woensdag 26 juli 2017

Müller eruit - Maar de echte aanval is gericht tegen “Veritatis Splendor”

Kardinaal Müller, de prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, is door paus Franciscus de laan uitgestuurd. De audiëntie waarin dat gebeurde, duurde, volgens de kardinaal zelf, slechts een minuut en was zonder opgaaf van redenen. Kardinaal Müller betwist niet het recht van de paus hem te ontslaan maar wel de de weinig humane manier waarop dat gebeurde. De paus zou zich toch ook aan de sociale leer van de Kerk dienen te houden. Kardinaal Müller is altijd loyaal geweest aan paus Franciscus maar hij heeft wel gezegd dat zelfs een paus de leer van de Kerk niet kan veranderen en dat Amoris Laetitia uitgelegd moet worden in de lijn van de traditionele leer en dat dus mensen die in publiek overspel leven niet zonder bekering de communie kunnen ontvangen. Dat is blijkbaar te veel. Degene die in de Kerk te taak heeft de leer te bewaken, moet volgens Franciscus zijn mond houden, zelfs als de leer in gevaar is. Het is bekend dat voor zover de Congregatie voor de Geloofsleer de tekst van de stukken van Franciscus tevoren te zien kreeg, de opmerkingen van de Congregatie door de paus werden genegeerd. Ik zei laatst tegen een collega: "de paus lijkt wel een linkse Zuid-Amerikaanse dictator". Deze antwoordde: "maar dat is hij ook. Hij heeft niet voor niets zoveel sympathie voor velen van hen". In dat dictatoriale optreden paste ook het plotselinge ontslag enige tijd geleden van enkele naaste medewerkers van kardinaal Müller. Toen deze vroeg: "Maar waarom, heilige vader?", antwoordde Franciscus: "Ik ben de paus, ik kan doen wat ik wil."

Sandro Magister ziet in het ontslag van kardinaal Müller een aanval op de leer zoals die verkondigd is door paus Johannes Paulus II in zijn magistrale encycliek Veritatis Splendor. Franciscus houdt niet van de katholieke moraal die volgens hem te weinig aansluit bij het "echte" leven. Hierin past ook de ontmanteling van de instituten voor het gezin (waar in de naam zelfs Johannes Paulus II is geschrapt) en het leven. In beide instituten worden dubieuze figuren benoemd zoals voorstanders van abortus en mensen die werken met menselijke stamcellen. 

Commentaar van Sandro Magister
5 juli 2017

Op zondag 2 juli, de dag zelf waarop paus Franciscus kardinaal Müller afzette als prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, steeg vanuit alle katholieke kerken van de Romeinse ritus aan het begin van de Mis het volgende gebed op naar God. Dit gebed heet in het missaal het “collectagebed”:

“Deus, qui, per adoptionem gratiae, lucis nos esse filios voluisti, praesta, quaesumus, ut errorum non involvamur tenebris, sed in splendore veritatis semper maneamus conspicui. Per Dominum nostrum…”

In de officiële nieuwe Nederlandse vertaling:

“God, Gij hebt ons genadevol aangenomen en gewild dat wij kinderen van het licht zijn, wij bidden U: dat wij niet omgeven worden door de duisternis van de dwaling maar altijd stand houden in het schitterend licht van de waarheid. Door onze Heer…..”

Toeval - of Goddelijke voorzienigheid? – heeft ervoor gezorgd dat de afzetting van kardinaal Müller begeleid zou worden door de gezongen liturgische bede dat “het schitterend licht van de waarheid” de Kerk mag blijven verlichten.
“Het schitterend licht van de waarheid” is nu juist de titel van de belangrijkste leerstellige encycliek van Johannes Paulus II, gepubliceerd in 1993.

Het is een encycliek “over enkele fundamentele vragen betreffende de morele leer van de Kerk”: juist de vragen die nu terugkeren en opnieuw een voorwerp van conflict zijn waarbij grote en invloedrijke delen van de Kerk betogen dat het tijd is – met name na de publicatie van “Amoris Laetitia”- enkele van de leidende principes van “Veritatis Splendor” achter ons te laten. Het is voldoende te constateren dat niet minder dan vier van de vijf “dubia” die in september van het vorig jaar aan paus Franciscus zijn voorgelegd door de kardinalen Walter Brandmüller, Raymond L. Burke, Carlo Caffarra en Joachim Meisner juist betrekking hebben op de samenhang of het ontbreken ervan tussen “Amoris Laetitia” en “Veritatis Splendor”. En deze “dubia” zijn nog steeds open vragen, voor een deel vanwege de weigering van paus Franciscus om ze in overweging te nemen en de weigering om de vier kardinalen te ontmoeten.

Maar wat was de ontstaansgeschiedenis en het doel van “Veritatis Splendor”? Om deze vraag te beantwoorden hebben we een uitzonderlijke getuige: Joseph Ratzinger. Als Müllers voorganger aan het hoofd van de congregatie voor de Geloofsleer droeg hij op substantiële wij bij aan het schrijven van deze encycliek. Maar zelfs na zijn terugtreden als paus blijft hij “Veritatis Splendor” beschouwen als “van onveranderde betekenis” en een encycliek die men ook nu nog “moet bestuderen en zich eigen maken”.

In 2014 wijst Ratzinger in een weloverwogen hoofdstuk voor een boek ter ere van Johannes Paulus II geen ander dan “Veritatis Splendor” aan als de belangrijkste en meest relevante van de veertien encyclieken van deze paus. Een hoofdstuk dat verdient herlezen te worden in het licht van wat er nu in de Kerk aan het gebeuren is onder bewind van zijn opvolger Franciscus.

Hier volgt de passage die de emeritus-paus wijdde aan die encycliek:

*

Over “Veritatis Splendor”

De encycliek over morele problemen “Veritatis Splendor” had vele jaren nodig om te rijpen en zij blijft van ongewijzigde betekenis. De Constitutie van Vaticanum II over de Kerk in de wereld van vandaag wilde in tegenstelling met de tendens in de moraaltheologie toen om zich te focussen op de natuurwet, dat de katholieke moraalleereen bijbelse fundering zou krijgen  rond de figuur van Jezus en zijn boodschap. Met horten en stoten heeft men dat gedurende een korte periode geprobeerd. Dan vatte de mening post dat de Bijbel geen eigen morele boodschap heeft maar verwijst naar morele modellen die geldig zijn voor hun tijd en plaats. Moraliteit is een kwestie van de rede, zei men, niet van geloof.
Zo verdween enerzijds de moraliteit begrepen in termen van natuurwet, maar een christelijke opvatting van moraliteit kwam er niet voor inde plaats. En omdat noch een metafysische noch een christologische fundering voor de moraal kon worden geaccepteerd, nam men zijn toevlucht tot pragmatische oplossingen: een moraliteit vanuit het principe van het streven naar het grotere goed, waarin iets niet langer echt kwaad of echt goed is, maar alleen iets dat uit het oogpunt van doelmatigheid beter of slechter is. De grote opgave die Johannes Paulus zich stelde in deze encycliek was de herontdekking van een metafysische fundering in de antropologie, ook als een christelijke concretisering van het nieuwe mensbeeld in de Heilige Schrift. Het bestuderen en het zich eigen maken van deze encycliek blijft een grote en belangrijke plicht.

*

Als we zien wat er vandaag de dag in de katholieke Kerk gebeurt, zelfs op het hoogste niveau, dan zien we dat alle motiveringen voor de encycliek “Veritatis Splendor” opnieuw aanwezig zijn, met dezelfde zo niet grotere dramatische kracht. En zij maken meer dan ooit de bede relevant dat wij mogen blijven in “het schitterend licht van de waarheid” die vorige uit alle kerken opsteeg.

vertaling C. Mennen pr

Geen opmerkingen: