homoseksuele verbintenissen. Denkt u dat de term “irreguliere paren” zoals gebruikt in AL meer inclusief is bedoeld en ook toegepast wordt op homoseksuele paren?

JS: Ja, dat is duidelijk en verschillende andere beweringen van de paus en van bisschoppenconferenties zoals die van de Filipijnen, maken dit duidelijk.

MH: In de context van de absolute morele wetten, die nu  in de huidige discussie ondergraven lijken te worden, brengt u zelf het onderwerp van Humanae Vitae ter sprake en mogelijk toekomstig heronderzoek van de leer ervan rond contraceptie. Hebt u zelf concrete informatie over die onlangs gevormde Vaticaanse commissie? Zijn bepaalde leden ervan al een indicatie voor de richting waarin het werk van de commissie zal gaan?

JS: Er zijn een groot aantal artikelen en blogs verschenen van betrouwbare en goed geïnformeerde bronnen die dit bericht hebben bevestigd. Echter, zelfs zonder op deze bronnen te vertrouwen, pure logica zegt ons: als bepaalde onrouwmoedige echtbrekers tot de sacramenten kunnen worden toegelaten en als hun overspel zelfs kan “zijn wat God van hen vraagt in de complexiteit van hun situatie”, hoe kun je dan uitsluiten, door dezelfde manier van denken dat bepaalde paren die contraceptie toepassen, even goed tot de sacramenten zouden moeten worden toegelaten? Of zelfs dat God in de complexiteit van hun concrete situatie wil dat zij gebruik maken van contraceptieve middelen en van sterilisatie, in plaats van tijdelijke onthouding, omdat deze onthouding ertoe kan leiden dat man en vrouw ergere zonden begaan?

MH: U hebt aan uw nieuw artikel toegevoegd dat u zelf was “uitgekozen door de heilige paus Johannes Paulus II als gewoon (levenslang) lid van de Pauselijke Academie voor het Leven (een taak die eindigde bij het ontslag van alle PAL leden door paus Franciscus in 2016 en het feit dat u niet herkozen bent als lid van een grondig veranderde PAL in 2017).” Betekent dit dat u van de PAL verwijderd bent ondanks het feit dat u (door Johannes Paulus II) voor het leven benoemd bent?

JS: Volgens de statuten de PAL waren alle gewone leden voor het leven benoemd. Paus Franciscus heeft eerst de constitutie van de PAL veranderd. Daarom is de maximale benoemingsperiode als gewoon lid nu vijf jaar. Ten tweede heeft paus Franciscus alle zittende leden van de PAL ontslagen en de Algemene Vergadering in 2016 die al gepland was, afgelast. Ten derde heeft hij sommige nieuwe leden benoemd en sommige oud-leden opnieuw benoemd, en daarbij sommige heel erg goede leden. Ik hoor bij degenen die ontslagen en niet herbenoemd zijn.

MH: Hebt u enig idee waarom u uit de PAL verwijderd bent?

JS: Omdat alle leden verwijderd zijn, zoals ik u zei, is het duidelijk dat ook ik verwijderd ben. Waarom ik niet herbenoemd ben, kan alleen de paus met zekerheid beantwoorden maar je zou hier, als je wilt, over kunnen speculeren. Misschien: vanwege mijn artikel uit 2016 over AL? Mogelijk omdat ik bij herhaling en publiekelijk twee voormalige voorzitters van PAL (onder paus Benedictus) heb bekritiseerd en aan de paus gevraagd heb hen te vervangen (wat hij in één geval ook gedaan heeft)? Omdat ik voor diverse PAL-bijeenkomsten en twee bijeenkomsten van de Pauselijke Academie van Wetenschappen (die mij als expert in kwestie hadden uitgenodigd) en gedurende twee jaar in een commissie over wat hersendood is, bijeengeroepen door kardinaal Elio Sgreccia, lange kritieken heb geschreven over “hersendooddefinities”? Misschien omdat ik deze kritieken gestuurd heb naar de twee vorige pausen (Johannes Paulus II en Benedictus XVI) in de hoop (die niet in vervulling is gegaan) dat de Kerk duidelijk definities rond hersendood zou afwijzen als niet geldig? Misschien omdat ik publiekelijk het communiqué van Mgr. Marcelo Sánchez Sorondo heb bekritiseerd, dat gestuurd werd naar een medisch wereldcongres over coma en dood in Cuba en waarin werd gesteld dat het gelijkstellen van de dood van een mens met hersendood een soort “dogma van de katholieke Kerk” was en dit een soort verplichting was en zijn foutieve claim dat het aanvaarden van dit criterium nu “officiële katholieke leer” was? Misschien ook omdat ik gedurende datzelfde internationale medische congres over coma en dood, en bij twee vroegere congressen, openingstoespraken heb gehouden waarin ik kritiek leverde op het gelijkstellen van “hersendood” met de menselijke dood? Misschien omdat ik  het gehoor van het laatste genoemde congres heb geïnformeerd dat en waarom paus Johannes Paulus II na een toespraak van hem tot transplantatiechirurgen waarin hij de identificatie van de “hersendood” met de menselijke dood leek te ondersteunen, zeer ernstige twijfel uitte betreffende deze identificatie van menselijke dood met “hersendood”? Of omdat ik publiekelijk heb verteld dat paus Johannes Paulus II persoonlijk een symposium rond dit onderwerp bijeengeroepen heeft in de Pauselijke Academie van Wetenschappen waarin de overgrote meerderheid van dokters, filosofen, juristen, anestetisten enz. deze identificatie verworpen hebben? Misschien omdat ik aan de aanwezigen onthuld heb dat de beloofde (en al drukklare) tekst van de acten van dit symposium, werd achtergehouden, blijkbaar door Mgr. Sánchez Sorondo zelf, en dat er door de Pauselijke Academie voor Wetenschappen een nieuw symposium werd bijeengeroepen waar slechts een (erg opmerkelijke) minderheid de identificatie de menselijke dood met de “hersendood” afgewezen heeft?

MH: U zei dat de nieuwe Pauselijke Academie voor het Leven door de reorganisatie eind 2016 “grondig is veranderd”. Kunt u ons uitleggen hoezo? Wat zijn de veranderingen die u waarneemt in de nieuwe Academie?

JS: Op de eerste plaats wil ik de oude PAL die door de heilige paus Johannes Paulus II was opgericht, niet idealiseren. Na het voorzitterschap van de heilige dokter Jerome Lejeune, voor wie een proces van zaligverklaring is opgestart (en die de oorzaak van het syndroom van Down ontdekt heeft en fel heeft gevochten voor het leven van elk van de kinderen met dit syndroom, die door veel dokters en ouders vermoord worden als zij hun genetische kwaal kennen) en die enkele maanden na zijn benoeming als voorzitter aan kanker gestorven is, hadden we twee andere voorzitters. De eerste was professor Juan Dios de Vial, rector van de Pauselijke Universiteit van Chili, bijgestaan door de, algemeen gesproken, uitstekende vice-voorzitter Mgr. (nu kardinaal) Elio Sgreccia, die later een even gezonde en competente voorzitter van de PAL werd (zelfs al waren sommige leden inclusief mijzelf kritisch op de manier waarop hij sommige onderwerpen begeleidde, bijvoorbeeld het debat over hersendood). Zelfs toen in zijn gouden tijd had de PAL een aantal strijdvragen, bijvoorbeeld over de vraag of de zogenaamde “hersendood” feitelijk de dood van de mens is en degenen die dat ontkenden zoals de professoren Allan Shewmon, Wolfgang Waldstein, Alejandro Serani, ikzelf en anderen in toenemende mate werden gemarginaliseerd. Toen hadden we twee voorzitters die verklaringen uitgaven tegen de morele waarheid en de leer van de Kerk. (De eerste, [aartsbisschop] Fisichella, verdedigde de wettigheid en de barmhartigheid van bepaalde abortussen), de tweede organiseerde bijvoorbeeld een congres van de PAL waarop, van de 7 uitgenodigde sprekers over de behandeling van onvruchtbaarheid, zes methodes propageerden die rechtstreeks ingingen tegen de leer van de Kerk. Deze en andere gebeurtenissen wekten een gerechtvaardigde tegenstand bij sommige leden. Naar mijn mening en naar de mening van velen was dit overduidelijk strijdig met de doeleinden van de Pauselijke Academie voor het Leven en de pro-life eed die ieder lid moest afleggen evenals en bovenal strijdig met de leer van de Kerk. Ik heb twee open brieven geschreven over de onduldbare situatie waarin de oude PAL zich in die tijd bevond. Daarom verheerlijk ik de oude PAL niet noch ontken ik dat een gezonde hervorming van die oude PAL prijzenwaardig zou zijn geweest.
De grondige veranderingen echter die nu hebben plaats gevonden lijken veel verder te gaan en ook nog in tegengestelde richting. Aan de ene kant, op het administratieve niveau, heeft de paus de constitutie veranderd, zoals ik al zei, en heeft daarmee de harde kern verwijderd van leden die het leven onvoorwaardelijk waren toegedaan, die paus Johannes Paulus II had gekozen en hij koos daarmee een flexibele ene evoluerende club die de identiteit heeft verloren die tenminste enkele volhardende en toegewijde leden aan de PAL hadden gegeven. Het belangrijkste is dat de nieuwe statuten de pro-life eed, die wij in de oude PAL moesten afleggen, hebben laten vallen. Er zijn enkele openlijk anti-life leden benoemd. De nieuwe voorzitter en bisschop, Mgr. Vincenzo Paglia, heeft vóór zijn verkiezing, opdracht gegeven voor fresco’s in zijn kathedraal in Italië. Die fresco’s laten hem en vele anderen zien, naakt, bezig met homoseksuele en andere zonden. Zij worden door een Jezus, die de gelaatstrekken heeft van de bekende plaatselijke homoseksuele kapper, in een groot net naar de hemel getrokken en ondertussen gaan zij in hun net door met dezelfde zonden. De grote schilder Bosch heeft dezelfde zonden die in dit fresco worden verheerlijkt, geschilderd in zijn beroemde schilderingen van de hel. Bisschop Paglia is ook het hoofd van het instituut Johannes Paulus II waar nu grote druk wordt uitgeoefend op de professoren om geen steun te verlenen aan de morele en disciplinaire leer rond de sacramenten van Familiaris Consortiomaar aan die van AL.

MH: Bent u bezorgd over bepaalde nieuwe leden van de PAL zoals professor Nigel Biggar, pater Maurizio Chiodi, pater Carlo Casalone s.j. of pater Alain Thomasset s.j.? Sommigen van hen zijn actieve verdedigers van abortus of van contraceptie.

JS: Natuurlijk ben ik dat. We hadden vroeger ook enkele van dergelijke leden, bijvoorbeeld een Oostenrijker die het “gezin van je dromen” (die Wünschfamilie) promootte. Bij de verwezenlijking daarvan stond IVF (in vitro fertilisatie) centraal, selectie van bevruchte eicellen naar sekse of gezondheid, uitsluiting van “gebrekkige” of “ongewenste” kinderen en daarom vroege abortussen. Die leden werden echter verzocht ontslag te nemen. Nu lijken ze rechtstreeks door het Vaticaan te worden benoemd. Dit betekent een grondige wijziging van visie van de PAL in vergelijking met de oorspronkelijke visie.

MH: Ziet u in het licht van de recente discussie over Amoris Laetitia – en de vele gelovige pogingen de traditionele moraal van de katholieke Kerk te verdedigen, parallellen met een mogelijke herinterpretatie van Humanae Vitae en de uitkomst daarvan?

JS: Ik ben ervan overtuigd dat puree logica ingeeft dat, als paus Franciscus de leer niet herroept die ik in mijn laatste artikel geanalyseerd heb en als hij niet antwoordt op de dubia van de kardinalen met het duidelijke resultaat dat er intrinsiek slechte daden bestaan en dat deze daden onder geen enkele omstandigheid gerechtvaardigd zijn, dan zal Humanae Vitae worden geïnterpreteerd als een ideaal dat niet van iedereen kan worden gevraagd; en dat, na onderscheiding, zij die contraceptie in praktijk brengen (met of zonder abortieve gevolgen), kunnen worden toegelaten tot de sacramenten en dat God zelf in sommige moeilijke situaties zelfs wil dat ze voorbehoedsmiddelen gebruiken. Dit volgt uit de ontkenning van intrinsiek slechte daden. En een dergelijke ontkenning wordt zeker gesuggereerd door de passage die ik analyseer in mijn laatste artikel. Daarom hoop ik vurig dat de paus, als hij bevestigend antwoord op de vraag die ik in mijn artikel stel en dat hij de bewering van AL zal terugtrekken en zo de afbraak van Humanae Vitae zal voorkomen.

MH: Pater John Hardon s.j. (gest. 30 dec. 2000), bekende Amerikaanse dogmaticus, benadrukte altijd dat het grootste deel van de moraalleer van de Kerk feitelijk onfeilbaar geleerd werd door het gewone Leergezag, dat wil zeggen zonder ex cathedra te zijn afgekondigd. Beschouwt u zelf het strikte verbod op het gebruik van  welk voorbehoedsmiddel dan ook (veel ervan zijn abortief) als deel van de onfeilbare leer van de Kerk? Of zou paus Franciscus uitzonderingen op deze leer mogen toestaan?

JS: Ik zie het zeker als een deel van de onfeilbare leer van de Kerk (hoewel niet uitgedrukt in een dogma). Bovendien geloof ik dat de ethische waarheid ervan ook alleen door de rede gekend kan worden en ik veel artikelen geschreven om de filosofische bewijzen van deze waarheid te leveren.

MH: Als u uw eigen verhandeling van 2017 neemt samen met de komende discussie over Humanae Vitae, ziet u dan een werkelijk gevaar dat de ondermijning van de absolute morele wetten zou kunnen leiden tot een officiële goedkeuring van abortus en contraceptie?

JS: Ik denk dat de geweldige gave van de onfeilbaarheid van de Kerk niet toestond dat paus Paulus VI, die geneigd was de voorkeur te geven aan de opinie van de meerderheid (vóór contraceptie) in de commissie die hij had bijeengeroepen, dit niet deed en daarom Humanae Vitae schreef ter ondersteuning van de WARE mening van de minderheid. Bovendien denk ik dat diezelfde onfeilbaarheid nooit kan toestaan dat de katholieke Kerk de boodschap van de Anglicaanse Lambeth Conferentie volgt, die in de protestantse kerken het verbod op contraceptie wijzigde, een verbod dat vroeger algemeen aanvaard was door alle christelijke kerken. Niettemin, ik geloof niet dat het onmogelijk is dat een onfeilbare leer van de Kerk FEILBAAR ontkend wordt door een Concilie of zelfs door een paus. Dat is wel eens gebeurd in de geschiedenis van de Kerk. Bijvoorbeeld, paus Johannes XXII leerde een zeer ernstiger ketterij die hijzelf op zijn sterfbed herroepen heeft door een bulle te schrijven die zijn eigen leer veroordeelde en zijn opvolger heeft het als ketterij veroordeeld. Paus Liberius ondertekende een semi-ariaanse verklaring die enigszins afweek van het centrale christelijke dogma van de ware godheid van Christus en de heilige Athanasius, die de waarheid fel verdedigde, werd diverse keren geëxcommuniceerd vanwege die verdediging van de waarheid. Een Concilie verbrandde alle geschriften van een andere ketterse paus Honorius en hij werd postuum geëxcommuniceerd. Zo kan een paus soms, gelukkig erg zelden, en nooit als hij onfeilbaar spreekt bij een dogmaverklaring, tot ernstige dwalingen en zelfs tot ketterijen vervallen. In mijn laatste artikel kritiseer ik de paus niet of “val” hem niet “aan”, ook beschuldig ik hem niet van ketterij, maar stel alleen maar vragen. Men mag echter nooit vergeten dat kritiek op een niet feilbare verklaring of mening van de paus op geen enkele wijze verkeerd is of schade toebrengt aan de Kerk. De eerste heilige paus, St.-Petrus, werd tijdens een concilie in het publiek terechtgewezen en bekritiseerd door St.-Paulus en de heilige Thomas verdedigde dit op een geweldige manier. Nadat Christus zelf de heilige Petrus tot eerste paus had benoemd en tot steenrots waarop zijn Kerk werd gebouwd, noemde Hij hem zelfs “Satan” en zei tegen hem: “Ga weg van mij, Satan,” en beschuldigde hem ervan dat zijn puur menselijke gedachte de overhand kreeg op Gods gedachte die het mysterie van het lijden en de dood van Jezus Christus wilde.

MH: Kardinaal Brandmüller besprak laatst openlijk het denkbeeld van een pauselijke geloofsbelijdenis die dikwijls is afgelegd in tijden van crisis in de Kerk. Zou u ons uw gedachten willen meedelen of in de huidige situatie een dergelijke pauselijke geloofsbelijdenis zou helpen?

JS: Ik geloof dat, als de paus publiekelijk het ware en volledige credo van de katholieke Kerk zou reciteren, dit zou helpen helderheid en waarheid te brengen in de zonder twijfel hopeloos verwarde en verwarrende situatie, maar natuurlijk kan waarschijnlijk alleen een Concilie dit van de paus vragen of hij moet zelf tot het inzicht komen dat dit het meest handige is om te doen.

MH: De dubia kardinalen krijgen herhaaldelijk zeer harde kritiek van andere kardinalen zoals van kardinaal Rodriguez en kardinaal Schönborn. Ziet u dergelijke terechtwijzingen als juist of wat zou uw persoonlijk antwoord zijn op deze hooggeplaatste reacties op de dubia.

JS: Ik denk dat de vier dubia kardinalen (van wie ik drie als mijn vrienden beschouw en van wie er één al 37 jaar mijn beste vriend is) volgens hun geweten hebben gehandeld, met grote terughoudendheid en respect voor de paus, en volledig terecht. Ik denk dat de kritiek op hen vanwege de dubia volledig onterecht is, en dat, erger nog dat het een grote zonde is deze geweldige mannen van de Kerk te beschimpen. In aanvulling daarop geloof ik dat het hele College van kardinalen zich bij hem zou moeten aansluiten. Naar mijn mening zouden alle andere kardinalen, bisschoppen en alle katholieken de vier (nu twee in leven) kardinalen moeten steunen en de paus vragen, samen met de dubia kardinalen een uiteindelijk helder en eenduidig antwoord op de dubia te geven, een antwoord dat de helderheid en de waarheid zou kunnen herstellen, en de geweldige verwarring zou kunnen verdrijven die nu heerst en die niemand die ogen heeft om te zien en een geest om te denken kan ontkennen. Niet de dubia maar  het feit dat ze niet in waarheid en ondubbelzinnige helderheid beantwoord worden, dat zaait wantrouwen in de paus en verwarring.


Geen opmerkingen: