Een bijdrage van
Hubert Hecker, katholiek godsdienstleraar
uit het Duits vertaald van katholisches.info
Mgr. Graulich, curiemedewerker op het gebied van het
kerkelijk recht, wijst er in een interview in Der Tagespost op welke eis paus
Franciscus zelf aan de tekst van het postsynodale schrijven stelt: de paus moet
als voornaamste getuige van het geloof van de hele Kerk spreken, als waarborg
van de consensus in de Kerk (….) met het evangelie van Christus en de
Overlevering van de Kerk. Graulich vult aan: met het oog op de leer en de
moraal is eenheid nodig. Want katholiek is volgens de definitie van Vincentius
van Lérins, wat overal, altijd en door allen is geloofd.
In de bijlage en in sommige delen gaat het pauselijk
schrijven in tegen deze principes van katholiciteit.
Geen Bijbelse
waarschuwing voor de zonde, geen vermaning van Christus tot bekering.
Mgr.
Graulich hekelt het feit dat in de Kerk geen rekening gehouden wordt
met
het de realiteit van de zonde: In de verkondiging komt het begrip zonde
nauwelijks nog voor. Alles lijkt geoorloofd te zijn. De duidelijke
boodschap
van
Jezus dat bij het aanvaarden van het geloof ook de bekering hoort en
de
bereidheid om naar Gods gebod te leven, wordt grotendeels onder de
tafel
geveegd.
Ook in het postsynodaal schrijven vervagen het begrip en de
realiteit van de zonde. De Paus heeft zich aangesloten bij de eis van de Duitse
taalgroep om niet meer in normatieve en negatief afgrenzende zinnen te spreken.
Onder dit oordeel vallen dan ook de verboden van de dekaloog – bijv. gij zult
geen echtbreuk plegen! Bij de ‘liefdesgenietingen’ van man en vrouw wordt ook niet
meer van tekortkomingen en zeker niet van zonde gesproken. We vinden in het
schrijven veel woorden van bemoediging, hoogachting en begrip voor de zwakheden
en de fouten van de mensen – maar de waarschuwing voor de zonde van echtbreuk
vinden we niet. En de vermaning van Christus tot bekering wil men de christenen
ook niet meer opleggen. De paus opent kieren en construeer mazen voor mensen in
overspelige relaties. Daartegenover worden de duidelijke woorden van Jezus
tegen echtbreuk en een nieuw huwelijk onder de tafel geveegd: Wie een
gescheiden vrouw huwt, …. pleegt
echtbreuk (Mt. 5, 32). De paus houdt het de priesters nadrukkelijk voor
echtbrekers en echtbreeksters niet te veroordelen. Maar het woord van Jezus dat
erop volgt laat hij weg: Ga heen en zondig niet meer! De paus citeert het
evangelie selectief.
Jezus zegt dat de echtbreuk begint met de begeerlijke blik
(Mt. 5, 27). En: zonden als echtbreuk en hoererij komen uit het hart van de
mens voort (Mt. 5, 19). Daarom zijn zij er verantwoordelijk voor. Franciscus
daarentegen verklaart de zonden tot uiterlijke verwondingen. Voor blessures van
buitenaf draagt de mens geen verantwoordelijkheid. De priesters worden tot
ziekenverplegers gedegradeerd. Want de taak van de Kerk lijkt op die van een
veldhospitaal (nr. 291). In deze zinnen en in grote delen van zijn schrijven
breekt de paus met de Bijbelse en kerkelijke traditie.
Volgens de nieuwe
pauselijke manier van spreken zit in iedere onvolkomenheid graduele
positiviteit.
Christus spoort zijn leerlingen in het evangelie te streven naar de
volmaaktheid van de goddelijke Vader (vgl. Mt. 5, 48).
Dienovereenkomstig
leert de Kerk sindsdien dat alle christenen geroepen zijn tot
heiligheid.
De paus relativeert deze evangelische benadering van
christen en Kerk. Het moraaltheologische onderscheid tot nu toe tussen zonde en
goed zijn wordt als zwartwit-denken gedesavoueerd. In plaats daarvan komt het
nieuwe concept van de positieve gradualiteit. Dat is door kardinaal Schönborn
ontwikkeld. In dat concept is iedere zondige situatie vermengd met positieve
elementen van waarheid en heiligheid – soms meer dan weer minder, inderdaad
gradueel. Het leven van de christen beweegt zich in morele grijstinten. Zonde
(zwart) en heiligheid (wit) worden tot uiterste polen zonder enige belang voor
de christen verklaard. Het postsynodaal schrijven marginaliseert zelfs het
sacramentele huwelijk tot een al te abstract theologisch ideaal. Daarmee wordt
het als maatstaf voor de gewone christen irrelevant.
Schönborns nieuwe leer van de morele grijsheid past bij de
nieuwe barmhartigheidsmoraal van Franciscus. Zo kan de Kerk in iedere zonde de
‘positiviteit van de onvolmaaktheid’ ontdekken. Daartoe dient de dialectische
abstractie zoals die ook door aartsbisschop Bruno Forte als buitengewoon
secretaris en vertrouweling van de paus gebruikt wordt. De nieuwe curiale
manier van spreken effent de weg voor de nieuwe positieve pastoraal –
bijvoorbeeld bij voorhuwelijks samenleven. En ook in het tweede huwelijk kan
men nu de paren bemoedigen voortgang te maken in de positieve dimensies van hun
liefde, van hun verantwoordelijkheid en hun voorlopige trouw. In deze
benadering is het logisch dat zo ook de positieve elementen van homoparen
gewaardeerd kunnen worden. Dat is weliswaar nog niet in het synodedocument
gebeurd maar kardinaal Schönborn laat dat in zijn bisdom al 15 jaar in praktijk
brengen. Voor een verdergaande argumentatie om ook in het incidenteel
vreemdgaan een positieve versterking van de echtelijke liefde te zien, zal men
hopelijk toch terugschrikken.
Zonder normen en
regels verwordt de kerkelijke pastoraal tot willekeur
Mgr. Graulich gaf kritiek op enkele passages van het pauselijk schrijven
omdat
ze voor het afzwakken van iedere pastorale norm gebruikt kunnen
worden. Met name de uitspraken met betrekking tot onregelmatige
situaties kunnen een interpretatie bevorderen die zich van de kerkelijke
leer verwijdert. Bovendien ontbreken volgens hem bij de uitzonderingen
uitgewerkte voorbeelden. De
pastoraal van de priester kan daarom in
begrip vol mededogen alleen door subjectieve criteria bepaald worden.
De nieuwe leer van de gemengd grijze gradualiteit maakt het
tot nu toe geldende onderscheid tussen reguliere en irreguliere situaties
achterhaald. Met de voortdurende kwalificering “zogenaamde” irregulariteit wil
Franciscus kennelijk de zondige toestand van overspelige betrekkingen
verdoezelen en relativeren.
Op dit punt wordt de breuk in de continuïteit bijzonder
duidelijk. De Franciscus citeert allereerst paus Johannes Paulus II dat er bij
wetten en geboden geen gradualiteit bestaat. Duidelijk, want bij abortus,
echtbreuk, diefstal en leugen bestaat er geen “meer abortus” of “minder
echtbreuk”. Maar Franciscus doet precies dat wat logisch en doctrinair niet
kan: hij past bij de waardering van overspelige betrekkingen die regels van de
gradualiteit toe.
Ook in dit geval wordt de verandering van de leer met een
barmhartige pastoraal verhuld. Het toverwoord is hier: pastorale onderscheiding
van de zeer verschillende situaties. De plaats van de vervaging is het forum
internum. Het gesprek met de priester moet het meer of het minder van de
echtbreuk afwegen.
De paus heeft weet van het ernstige gevaar van verkeerde
inlichtingen en dat priesters heel snel uitzonderingen kunnen toelaten (nr.
300). Maar juist dat bevordert hij door zijn schrijven. Zijn verordeningen
leiden tot heen verschillende beslissingen:
* Franciscus
verklaart de Bijbelse en kerkelijke normen bij irreguliere betrekkingen zoals
tweede huwelijken voor niet relevant.
Maar volgens welke criteria moet de pastorale onderscheiding dan plaats vinden
als de paus uitdrukkelijk regels, concretiseringen en orientatiepunten voor dit
onderscheidingsproces afwijst?
* In het
forum internum en in het geweten moeten verhelderende rechtvaardigingsgronden
gevonden en beslissingen getroffen worden. Maar zonder een beroep op Bijbelse
en kerkelijke normen blijft er voor de priester alleen een subjectieve mening
over. Ook het geweten van de betrokkene vervalt zonder oriëntatie op algemene
en kerkelijke normen tot de willekeur van de situatie-ethiek.
* In de
veelal onduidelijke uitspraken over het “forum internum” en over de
gewetensbeslissing” (nr. 300) kunnen priesters en betrokkenen een blanco
cheque voor zelfverontschuldiging lezen.
Als er geen normen gelden die moeten worden toegepast, dan
heerst er in de pastorale praktijk willekeur: de ene priester zus, de andere
zo; de ene bisschop zus, in de andere plaatselijke kerk zo.
Dit subjectivisme in de pastoraal zet de leer van de Kerk op
de kop. De geldende leer van de Kerk is van ouds her dat een christen bij zware
zonde zonder bekering de staat van genade verliest. Nu verbreidt Franciscus de
mening: dat het mogelijk is dat men in een objectieve situatie van zonde die
subjectief niet of niet volledig schuldig is, in Gods genade kan leven (nr.
305). Filosofisch uitgedrukt: er bestaat een goed leven binnen een slecht
leven.
Ook de logica van de redelijke ethiek verzet zich tegen de
totale ommekeer van Franciscus. Want het volgende inzicht kan men logisch niet
bestrijden: binnen irreguliere organisaties – bijv. roversbendes of de maffia –
krijgen gedragingen als trouw, geheimhouding, korpsgeest, verantwoordelijkheid,
solidariteit enz. een negatieve connotatie. De redelijke regel daaromtrent
luidt: omstandigheden en constellaties
kunnen de aard van een positieve handeling in het tegendeel doen verkeren.
Daarentegen moet men volgens de nieuwe jezuïtische
Franciscusregel van de graduele positiviteit van alle handelingen en
gedragingen geen enkele rekening houden met de slechte randvoorwaarden van een
daad. Anders gezegd: ook binnen een daad die met een ethisch minteken is
gewaardeerd wil Franciscus een plusteken kunnen ontdekken – al is het slechts
gradueel of minuscuul. Daarenboven veronachtzaamt de paus de moraal van de Kerk
sinds Augustinus, dat namelijk bepaalde handelingen intrinsiek (dus in
zichzelf) slecht zijn – zoals bijv. abortus of echtbreuk. Zij kunnen
dientengevolge niet door een subjectieve goede bedoeling of door objectieve
omstandigheden in geoorloofde daden veranderen.
De paus verwatert de
kerkelijke leer
Mgr.
Graulich verwijst naar het kerkelijk recht en naar de traditie met
betrekking tot de bisschoppensynodes die de paus bij het bewaren van
geloof
en
zeden en het onderhouden van de kerkelijke discipline bijstaan.
De kerkelijke leer bestaat bijvoorbeeld daarin dat gelovigen
die hardnekkig volharden in een publieke zware zonde van het ontvangen van de
communie zijn uitgesloten. Tot deze groep horen volgens Familiaris Consortio
van Johannes Paulus II de christenen die ondanks de geldigheid van een
sacramenteel huwelijk in de echtbreuk van een tweede huwelijk leven. Graulich
geeft in overweging dat de verzachtende omstandigheden die in het pauselijk
schrijven worden aangevoerd de voorwaarden voor het ontvangen van de communie
niet kunnen opheffen.
Maar juist daarop loopt het postsynodale schrijven uit. De
paus verwatert en torpedeert op diverse plaatsen de kerkelijke leer:
* Echtbreuk
wordt door Franciscus niet meer zoals door Jezus en de Kerk als “echtbreuk” en
“zonde” betiteld maar tot een
“zogenaamde irreguliere situatie” gebanaliseerd.
* Bij de
talloze verschillen van concrete situaties (nr. 300)zullen allerlei deuren naar
uitzonderingen en uitwegen geopend worden voor hen die dat zo willen.
* De logica
van de pauselijke relativeringen van normen en regels monden uit in subjectieve
zelfrechtvaardiging die dan als gewetensbeslissingen betiteld worden.
* De
waarschuwing van de apostel Paulus tegen het onwaardig ontvangen van de
communie wordt terzijde geschoven. Franciscus gaat voorbij aan de ernstige
schending van de gemeenschap met God door de zware zonde. Het Sacrament van het
Altaar wordt zonder enige voorwaarde gekarakteriseerd als een middel tot
versterking van het geloof voor allen.
De paus gebruikt verklaringen van synodebisschoppen om het
bewaren van geloof en zeden tegen te werken en het onderhouden van de
kerkelijke discipline te ondermijnen. Hij is geen getuige voor de eenheid van
het katholieke geloof maar bevorderaar van de verdeeldheid.
Echtbreuk en echtbrekers
begrijpen, vergeven, begeleiden en integreren
Aan
de curieprelaat wordt gevraagd: laat Amoris Laetitia zich in die zin
uitleggen dat het de praktijk rechtvaardigt die in Duitsland tot nu toe
op
veel plaatsen in zwang is – zoals het
algemeen geven van de communie aan
gelovigen in tweede huwelijken of een zegeningsviering voor paren die in
echtbreuk leven?
Pater Graulich meent dat dergelijke zegeningsvieringen zoals
ze door de Freiburger handreikingen toegestaan zijn, niet door het pauselijk
schrijven gedekt worden. Inderdaad heeft paus Franciscus er nadrukkelijk op
gewezen dat bij de oneindige differentiatie in huwelijkse en buitenechtelijke
situaties geen algemene regelingen kunnen worden toegepast. Anderzijds ligt er
in dit opheffen van alle normen van handelen een nieuwe algemene regel
verstopt. Tegenover alle hertrouwden en echtbrekers moet de Kerk begrijpen,
vergeven, begeleiden en vooral integreren (nr. 312). Uiteindelijk laat de
lezing van Amoris Laetitia de indruk achter dat de barmhartigheid toch als
helikoptergeld over iedereen uitgestrooid wordt.
Een ander pastoraal toverwoord is ‘integratie’ in de
kerkelijke gemeenschap. Er gaat erom iedereen te integreren in het leven van de
parochie (nr. 296) Zelfs een echtbreker, die een objectieve zonde ten toon
spreidt als was het een deel van het christelijk ideaal moet in de eenvoudige
taken van de parochie opgenomen worden. De oude Kerk had aan publieke zondaars
tekens en tijden van boete opgelegd. Franciscus daarentegen wil dergelijke
farizeïsche zondaren met integratie belonen. Bij irreguliere zondige situaties
legt hij steeds de nadruk op een gediffentiëerde onderscheiding voor de
betrokkenen. Ten aanzien van het zesde gebod lijkt hij het centrale onderscheid
tussen de geboden echtelijke trouw en de echtbreuk minder belangrijk te vinden.
Franciscus heeft kardinaal Schönborn tot officiële
presentator van zijn schrijven gemaakt. De paus heeft veel gedachten van hem
overgenomen. Daarom heeft hij hem groot theoloog geprezen. Zo mag Schönborn als
authentieke uitlegger van de pauselijke tekst gezien worden. De Weense
kardinaal heeft met een zekere zelfvoldane trots benadrukt dat de paus in zijn
schrijven had bevestigd wat hij in zijn bisdom al 15 jaar in praktijk brengt:
de officiële toelating van hertrouwd gescheidenen tot het sacrament van het
altaar – tot aan het zegenen van paren in een tweede burgerlijk huwelijk zoals
een naaste medewerker van Schönborn meedeelde. De 15-jarige ongehoorzaamheid
van de kardinaal tegenover de leer van de Kerk is door de paus beloond. Deze
praktijk van de voorafgaande (on)gehoorzaamheid wil men in Wenen voortzetten
voor andere thema’s, bijv. het zegenen van homoparen. Deze ontwapenend open
presentatie van de Weense theoloog Wolfgang Bergmann wordt met een niets
verhullende verklaring van het postsynodaal schrijven onderbouwd: de paus heeft
geen normatieve richtlijnen willen geven. Daarmee heeft hij afscheid van zijn
leerambt genomen.
De onduidelijkheden
door tegenstrijdige passages lijken een strategie te zijn
Mgr. Graulich, bisschop Athanasius Schneider en andere geestelijken
kritiseren de onduidelijkheden in het pauselijk schrijven en de daaruit
voortvloeiende verwarring in de kerkelijke leer en discipline. Ook
seculiere commentatoren noemen het document chaotisch of wollig.
Bij een nadere analyse van het betreffende hoofdstuk 8 zien
we dat de indruk van onduidelijkheid opgeroepen wordt door tegenstrijdige
uitspraken. Mogelijkerwijs ligt daarin tegelijk een strategie hoe de tekst zijn
uitwerking moet hebben op de verschillende kerkelijke groepen.
Ter geruststelling van de conservatieve bisschoppen en de
geloofsgetrouwe katholieken moeten zeker tekstgedeelten bijdragen als:
De algemene normen vormen een goed dat men niet mag
verwaarlozen. Of: We moeten letten op de
onverkorte volledige moraalleer van de Kerk. En: Barmhartigheid mag de
gerechtigheid en de waarheid niet uitsluiten. Bovendien betuigt Franciscus zijn
trouw aan het evangelie en de waarheid ervan. Deze woorden spiegelen
continuïteit in de kerkelijk leer voor.
De progressieve kunnen dergelijke zinnen gerust overslaan.
Ze lijken trouwens eerder een vijgenbladfunctie te hebben. Want in de volgende
teksten zegt de paus dikwijls het tegendeel zoals: barmhartigheid is de volheid
van de gerechtigheid en de waarheid. Of: Je richten op heldere normen en regels
leidt tot een koude bureaumoraal en een rigoureuze pastoraal. Wijzen op
kerkelijk-morele wetten bij de zogenaamde irreguliere situaties is rotsblokken
gooien op het leven van mensen. Biechtvaders die zich aan de kerkelijke
discipline houden, beschouwt het schrijven ongeveer als folteraars. Franciscus
zelf verzwakt de eisen van het evangelie als hij bij de 391 citaten niet de
geboden en verboden van Christus rond het huwelijk vermeldt, noch zijn
aansporingen tot bekering en zijn wee-roepen tegen de zonde en de verstokte
zondaars. De paus beperkt de Bijbelse leer van Christus tot barmhartigheid. Dat
zou een projectie van zijn willekeurige pastoraal op het evangelie kunnen zijn.
De kerkelijke leer
tot nu toe wordt irrelevant verklaard
Uit de tekst kan iedereen uit de verschillende passages
uitlezen wat hij er als interpretatie in lezen wil. Na een kwantitatieve en
kwalitatieve tekstanalyse wordt echter ook duidelijk wat de authentieke
interpretatiebedoeling van de paus is: hij heeft de kerkelijke leer en de
morele normen die tot nu toe golden weliswaar niet opgeheven. Maar voor de
levenspraktijk van de Kerk worden zij irrelevant verklaard, ja er wordt zelfs
voor gewaarschuwd. Met het afscheid van het onderscheid tussen regulier en
irregulier (Schönborn) heeft de paus de Bijbels-kerkelijke regels als maatstaf
voor het pastorale handelen afgeschaft. Overigens treft het signaal van
irrelevantie ook de curiemedewerkers die de leer van de Kerk of de rechtsregels
behartigen – zoals kardinaal Müller of mgr. Graulich. De prefect van de
geloofsleer ziet het als zijn taak het pontificaat van Franciscus theologisch
te structureren. Bij het postsynodaal schrijven zien we dat de paus op andere
grote theologen steunt. Voor kardinaal Müller bleef allen nog een commentaar
achteraf over. Een leuke poging, spotte Christyian Geyer in de FAZ (Frankfurter
Algemeine Zeitung) om het document te interpreteren op de manier van de
Congregatie voor de Geloofsleer.
Hopen op een
koerscorrecte door een latere stuurman van de Kerk
Amoris Laetitia maakt in sommige delen inbreuk op de taak
van de paus, garant staan voor overeenstemming van de Kerk met het evangelie
van Christus en de overlevering van de Kerk – en zo voor de eenheid en de
katholiciteit. Dit schrijven zal de praktische scheiding in de Kerk dieper
maken: de progressieven, zij die open staan naar de wereld en de opportunisten
zullen met een beroep op de paus en naar het voorbeeld van kardinaal Schönborn
de Bijbels-kerkelijke leer tot het onherkenbare ombuigen. In het bisdom
Freiburg bijv. zal men zich gesterkt voelen om tweede huwelijk ook in de
toekomst goed te keuren. Het bisdom Trier zal de publiek kerkelijke erkenning
van overspelige tweede huwelijken binnenkort invoeren.
Daar tegenover zullen zich de geloofsgetrouwe bisschoppen,
priesters en katholieken wereldwijd vasthouden aan de (weinige) plaatsen in het
pauselijk schijven waarin de overgeleverde kerkelijke leer tot uitdrukking
komt. Daarenboven kan men de omstreden plaatsen en voetnoten met heel veel
moeite in de zin van een hermeneutiek van de continuïteit interpreteren, zoals
dat kardinaal Müller onlangs bij zijn voordracht in Spanje gedaan heeft. In
ieder geval zullen de conservatieve krachten in trouw aan het evangelie vasthouden
aan de kerkelijke leer tot nu toe en me name letten op het onderhouden van de
kerkelijke ordening van de sacramenten. De versterking van deze katholiciteit
zouden zich de geloofsgetrouwe curiekardinalen tot doel moeten stellen. Voor
hen heeft Christus gebeden dat hun geloof niet zo bezwijken. En zij moeten hun
broeders en in het geloof sterken (vgl. Lc. 22, 32).
Als Franciscus zelf zijn tegenstrijdige en omstreden
verklaringen niet terugneem, kunnen we met prof. Spaemann alleen nog hopen dat
een latere stuurman van de Kerk de huidige afwijking van de koers zal
corrigeren.
1 opmerking:
Dit is een zeer goed geschreven stuk. Ik ben het er volledig mee eens. Franciscus lijkt te neigen tot Heidens Fatalisme. Het Concilie van Trente dogmatiseerde duidelijke de leer van Augustinus, de leer van Christus, dat zijn just zacht is en zijn last licht. Dat met Gods genade wij alle geboden kunnen en moeten volgen. Franciscus lijkt Luthers in hoe hij zwakheid en zonde benaderd. Hij lijkt de ontkennen dat zoals Christus zij met Gods genade alles mogelijk is.
Een reactie posten