zondag 28 december 2014

Interview met hulpbisschop Athanasius Schneider


Gepubliceerd in: Polonia Christiana.

Vraag 1: Monseigneur, wat is uw mening betreffende de onlangs gehouden synode over het gezin? Wat is haar boodschap voor het gezin?

Gedurende de synode waren er momenten van duidelijke manipulatie van de kant van enkele prelaten die sleutelposities bezaten in de redactie en de leiding van de synode. Het tussenrapport (Relatio post disceptationem) was zonder meer een tevoren samengestelde tekst zonder enige verband met wat er werkelijk door de synodevaders was gezegd. In de alinea’s over homoseksualiteit, seksualiteit en “hertrouwd gescheidenen” en hun toelating tot de sacramenten vertegenwoordigde de tekst een radicale neoheidense  ideologie.
Het is de eerste keer in de kerkgeschiedenis dat een dergelijke heterodoxe tekst als document van een officiële vergadering van katholieke bisschoppen onder leiding van een paus gepubliceerd is, al had de tekst dan slechts een voorlopig karakter. Dank zij God en de gebeden van de gelovigen over heel de wereld heeft een consistent aantal synodevaders deze agenda vastbesloten van de hand gewezen. Deze agenda weerspiegelt de corrupte en heidense hoofdstroom van onze tijd en wordt wereldwijd door politieke druk en door de bijna almachtige officiële massamedia doorgedrukt. Zij zijn horig aan de wereldwijde genderideologie-partij.

Een dergelijk, zij het ook voorlopig, synodedocument is een echte schande en een aanwijzing voor de mate waarin de geest van de antichristelijke wereld op zo belangrijke niveaus van het leven van de Kerk is binnengedrongen. Dit document zal voor de toekomstige generaties en voor de historici een zwarte vlek zijn die de eer van de Heilige Stoel bezoedeld heeft. Gelukkig is de slotboodschap van de synodevaders een echt katholiek document, dat uitdrukking geeft aan de goddelijke waarheid over het gezin zonder over de diepere wortels van de problemen te zwijgen, namelijk de werkelijkheid van de zonde. Dit stuk geeft werkelijk moed en troost aan katholieke gezinnen.
Enige citaten: “Wij denken aan de lasten die het leven oplegt in het lijden dat kan ontstaan door een kind met bijzondere behoeften, door een ernstige ziekte, door de moeilijkheden van de ou-derdom of door de dood van een geliefde mens. Wij bewonderen de trouw van zoveel gezinnen die dit lijden met moed, geloof en liefde verdragen. Zij zien het niet als een last die hen opgelegd is, maar als iets waarin zij zichzelf geven en het lijden van Christus zien in de zwakheid van het vlees. [….] De echtelijke liefde die uniek en onontbindbaar is houdt ondanks vele moeilijkheden vol. Zij is een van de mooiste en tegelijk meest voorkomende wonderen. Deze liefde breidt zich uit door vruchtbaarheid en voortplanting. Zij omvat niet slechts het voortbrengen van kinderen, maar ook de gave van het goddelijk leven in het doopsel, het godsdienstige onderricht en de godsdienstige opvoeding van de kinderen. […] De aanwezigheid van het gezin van Jezus, Maria en Jozef in hun bescheiden woning zweeft boven u.”

Vraag 2: Wie een verandering van de kerkelijke leer t.a.v. morele vraagstukken (bijv. toelating van “hertrouwd gescheidenen” tot de heilige communie of een vorm van toelating van homoseksuele verbintenissen) had verwacht, werd waarschijnlijk door de slot-relatio teleurgesteld. Bestaat ech-ter niet het gevaar dat alleen al vraagtekens plaatsen bij en bespreekbaar maken van dingen die fundamenteel zijn voor de leer van de Kerk, in de toekomst de deuren zal openen voor ernstige misbruiken of voor soortgelijke pogingen de kerkelijke leer te herzien?

Een goddelijke gebod, in ons geval het zesde gebod, de absolute onontbindbaarheid van het huwelijk, een door God gegeven regel, betekent dat degenen die zich in de toestand van zware zonde bevinden, niet tot de communie kunnen worden toegelaten. Dat wordt door de heilige Paulus geleerd in 1 Kor. 11, 27-30, een brief die door de Heilige Geest is geïnspireerd. Daarover kan men niet stemmen evenmin als men kan stemmen over de godheid van Christus. Iemand die in een onontbindbare sacramentele huwelijksband leeft en desondanks een blijvende, op een huwelijk gelijkende levensgemeenschap met iemand anders onderhoudt, is bij goddelijke wet van het ont-vangen van de communie uitgesloten. Als zo iemand door een publieke kerkelijke verklaring toegelaten zou worden, dan zou dat een loochening van de onontbindbaarheid van het christelijk huwelijk op verderfelijke wijze legitimeren en tegelijk het zesde gebod van God loochenen: “Gij zult niet echtbreken”.
Geen menselijke instelling, zelfs niet de paus of een Concilie, bezit de autoriteit en de bevoegdheid een van de tien geboden of de goddelijke woorden van Christus, op een of andere manier (zelfs niet een beetje of indirect) op te heffen: “Wat God verbonden heeft, dat zal de mens niet scheiden”(Mt. 19, 6). Ondanks deze heldere waarheid die altijd  en op dezelfde wijze – immers onver-anderlijk – door de tijden heen door het kerkelijke leergezag tot in onze tijden werd geleerd, (bijv. in “Familiaris Consortio” van Johannes Paulus II, in de Catechismus van de katholieke Kerk, en in het onderricht van paus Benedictus XVI) heeft men op de synode over de kwestie van de toelating van zgn. “hertrouwd gescheidenen tot de heilige communie een stemming gehouden. Dit feit is zeer ernstig en geeft blijkt van een klerikale arrogantie tegenover de goddelijke waarheid van Gods Woord. De poging over de goddelijke waarheid en over het goddelijke woord een stemming te houden, is zeer ongepast voor hen  die als vertegenwoordigers van het leergezag geroepen zijn het Depositum fidei als goede en trouwe beheerders (Mt. 24, 45) door te geven.
Door de toelating van “hertrouwd gescheidenen” tot de heilige communie beginnen deze bis-schoppen naar eigen goeddunken een nieuwe traditie en overtreden daarmee het gebod van God. Christus heeft de Farizeeën en Schriftgeleerden daarover een keer berispt (vgl. Mt. 15, 3). Nog zwaarwegender is het feit dat deze bisschoppen proberen hun ontrouw jegens het woord van Christus te legitimeren met argumenten als “pastorale noodzaak”, “barmhartigheid”, ”openheid voor de Geest”. Bovendien zijn zij niet bang en tonen zij geen enkele terughoudendheid om de werkelijke betekenis van deze woorden in een gnostische zin om te vormen, doordat zij tegelijker-tijd hen die hen tegenspreken en het onveranderlijke goddelijke gebod en niet een menselijke traditie verdedigen, te bestempelen als star, scrupuleus of traditionalistisch. Gedurende de grote ariaanse crisis van de 4de eeuw werden de verdedigers van de godheid van Gods Zoon ook als “onverdraagzaam” of als “traditionalisten” aangeduid. De heilige Athanasius werd zelfs door paus Liberius geëxcommuniceerd. Liberius motiveerde dat met het argument, dat Athanasius niet in gemeenschap was met de Oosterse bisschoppen die over het algemeen ketters of halfketters waren. Basilius de Grote verklaarde in deze situatie het volgende: “Slechts één zonde wordt tegenwoordig streng bestraft: het zorgvuldig in acht nemen van de overleveringen van onze vaderen. Daarom worden de goeden uit hun posities verdreven en de woestijn in gestuurd” (Ep. 243).
De bisschoppen die voor de communie van “hertrouwd gescheidenen” zijn, zijn de nieuwe Schrift-geleerden en Farizeeën, omdat ze het gebod van God veronachtzamen. Zij bevorderen dat  uit het lichaam en het hart van de “hertrouwd gescheidenen” nog meer “echtbreuk” voortkomt (Mt. 15, 19) omdat zij een uiterlijk “nette” oplossing willen omdat ze in de ogen van de machthebbers (de massamedia, de publieke opinie) als nette mensen gezien willen worden. Maar wanneer zij voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zullen ze zeker tot hun ontsteltenis de woorden van Christus horen: “Wat spreekt ge almaar over mijn geboden en hebt ge mijn verbond steeds op de tong? Gij die van tucht een afkeer hebt en nimmer acht slaat op mijn woorden. Ziet gij een dief dan gaat ge met hem stellen, met hen die echtbreuk plegen, gaat ge om.”(Ps. 50, 16-18)
Het slotbericht van de Synode bevat jammer genoeg ook de alinea met de stemming over de toelating van “hertrouwd gescheidenen” tot de heilige communie. Ook al haalde zij niet tweederde van de benodigde stemmen, toch blijft het zorgelijke en verbazingwekkende feit dat de absolute meerderheid van de aanwezige bisschoppen vóór toelating van “hertrouwd gescheidenen” tot de heilige communie hebben gestemd, een treurige afspiegeling van de geestelijke kwaliteit van het katholieke episcopaat in onze dagen. Bovendien is het treurig, dat deze alinea, die de vereiste kwalitatieve meerderheid niet haalde, in de slotrelatio is blijven staan en voor verdere discussie naar alle bisdommen wordt gestuurd. Dat zal de dogmatische verwarring bij priesters en gelovigen zeker nog verhogen, omdat het in mode is goddelijke geboden en goddelijke woorden van Christus en van de apostel Paulus aan menselijke beslissingsmacht te onderwerpen. Een kardinaal die openlijk en met nadruk de toelating van “hertrouwd gescheidenen” tot de heilige communie, ja zelfs de schandelijke uitspraken van het tussenrapport over homoseksuele “paren” ondersteunt, toonde zich tevreden met het slotdocument en verklaarde ongegeneerd: “Het glas is halfvol” en bij het beeld blijvende, zei hij dat eraan gewerkt moest worden dat het volgend jaar op de synode het glas helemaal vol zou zijn. Wij moeten echter vast geloven dat God plannen die zinnen op oneer-lijkheid, ontrouw en verraad, teniet zal doen. Christus staat onfeilbaar aan het roer van de boot van zijn Kerk te midden van een geweldige storm zoals we die meemaken. Wij geloven en wij vertrou-wen op de werkelijke Heer van de Kerk, onze Heer Jezus Christus die de waarheid is.

Vraag 3. Wij maken tegenwoordig een enorme agressie mee tegen het gezin. Die agressie wordt op het gebied van de wetenschap begeleid door een enorme verwarring over de mens en de men-selijke identiteit. Jammer genoeg zijn er vertegenwoordigers van de kerkelijke hiërarchie die bij de discussie over de kwesties meningen uiten, die tegengesteld zijn aan de leer van de Heer. Hoe moeten wij spreken met de mensen die het slachtoffer van deze verwarring worden. Hoe kunnen wij hun geloof sterken en hen tot het heil brengen?

In deze buitengewoon moeilijke tijd zuivert Christus ons katholieke geloof om de Kerk door deze beproeving helderder te laten schijnen en om haar werkelijk licht en zout voor de zouteloze, heidense wereld te laten zijn dank zij de trouw en het zuivere, eenvoudige geloof allereerst van de gelovigen, de kleinen in de Kerk, in de “Ecclesia docta” (de Kerk die onderwezen wordt), die in onze dagen de “Ecclesia docens” (de onderwijzende Kerk, dwz het leergezag) sterken zal evenals in de grote geloofscrisis van de vierde eeuw. Hierover schrijft de zalige John Henry Newman: “Dat is een heel opmerkelijk feit. Het bevat echter een moraal. Misschien werd het toegelaten om de Kerk, die juist in die tijd uit de situatie van vervolgingen kwam, de grote leer van het evangelie in te prenten dat niet de wijzen en de machtigen, maar de onbeduidenden, de ongeletterden en de zwakken de werkelijke kracht van de Kerk vormen. Het heidendom werd door de eenvoudige gelovigen ten val gebracht. De gelovigen hebben onder leiding van Athanasius en de Egyptische bisschoppen en op enkele andere plaatsen gesteund door hun bisschoppen en priesters, de ergste ketterijen weer-staan en uit het heilig gebied uitgebannen… In deze tijd van geweldige verwarring werd het dogma van de godheid van onze Heer verkondigd, doorgezet en bewaard. Menselijkerwijs gesproken werd dit dogma  meer door de “Ecclesia docta” bewaard  dan door de “Ecclesia docens”. De totaliteit van de bisschoppen was ontrouw geworden aan hun opgave, terwijl de totaliteit van de leken trouw was aan het doopsel. Nu eens verklaarde de paus, dan weer een patriarch, een metropoliet of een andere belangrijke bisschop of algemene concilies iets wat men niet had mogen zeggen of zij deden iets wat de geopenbaarde waarheid verduisterde en geweld aandeed. Aan  de andere kant was er het christenvolk onder leiding van de Voorzienigheid; was er de kerkelijke kracht van een Athanasius, Hilarius, Eusebius van Vercelli en andere grote en eenzame belijders, die zonder de gelovigen geen succes gehad zouden hebben”(Arianen van de vierde eeuw 466).
We moeten gewone katholieke bemoedigen trouw te blijven aan de Catechismus die ze geleerd hebben, aan de duidelijke woorden van Christus in het evangelie en aan het overgeleverde geloof van hun vaders en voorvaders. We moeten studiegroepen en lezingen organiseren over de blijvende leer van de Kerk inzake huwelijk en kuisheid en daarvoor vooral jonge paartjes uitnodigen. We moeten de grote schoonheid laten zien van een leven in kuisheid, de grote schoonheid van een christelijk huwelijk en gezin, de grote waarde van het kruis en het offer in ons leven. We moeten het voorbeeld van de heiligen en voorbeeldige mensen voorhouden die hebben laten zien dat zij, al hebben zij geleden onder dezelfde bekoringen van het vlees, onder dezelfde vijandigheid en spot van de heidense wereld, toch met de genade van Christus een gelukkig leven in kuisheid, in een christelijke huwelijk of in het gezin hebben geleid. Het geloof, de zuivere en volledige katho-lieke en apostolische geloof zal de wereld overwinnen (vgl. 1 Joh. 5, 4).
We moeten groepen jongeren met een zuiver hart, gezinsgroepen en groepen van katholieke echtparen, die zich aan hun huwelijksbeloften gebonden weten, oprichten en bevorderen. We moeten kringen organiseren die gebroken gezinnen en alleen opvoedende moeders moreel en materieel helpen; groepen die met gebed en raad gescheiden paren ondersteunen; groepen en personen die “hertrouwd gescheidenen” helpen  om een proces van serieuze bekering mogelijk te maken doordat zij nederig hun zondige situatie erkennen en met de hulp van Gods genade die zonden verlaten die het gebod van God en de heiligheid van het huwelijkssacrament schenden. Wij moeten groepen oprichten die mensen met homoseksuele neigingen liefdevol steun bieden om de weg van de christelijke bekering te gaan, de gelukkige en mooie weg van een kuis leven en hen diskreet een psychologische genezing aanbieden. Wij moeten onze tijdgenoten in de neoheidense wereld de bevrijdende goede boodschap van de leer van Jezus Christus voor ogen houden en preken dat het gebod van God, ook het zesde gebod, wijs en mooi is: “De wet van de Heer is volkomen, zij sterkt de onzekere geest.  Zijn voorschriften zijn betrouwbaar, onwetenden maken zij wijs. Rechtmatig zijn al zijn bevelen, bevredigend voor het gemoed. Glashelder zijn zijn geboden, zij zijn een licht voor het oog.” (Ps. 19, 7-8)

Vraag 4: Gedurende de Synode bekritiseerde aartsbisschop Gadecki van Poznan en enkele andere belangrijke prelaten openlijk het feit dat de resultaten van de discussies afweken van de altijd geldige leer van de Kerk. Bestaat er hoop dat te midden van deze verwarring die leden van de clerus  en die gelovigen zullen wakker worden, die zich eer tot nog toe niet van bewust waren dat er in het binnenste van de Kerk mensen zijn die de leer van de Heer ondergraven.

Het strekt het Pools katholicisme zeker tot eer, dat de voorzitter van het katholieke episcopaat, zijn excellentie aartsbisschop Gądecki heel helder en moedig de waarheid van Christus over het huwelijk en de menselijke seksualiteit verdedigd heeft. Daardoor toonde hij zich een echte geestelijke zoon van Johannes Paulus II. Kardinaal George Pell noemde de liberale seks-agenda en de zogenaamde barmhartige en pastorale vraag naar toelating van “hertrouwd gescheidenen” tot de heilige communie tijdens de synode zeer treffend het topje van de ijsberg en een soort Trojaans paard in de Kerk.
Dat er in de schoot van de Kerk mensen zijn die de leer van de Heer ondergraven, werd dank zij internet en het werk van katholieke journalisten voor heel de wereld duidelijk. Voor hen was het niet onverschillig wat er met het katholieke geloof gebeurde dat voor hen een schat in Christus is. Ik was blij dat enkele katholieke journalisten en internetbloggers zich als goede soldaten van Chris-tus gedroegen en de publieke aandacht richtten op de klerikale agenda gericht op een ondermijning van de blijvende leer van onze Heer. Kardinalen, bisschoppen, priesters, katholieke gezinnen, katholieke jongeren moeten duidelijk zeggen: ik ben niet bereid mij aan de neoheidense geest van deze wereld aan te passen, zelfs als deze geest door enkele kardinalen en bisschoppen van de Kerk verspreid wordt. Ik zal de bedrieglijke en ongepaste instrumentalisering van de heilige barmhartigheid van God die zij toepassen en hun bewering van een “nieuw Pinksteren” niet aanvaarden. Ik ben niet bereid het afgodsbeeld van de genderideologie, het tweede huwelijk en het ongehuwd samenwonen te bewieroken. Ook als mijn bisschop dat zou doen, ik zal het niet doen. Met Gods genade zal ik liever lijden dan de volle waarheid van Christus over de menselijke seksualiteit en het huwelijk te verraden.
De getuigen zullen de wereld overtuigen, niet de leraren, zegt Paulus VI in “Evangelii nuntiandi”. De Kerk en de wereld hebben dringend onverschrokken en eerlijke getuigen nodig voor de hele waarheid van de geboden en de wil van God en de volle waarheid van de woorden van Christus over het huwelijk. Moderne klerikale Farizeeën en Schriftgeleerden, de bisschoppen en kardinalen die de neoheidense afgoden van de genderideologie en het concubinaat bewieroken, zullen niemand overtuigen om in Christus te geloven en zijn leven voor Christus te geven. Het is inderdaad zo: “Veritas Domini manet in aeternum” (ps. 116: “De waarheid van de Heer houdt in eeuwigheid stand.” en “Christus is dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid” (Hebr. 13, 8) en “de waarheid zal u vrij maken” (Joh. 8, 32). Deze laatste zin was een van lievelingscitaten uit de Bijbel van paus Johannes Paulus II, de paus van het gezin. We kunnen daaraan toevoegen: de geopenbaarde en onveranderlijk overgeleverde goddelijke waarheid over de menselijke seksualiteit en het huwelijk zal in de zielen binnen en buiten de Kerk ware vrijheid brengen. Te midden van een crisis van de Kerk en van het slechte morele en dogmatische voorbeeld van enkele bisschoppen in zijn tijd, troostte de heilige Augustinus de eenvoudige gelovigen met de woorden: “Wat wij bisschoppen ook mogen zijn, jullie zijn veilig want jullie hebben God tot Vader en zijn Kerk tot Moeder” (Contra litteras Petiliani III, 9, 10).

Athanasius Schneider, hulpbisschop van het aartsbisdom van de allerheiligste maagd Maria in Astane, Kasachstan.

Geen opmerkingen: