donderdag 22 september 2016

Wie zijn we als parochie, als priester, als bisschop


Wie willen we zijn als parochie?

We zien het proces van ontkerkelijking niet als een bedreiging maar eerder als een uitdaging. We merken dat er om ons heen nog steeds (steeds meer?) behoefte bestaat aan verbondenheid, zingeving en spiritualiteit. Je kunt denken aan de pelgrimsreizen naar Santiago de Compostella en aan de vele Boeddhabeelden die je her en der ziet. Veel mensen willen hoogte- en dieptepunten in hun leven niet meer vieren in kerkelijk verband, maar stellen wel prijs op een vormgeving waarin ‘de diepere laag van het leven’ wordt benoemd. Wij vinden dat ze daarvoor bij onze parochie terecht zouden moeten kunnen.

Wij willen breder denken dan de traditionele activiteiten die we gewend zijn. Dat betekent wel dat we deze koesteren en, zolang als dat mogelijk is, vanuit iedere kern willen blijven uitvoeren. Daarnaast willen we echter ook kijken welke andere activiteiten we kunnen opzetten. Dat zullen dan activiteiten zijn die te maken hebben met:
- gemeenschapsvorming
- de mogelijkheid om je verhaal te kunnen vertellen
- zingeving in brede zin.
We willen uitzoeken welke nieuwe wegen we kunnen gaan bewandelen.


De taakvelden

……
Onder katechese verstaan we de verheldering van wat ons geloof betekent door er met elkaar over te praten. We onderscheiden op dit werkveld de traditionele activiteiten (doop-, communie- en vormselvoorbereiding) en activiteiten die in bredere zin te maken hebben met ‘zingeving’ en ‘spiritualiteit’. Ook op dit laatste terrein willen we onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om ons als parochie voor in te zetten.

Liturgie kan versterkend werken voor de geloofsbeleving en gemeenschapsbeleving. Daarom vinden we het belangrijk dat in onze nieuwe parochie voldoende aandacht blijft uitgaan naar dit werkveld. Naast de ‘traditionele’ liturgische vormen kunnen we ook denken aan thematische vieringen / bijeenkomsten (bijvoorbeeld een bijeenkomst voor ouders van een overleden kind of rondom het thema ‘oorlog’, ‘vluchteling’ of ‘tolerantie’). Bij een thema als ‘verbroken relaties’ kun je denken aan een aantal gespreksbijeenkomsten, die worden afgesloten met een viering als sluitstuk. Een ander thema zou kunnen zijn ‘muziek’, waarbij mensen (jongeren?) een bepaald muziekstuk hebben, dat voor hen een bijzondere betekenis heeft en dat ze met elkaar delen. Deze bijeenkomsten / vieringen zouden incidenteel kunnen plaats vinden. We denken aan vier bijeenkomsten per jaar. In het algemeen vindt de pastoraatsgroep dat het fijn zou zijn als er na afloop van een viering (in het weekend of anderszins) gelegenheid is om met een kopje koffie na te praten.

Onder verkondiging verstaan we de verheldering van de betekenis van het evangelie in de openbaarheid. Traditioneel denken we dan aan de preek. Je kunt echter ook denken aan:
a. deelname vanuit de kerk aan het openbare debat over zaken van algemeen belang en over zaken waar discussie over leeft;
b. openstellen van lezingen;
c. organiseren van gespreks- of discussieavonden. 

Dit is zomaar een visie van een parochie in ons bisdom over wat ze wil zijn en wat haar core business is. Ik heb het willekeurig van internet geplukt. Het is onthutsend hoe weinig dit nog met katholiek geloof en katholieke Kerk te maken heeft. De ontkerkelijking is een uitdaging, zegt men maar blijkbaar niet om wegen te vinden om het geloof te verkondigen, niet om de liturgie zo te vieren dat het mensen brengt tot het katholieke geloof….  Catechese (nog steeds met k geschreven zoals eertijds) is met elkaar praten over het geloof, een soort ervaringen uitwisselen. Het niveau waarop die zgn catechese zich dan beweegt, laat zich wel raden. Het zal niet zoveel met de leer van de Kerk te maken hebben. Want de kennis daaromtrent is bedroevend. Het zal wel gaan over “ik vind” en “jij vindt” en misschien “vinden we er samen ook nog iets van”. Dan wil men zich ook gaan begeven op het terrein van “zingeving en spiritualiteit”. Deze modewoorden hebben vooral een vage en diffuse inhoud. Niemand kan precies zeggen wat het is. Het heeft vooral te maken met een “fijn gevoel krijgen” en “elkaar een fijn gevoel geven” en zo “verbinding” tot stand brengen. Veel gedichten met één tot drie woorden op een regel!

Men wil overleven door te vervagen wat men eens was; door het katholieke geloof in te ruilen voor wat seculiere “verbinding”. Eén ding kan ik met zekerheid zeggen: zó zullen ze als parochie niet overleven en dat is maar gelukkig ook!

Toch lijkt de Kerk hier in meerdere of mindere mate op in te zetten. Weliswaar niet zo erg en zo duidelijk als bij ons internetvoorbeeld maar toch! Vertel mij: waar zijn de moedige bisschoppen die opkomen voor de christelijke waarden en waarheden, ook als daarna de hele publieke opinie roept: “kruisig hem!” Waar zijn de bisschoppen die vierkant achter hun priesters gaan staan, als deze in de pastorale en liturgische praktijk handelen zoals de katholieke Kerk dat vraagt en daarom in feite dissidente (zeg heterodoxe groepen) met de pers over zich heen krijgen? Waar zijn de bisschoppen die, als het nodig is met harde hand, een einde maken aan onkatholieke praktijken die in parochies blijven doorzieken of priesters suspenderen of wegsturen die alleen zichzelf verkondigen in plaats van de katholieke leer?
Ze zijn er eigenlijk niet of nauwelijks. De lieve vrede is ondanks alle evangelische waarschuwingen belangrijker dan de waarheid en het hei van de zielen. Daarom schermen ze zo graag met het eigenlijk heidense woordje “pontifex”. En zo maken ze zich wijs dat ze bruggen moeten bouwen tussen mensen, alsof dat de grootste religieuze opdracht van hun ambt zou zijn. Het klassieke woord “pontifex” betekent wegbereider naar God, bruggenbouwer naar God. Maar dat lijkt niet hun eerste bekommernis. De eigen christelijke benaming trouwens is “episkopos” en dat betekent: “toezichthouder”, “inspecteur”. Maar dat woord gebruiken ze liever niet want het klinkt negatief en zo van bovenaf. Men wil toch naast zijn priesters en naast zijn mensen staan. Toch heten ze bisschoppen en dat is niet voor niets zo. Zij moeten toezien op het bewaren van het juiste geloof, de juiste zeden en de juiste kerkorde. En dat alles omdat er het heil van de zielen mee gemoeid is. Dit heil kan immers alleen bereikt worden als iemand het ware geloof belijdt, leeft volgens de christelijke moraal en kan leven in een geordende Kerk, in een geloofshuis dat op orde is. Een geordend geloofshuis is niet per se elke gemeenschap die het goed met elkaar kan vinden en die de pastoor op handen draagt. Veel bisschoppen lijken dat te denken: als er maar rust in de tent is, dan zit het goed. Dat ondertussen de liturgische misbruiken welig tieren en dat prediking totaal horizontaal is, en dus de mensen geestelijk naar de Filistijnen gaan, lijkt hen niet zo erg te deren. In het gunstigste geval klagen ze daarover in kleine kring maar het brengt hen niet tot de daden waartoe ze geroepen zijn.

En daarmee gaat de Kerk in onze streken langzaam te gronde. Al in het verleden zijn hele parochies aan de afval prijs gegeven en die afval zet zich nu onbarmhartig door. Daar kan geleuter over fijne, levenskrachtige gemeenschappen en elkaar vasthouden niets aan veranderen. En het is goed zo. Het gaat immers al lang niet meer over het heil van de zielen. Want dan zou men wel over (dood)zonden preken en ze concreet noemen om ervoor te zorgen dat mensen niet in de strikken van de duivel vallen en ten prooi aan de eeuwige verwerping. De profeten veroordelen keihard over de religieuze leiders die hun mensen niet waarschuwen voor  zonden en de gevolgen ervan in hun leven. Zo maken zij er zich mede schuldig aan de ondergang van de zondaars.

Het heil van de zielen lijkt verworden te zijn tot het hebben van een fijn gevoel (met elkaar) waarin de zonde is uitgebannen, Gods barmhartigheid iedere veroordeling onmogelijk maakt en eigenlijk iedereen doet wat hij wil. De pastoraal lijkt verworden tot een naast de mensen staan om hen te sterken in dat fijne gevoel. En je mag natuurlijk tegen niemand zeggen, dat hij niet te communie mag gaan tenzij hij zijn leven betert en gaat biechten. Dat is veel te negatief. Iedereen mag te communie want het leven is groei en in de groei is iets positiefs.
Dit is een kerk die in feite grotendeels in de greep is gekomen van de duivel. De duivel wordt al jarenlang door die kerk gefaciliteerd. Hij wil immers zoveel mogelijk mensen in doodzonde laten leven en zo van God wegtrekken. In de moderne kerk heeft hij een bondgenoot gevonden.

Dit is niet de katholieke Kerk. Die noemt in haar Catechismus nog steeds zonde wat zonde is, maakt onderscheid tussen doodzonde en dagelijkse zonden. Zij weet dat het heil der zielen niet door een “fijn leven” wordt bereikt maar door het kruis, door offer, door ascese. En dat is alleen mogelijk vanuit een gezond gebeds- en sacramenteel leven.

De katholieke priesters die er nog zijn, hebben vaak een moeilijk bestaan omdat er soms “parochianen” zijn die de onmogelijkste eisen stellen. Die priesters willen en kunnen er vanuit hun geweten niet aan toegeven maar als ze dat niet doen, dan komt er een persrel van en de betrokken priester weet dat bisschoppen dat niet plezierig vinden en altijd zullen zeggen of denken: had je niet beter kunnen communiceren? Had je niet wat mee begrip kunnen tonen. Dit leidt onherroepelijk tot stress.

Ik geef het je te doen als katholiek priester om pastoor te worden in de parochie die zich hierboven heeft geschilderd. De "actieve parochianen" zijn waarschijnlijk jaren lang gevormd in het nieuwe geloof van "samen" en "verbinding". Zij accepteren vaak normale katholieke dingen niet meer en de nieuwe pastoor krijgt de problemen. Hij kan het puin ruimen dat mede door het ontbreken van toezicht van de kant van de bisschop de jaren door heeft kunnen ontstaan. En het wordt hem door niemand in dank afgenomen.
Alleen de echte Heer van de Kerk zal hem uiteindelijk belonen.

C. Mennen pr

1 september 2016

1 opmerking:

Unknown zei

"Puin ruimen (...)" en blijven bidden, zo kan ieder toch meehelpen en getuigen dat uiteindelijk alles in Gods hand is.