donderdag 9 juni 2016

Hoe kunnen Christus en onze Lieve Vrouw Amoris Laetitia lezen zonder te huilen?

Onderstaand stuk is vertaald van LIfeSiteNews en is een samenvatting van een stuk van Prof. Josef Seifert. Josef Seifert is geboren in Salzburg (1945), gehuwd en vader van zes kinderen. Hij was professor aan de Universiteit van Texas. Hij was  eveneens rector van de internationale academie voor Filosofie in Liechtenstein en doceert nog steeds filosofie.

Zeer onlangs leverde de bekende katholieke filosoof Josef Seifert zware kritiek op paus Franciscus vanwege diens uitlatingen in de onlangs gepubliceerde Apostolische Exhortatie Amoris Laetitia.

Seifert was heel lang lid van de Pauselijke Academie voor het leven en een enge medewerker van de H. Johannes Paulus II. Hij legt uit dat hij het document bekritiseert omdat het pauselijk document, in plaats van vreugde op te roepen zoals de titel suggereert, in feite Jezus en zijn Moeder tot huilen brengt.

Veel van de passages die barmhartig lijken, zetten, volgens Seifert, de leer van de Kerk op de kop. “Naar mijn mening dragen zij het risico in zich van een lawine van gevolgen die heel schadelijk zijn voor de Kerk en de zielen”, schrijft hij.

Hij vergelijkt verder passages uit het Evangelie met paragrafen van Amoris Laetitia (AL).

Seifert begint met Jezus’ ontmoeting met de overspelige vrouw. De Zoon van God veroordeelt haar niet terwijl zij volgens de Mozaïsche wet de dood verdiende, maar Hij toont zich barmhartig. Toch komt zijn vergeving met een voorwaarde: “Ga heen en zondig niet meer.”

Seifert betoogt: “Zijn opvolger Franciscus citeert de Synode en zegt de overspelige vrouw, dat, zelfs  als ze doorgaat met zwaar te zondigen, ze zich niet geëxcommuniceerd moet voelen en hij vindt het niet noodzakelijk dat ze zich bekeert van haar zondige wegen maar dat ze zich ‘een levend lid van de Kerk’ moet voelen.”(AL 299)

Wat Franciscus hier zegt, legt de filosoof uit, is niet fout en het kan voor paren troostvol zijn dat de genade van God hen nabij is. “Niettemin”, zegt hij, “het ‘ga heen en zondig voortaan niet meer’ is totaal afwezig.”

Hij betoogt daarom dat het document de kern weglaat: de oproep tot bekering.

De woorden van de naaste medewerker van paus Franciscus, de jesuïet pater Antonio Spadaro, werpt een beter licht op deze beweringen. Spadaro zegt: “Franciscus heeft al de ‘grenzen’ van het verleden opgeruimd, zelfs in de “sacramentele discipline” en voor zogenaamde ‘irreguliere’ paren: en deze paren ‘kunnen de communie ontvangen’.”

Verder zegt Seifert dat Jezus zijn kudde uitdrukkelijk 15 keer waarschuwt voor het gevaar van de eeuwige verdoemenis als gevolg van de doodzonde; terwijl zijn opvolger op de stoel van Petrus stelt: “Niemand kan voor eeuwig veroordeeld worden want dat is niet de logica van de het evangelie!” (AL 297).

Terwijl de brief van St. Paulus aan de Korintiërs (6, 9) stelt dat geen echtbreker (die zich niet bekeerd heeft) het Koninkrijk van God binnengaat en daarom voor eeuwig verdoemd is, vertelt paus Franciscus “de echtbrekers dat het mogelijk is in Gods genade te leven; door de heilige Eucharistie kunnen zij groeien in de genade zelfs zonder zich in bekering af te wenden van hun overspelig leven,” aldus Seifert.

De filosoof brengt de brief van St. Paulus aan de Korintiërs (11, 278-29) nog eens in herinnering. Hier wordt het communiceren ondanks iemands onwaardige staat duidelijk verbonden met veroordeling: “Wie dan op onwaardige wijze het brood eet of uit de beker van de Heer drinkt, bezondigt zich aan het lichaam en het bloed van de Heer. Iedereen moet zichzelf onderzoeken alvorens van het brood te eten en uit de beker te drinken. Wie eet en drinkt zonder het lichaam te onderkennen, eet en drinkt zijn eigen vonnis.”
“Met andere woorden, dit is een daad van heiligschennis die iemands ziel in gevaar brengt,” zegt Seifert. “Paus Franciscus, die zelfs niet de mogelijkheid vermeldt van heiligschennis of van gevaar voor de ziel van iemand die de communie onwaardig ontvangt, vertelt de echtbrekers dat het in bepaalde omstandigheden, die individueel bekeken moeten worden, mogelijk is voor hen die leven in overspel of in ‘irreguliere’ verbintenissen de heilige communie te ontvangen zonder hun leven te veranderen, en dus ver te leven als echtbrekers”, schrijft Seifert.

Hij merkt op dat paus Franciscus in de tekst de geboden van Christus – die in zichzelf glashelder zijn – uitlegt als uitdrukkingen van een ideaal dat maar weinigen kunnen halen, alsof het louter evangelische raden zijn, alleen van toepassing op hen die een hogere volmaaktheid zoeken in plaats van geboden die voor iedereen gelden.

“De paus zegt dat als een overspelige vrouw niet kan weggaan bij de echtbreker maar met hem samenleeft als broer en zus, dat ze dan een levensstijl zouden praktiseren die zou kunnen leiden tot ‘ontrouw’ bij haar of bij haar partner. Als er een dreiging bestaat van ontrouw tussen de echtbrekers die leven als broer en zus, zou het volgens de paus voor de vrouw beter zijn  intieme betrekkingen met de man te hebben. In dat geval zou het daarom beter zijn door te gaan met een overspelig leven dan te leven als broer en zus,” zo concludeer Seifert waarbij hij AL 329 en de corresponderende voetnoot citeert.

Hoe kunnen Jezus en zijn allerheiligste Moeder deze woorden van de paus lezen en ze in verbinding brengen met de woorden van Jezus zelf en van zijn Kerk zonder in tranen uit te barsten? Laat ons daarom huilen met Jezus, in diepe eerbied en genegenheid voor de paus en met een diepe pijn die voortkomt uit de verplichting hem te kritiseren in zijn dwalingen,” schrijft Seifert.

De filosoof voegt eraan toe dat deze kritiek niet onverantwoord is omdat de paus zelf vraagt om een discussie en een open arena om meningen te uiten.

“Iemand zou kunnen vragen hoe ik, een eenvoudige leek, kritiek kan leveren op de paus. Ik antwoord: de paus is niet onfeilbaar als hij niet ex cathedra spreekt. Verschillende pausen (zoals Formosus en Honorius I) zijn wegens ketterij veroordeeld. Uit liefde voor en medelijden met veel zielen is het onze heilige plicht kritiek te leveren op onze bisschoppen en zelfs op onze dierbare paus, als zij van de waarheid wegraken en als ze schade toebrengen aan de Kerk en aan de zielen. Deze plicht is door de Kerk vanaf het begin erkend.

Hij voegt eraan toe: “Paus Franciscus zelf spoort ons aan dit in praktijk te brengen: kritiek te leveren op hem in plaats van te liegen of te flemen naar de katholieke wereld. Laten we deze woorden ter harte nemen. Maar laten we dat doen in nederigheid en met liefde voor Jezus en zijn heilige Kerk: dat wij de tranen van Jezus mogen drogen en God verheerlijken in veritate (in waarheid).”

Geen opmerkingen: