Het begrip zonde geschrapt – Onderscheid van goed en kwaad afgeschaft
Door Roberto Mattei
Het begrip zonde geschrapt; het onderscheid tussen goed en kwaad
afgeschaft; het natuurrecht opgeruimd; iedere positieve verwijzing naar waarden
zoals maagdelijkheid en kuisheid zijn verleden tijd geworden. Met het
tussenrapport dat op 13 oktober door kardinaal Peter Erdö bij de Synode over
het gezin werd uitgebracht, dringt de seksuele revolutie officieel de Kerk
binnen met alle destructieve gevolgen van dien voor de zielen en de
maatschappij.
De Relatio post disceptationem die door kardinaal Erdö is geredigeerd is
het rapport waarin de eerste week van de Synode wordt samengevat en dat
aangeeft in welke richting de slotconclusies zullen gaan. Het eerste deel van
het document probeert in het meest verschrikkelijke jargon van de jaren zestig
van de vorige eeuw de “antropologisch-culturele verandering” van de
maatschappij als een “uitdaging” voor de Kerk voor te stellen. Vanuit een
overzicht, dat gaat van polygamie in Afrika en “huwelijk in etappes” tot de
“praktijk van het samenwonen” van de Westerse maatschappij, constateert het
rapport het bestaan van “een diffuus verlangen naar gezin”. We zoeken
tevergeefs naar enige morele beoordeling. Tegenover de dreiging van
individualisme en het individualistisch egoïsme zet de tekst het positieve
aspect van de “relatie” dat op zich als iets goeds gezien wordt vooral als die
relatie de neiging heeft in een stabiele verhouding te veranderen (nr. 9-10).
De Kerk geeft geen waardeoordelen meer maar beperkt zich tot “het spreken van
woorden van hoop en zingeving” (nr. 11). Hier verschijnt een nieuw en
verbazingwekkend moreel principe, de “wet van de geleidelijkheid” die het
mogelijk maakt positieve elementen te zien in alle situaties die tot nog toe
door de Kerk als zondig werden beschouwd. Het kwaad en de zonde bestaan helemaal
niet. Er bestaan alleen nog “onvolmaakte vormen van het goede” (nr 18) volgens
een doctrine van “gradatie van gemeenschap” die aan het Tweede Vaticaanse
Concilie wordt toegeschreven. “Daarom is een geestelijke onderscheiding met
betrekking tot samenwonen, tot burgerlijke huwelijken en tot hertrouwd
gescheidenen nodig. Het is de opdracht van de Kerk die verstrooide zaden van
het Woord te erkennen over de zichtbare en sacramentele grenzen heen”(nr. 29)
Hertrouwd
gescheidenen als voorwendsel om 2000 jaar moraal en geloof om zeep te helpen
Het probleem van de hertrouwd gescheidenen is het voorwendsel om een
principe door te voeren dat tweeduizend jaar katholieke moraal en katholiek
geloof om zeep helpt. Met een verwijzing naar Gaudium et Spes “richt zich de
Kerk met respect tot hen die op een onvolkomen wijze aan haar leven deelnemen,
en waardeert daarbij meer de positieve waarden die zij in zich dragen dan de
zwakten en de onvolkomenheden” (nr. 20). Dat betekent dat iedere vorm van
morele veroordeling wegvalt. Immers iedere zonde is eigenlijke een onvolkomen
vorm van het goede en daarmee een onvolkomen manier om aan de het leven van de
Kerk deel te nemen. “Op deze manier wordt een nieuwe dimensie van de huidige
gezinspastoraal gevormd door het verstaan van de werkelijkheid van burgerlijke
huwelijken en, met de noodzakelijke verschillen, ook van het samenwonen” (nr.
22). En dat vooral “als de relatie door een publieke band een aanzienlijke
stabiliteit bereikt en gekenmerkt wordt door een diepe genegenheid en
verantwoordelijkheid tegenover de kinderen en door het vermogen moeilijkheden
te doorstaan” (nr. 22). Daarmee wordt de leer van de Kerk te niet gedaan die
stelt dat het bevestigen van de zonde door een burgerlijke huwelijkssluiting
een grotere zonde is dan een toevallige en vluchtige seksuele gemeenschap,
omdat het daarbij namelijk gemakkelijker is weer op het juiste pad te komen.
“Moedige
pastorale beslissingen” betekenen niet de moed om aan het kwaad weerstand te
bieden.
“Een nieuwe gevoeligheid in de hedendaagse zielzorg bestaat erin aandacht
te schenken aan de positieve werkelijkheid van burgerlijke huwelijken en, met
het nodige onderscheid, ook van het samenwonen”(nr. 36). In de nieuwe pastoraal
moet men dus zwijgen over het kwaad, moet men afzien van de bekering van de
zondaar en de status quo als onomkeerbaar aanvaarden. Dat is het wat het
rapport “moedige pastorale beslissingen” (nr. 40) noemt. Naar het schijnt
bestaat de moed niet in het weerstand te bieden aan het kwaad maar in het eraan
toegeven. De plaatsen waar het gaat over de acceptatie van homoseksuelen lijken
het meest schandalig maar ze zijn slechts een logisch gevolg van de principes
die we tot nu toe zagen. Ook de man in de straat begrijpt dat: als het de
hertrouwd gescheidenen toegestaan is de sacramenten te ontvangen, dan is alles
toegestaan, het homoseksuele pseudohuwelijk incluis.
Homoseksuelen
hebben “de christelijke gemeenschap gaven en talenten te bieden”?
Nog nooit, werkelijk nog nooit, stelt Marco Politi in Il Fatto van 14
oktober, kon men in een officieel van kerkelijke zijde samengesteld document
een dergelijke zin lezen: “Homoseksuelen hebben de christelijke gemeenschap
gaven en talenten te bieden.” Gevolgd door een vraag aan alle bisschoppen van
de hele wereld: “zijn wij in staat deze mensen te aanvaarden waarbij wij hen
een ruimte van broederlijkheid in onze gemeenschappen verzekeren?” (nr. 50)
Ofschoon de verbindingen tussen personen van hetzelfde geslacht niet met het
huwelijk tussen man en vrouw gelijk gesteld worden, biedt de Kerk aan
“realistische wegen van affectieve groei en van menselijke en evangelische
rijpheid met inbegrip van de seksuele component uit te werken” (nr. 51) “Zonder
de morele problemen die met homoseksuele verbindingen samenhangen, te
ontkennen, neemt men ter kennis dat er gevallen bestaan waarin wederzijdse
offerbereide steun een kostbare hulp voor het leven van de partners is”(nr.
52). Geen principieel bezwaar wordt aangetekend tegen de adoptie van kinderen
door homoseksuele paren. Men beperkt er zich toe te zeggen, dat “de Kerk
bijzondere aandacht heeft voor de kinderen, die met paren van gelijk geslacht
leven, waarbij zij stelt dat de behoeften en de rechten van de kinderen altijd
op de eerste plaats moeten komen” (nr. 52). Op de persconferentie waarbij het
rapport gepresenteerd werd, ging mgr. Bruno Forte zo ver dat hij de wens uitte
tot een “codificering van de rechten die aan mensen in homoseksuele
verbindingen gegarandeerd moeten worden”.
Leuzen in
de plaats van woorden van de apostel Paulus
De vernietigende woorden van de heilige Paulus, die stelt dat
“hoerenlopers, afgodendienaars, echtbrekers, schandknapen, knapenschenders,
dieven, uitbuiters, noch dronkaards, lasteraars, oplichters het Rijk Gods niet
zullen erven”(1 Kor. 6, 9-10), hebben voor de jongleurs van de nieuwe
panseksuele moraal hun betekenis verloren. Volgens hen moet men juist de
positieve werkelijkheid ontdekken van wat altijd de zonde was die tot de hemel
om wraak roept (Catechismus van de H. Pius X). De “verbodsmoraal” moet door de
moraal van de dialoog en van de barmhartigheid vervangen worden en de slogan
van de jaren zestig “het is verboden te verbieden” wordt in de volgende
pastorale formule geactualiseerd: “er mag niets veroordeeld worden". Er
sneuvelen niet alleen twee geboden, het zesde en het negende, die onzuivere
gedachten en daden buiten het huwelijk verbieden maar ook verdwijnt het idee
van een objectieve natuurlijke en goddelijke orde die in de tien geboden is samengevat.
Er bestaan geen handelingen meer, die in zichzelf ongeoorloofd zijn, geen
waarheden en morele waarden waarvoor men bereid moet zijn ook zijn eigen leven
te geven (nr. 51 en nr. 94) zoals de encycliek Veritatis Splendor definieert.
In de beklaagdenbank zitten niet alleen Veritatis Splendor en laatste
uitspraken van de Congregatie voor de Geloofsleer rond de seksuele moraal maar
ook het Concilie van Trente dat de aard van de zeven sacramenten dogmatisch
heeft gedefinieerd, beginnend met de eucharistie en het huwelijk.
De
“enquête” voor de bisschoppen en de sociologische manipulatie
Alles begint in oktober 2013 als paus Franciscus, nadat hij de beide
synodes over het gezin – de gewone en de buitengewone – aangekondigd had, een
“enquête” aan de bisschoppen over heel de wereld liet sturen. De bedrieglijke
inzet van opiniepeilingen en enquêtes is bekend. De publieke opinie denkt dat
iets wel juist moet zijn als een meerderheid van de mensen het op een bepaalde
manier ziet. En de peilingen schrijven aan de meerderheid meningen toe die al
door de manipulerende meningsvormers zijn voorgekookt. De enquête die paus
Franciscus wilde, behandelde de belangrijkste thema’s, van voorbehoedsmiddelen
tot communie voor hertrouwd gescheidenen, van het samenwonen tot huwelijk
tussen homoseksuelen, meer om de meningen te beïnvloeden dan om die te peilen.
Het eerste antwoord dat gepubliceerd werd, was op 3 februari niet toevallig
het antwoord van de Duitse Bisschoppenconferentie. Het had de duidelijke
bedoeling de voorbereiding van de Synode te beïnvloeden en vooral om kardinaal
Kasper de sociologische basis te verschaffen, die hij voor zijn referaat op het
kardinalenconsistorie nodig had en waartoe de paus hem de opdracht gegeven had.
Uit het antwoord van de Duitse bisschoppen kwam duidelijk de uitdrukkelijke
afwijzing door de Duitse katholieken naar voren van de “kerkelijke uitspraken
over voorhuwelijks geslachtsverkeer, over homoseksualiteit, over hertrouwd
gescheidenen en over geboorteregeling” (DBK-Antwort blz. 2). En verder: “De
antwoorden van de bisdommen maken duidelijk hoe groot het verschil is tussen de
gelovigen en de officiële leer vooral met betrekking tot voorechtelijk
geslachtsverkeer, hertrouwd gescheidenen, de geboorteregeling en
homoseksualiteit” (DBK-Antwordt blz. 19). Dit “verschil” werd niet
gepresenteerd als een zich verwijderen van de katholieken van het leergezag van
de Kerk maar als het onvermogen van de Kerk de tekenen van de tijd te verstaan
en daarbij aan te sluiten. Kardinaal Kasper noemde in zijn referaat in het
consistorie op 20 februari dit verschil een “afgrond” die de Kerk zou moeten
opvullen door zich aan de praktijk van de zedeloosheid aan te passen.
Paus wil
een “transparante” discussie achter gesloten deuren
Volgens een van de aanhangers van Kasper, de Genuese priester Giovanni
Cereti, bekend vanwege zijn tendentieuze studie over de echtscheiding in oude
Kerk, werd de enquête door paus Franciscus in gang gezet om te verhinderen dat
het debat “achter gesloten deuren” zou plaats vinden (Il Regno-Attualità
6/2014, blz. 158). Als het waar zou zijn dat de paus een transparante discussie
wilde, dan is het niet begrijpen waarom het buitengewone consistorie en nu de
Synode in oktober achter gesloten deuren plaats vinden. De enige tekst waarvan
men dankzij het dagblad Il Foglio kennis kreeg was de toespraak van kardinaal
Kasper. Over de synodestukken zelf ligt een deken van stilzwijgen.
Wie de
controle heeft over het proces, heeft de controle over de opinies
In zijn Conciliedagboek noteerde pater Chenu op 10 november 1962 de
volgende zin van Don Guiseppe Dossetti, een van de voornaamste strategen van
het progressieve front op het Concilie: “De meest effectieve veldslag verloopt
via het proces. Langs deze weg heb ik steeds gewonnen.” In vergaderingen ligt
het beslissingsproces niet in de hand van de meerderheid maar in de hand van de
minderheid, die de gang van zaken controleert. Democratie bestaat in de
politieke maatschappij niet en al helemaal niet in de godsdienstige. De
democratie in de Kerk is, zoals de filosoof Marcel de Corte opmerkt, een
kerkelijk caesarisme, het ergste van alle regimes. Bij het verloop van de
huidige synode werd het bestaan van dit kerkelijk caesarisme bewezen door het
beklemmende klimaat van de censuur dat tot nu toe op de Synode drukt.
Zelfs
seculiere media verrast door de explosieve kracht van het rapport
De meest opmerkzame vaticanisten zoals Sandro Magister en Marco Tosatti
hebben erop gewezen dat in tegenstelling tot Synoden tot nu toe, de
interventies van de synodevaders onder een publicatieverbod vallen. Magister
herinnert aan het onderscheid dat Benedictus XVI maakte tussen het “werkelijke”
Tweede Vaticaanse Concilie en het “virtuele” dat er als een stolp overheen
stond en hij sprak van een “verdubbeling van een werkelijke en een virtuele
Synode waarbij de laatste door de media is geconstrueerd door een systematische
accentuering van dingen die voor de tijdgeest belangrijk zijn”. Nu zijn
het echter de teksten van de Synode zelf, die zich met een vernietigende kracht
baan breken, en wel zonder vertekening door de media, die zich zelf veeleer
totaal verrast toonden door de explosieve kracht van het rapport van kardinaal
Erdö.
Natuurlijk komt dit document niet van het leergezag. Men mag ook
betwijfelen of het werkelijk het denken van de synodevaders weerspiegelt. De
Relatio anticipeert echter op de Relatio Synodi, het slotdocument van
bisschoppenvergadering.
Weerstand
is nu een groter gewetensdrama: indertijd ging het erom Hendrik VIII te
weerstaan, nu de paus
Het echte probleem dat zich nu voordoet, is dat van het verzet dat door het
boek “In de waarheid van Christus blijven” van de kardinalen Brandmüller,
Burke, Cafarra, De Paolis en Müller (Echter Verlag 2014) aangekondigd werd.
Kardinaal Burke bevestigde in zijn interview met Alexander Nocchi ( Il Foglio,
14 oktober 2014), dat eventuele veranderingen in geloofsleer of geloofspraktijk
van de Kerk door de paus onaanvaardbaar zouden zijn, “omdat de paus de
plaatsbekleder van Christus op aarde is en daarom de eerste dienaar van de
geloofswaarheid. De leer van Christus kennend zie ik niet hoe men van deze
leer zou kunnen afwijken door een doctrinele verklaring of een pastorale
praktijk die geen recht doen aan de waarheid.”
De bisschoppen en kardinalen, meer nog dan de eenvoudige gelovigen, staan
voor een verschrikkelijk gewetensdrama dat veel ernstiger is als dat waarin
zich in de 16de eeuw der Engelse martelaren bevonden. Toentertijd ging het erom
ongehoorzaam te zijn aan het hoogste wereldlijke gezag, koning Hendrik VIII,
die wegens een echtscheiding de Kerk van Engeland in een schisma met de Kerk
van Rome bracht. Nu moet men zich echter verzetten tegen het hoogste kerkelijke
gezag als dit van de altijd geldende leer van de Kerk zou afwijken. Wie nu tot
verzet geroepen zijn, zijn niet ongehoorzame katholieken of zij die zich tegen
de leer verzetten, maar juist degenen die het instituut van het pausschap het
meest eerbiedigen. Indertijd werden degenen die verzet pleegden, aan de
wereldlijke overheid overgedragen die hen dan liet onthoofden of vierendelen.
De huidige seculiere macht gebruikt de morele lynchjustitie door de
psychologische druk die door de massamedia op de publieke opinie wordt
uitgeoefend. Het resultaat is dikwijls het geestelijke en lichamelijk instorten
van het slachtoffer, een identiteitscrisis, het verlies van roeping en geloof,
tenzij men in staat is, met de hulp van Gods genade, de heldhaftige deugd van
de standvastigheid te beoefenen. Verzet betekent uiteindelijk het volledig
bevestigen van de overeenstemming van het eigen leven met de onveranderlijke
waarheid van Jezus Christus waarbij men de stellingen verwerpt die de
eeuwigheid van het Ware verloren willen laten gaan in de vluchtigheid van de
ervaring.
1 opmerking:
Dit rapport was echt vreselijk. De bisschoppen lijken tegenwoordig meer bezig met de zondige meerderheid dan met de zelfsame heiligen. De wereld vetrapt de puren van hart en de kerk doet er aan mee.
Een reactie posten