Gepubliceerd in: Polonia Christiana.
Vraag 1: Monseigneur, wat is uw mening betreffende de onlangs gehouden synode over het gezin? Wat is haar boodschap voor het gezin?
Vraag 1: Monseigneur, wat is uw mening betreffende de onlangs gehouden synode over het gezin? Wat is haar boodschap voor het gezin?
Gedurende de synode waren er momenten van duidelijke manipulatie van de
kant van enkele prelaten die sleutelposities bezaten in de redactie en de
leiding van de synode. Het tussenrapport (Relatio post disceptationem) was
zonder meer een tevoren samengestelde tekst zonder enige verband met wat er
werkelijk door de synodevaders was gezegd. In de alinea’s over
homoseksualiteit, seksualiteit en “hertrouwd gescheidenen” en hun toelating tot
de sacramenten vertegenwoordigde de tekst een radicale neoheidense
ideologie.
Het is de eerste keer in de kerkgeschiedenis dat een dergelijke heterodoxe
tekst als document van een officiële vergadering van katholieke bisschoppen
onder leiding van een paus gepubliceerd is, al had de tekst dan slechts een
voorlopig karakter. Dank zij God en de gebeden van de gelovigen over heel de
wereld heeft een consistent aantal synodevaders deze agenda vastbesloten van de
hand gewezen. Deze agenda weerspiegelt de corrupte en heidense hoofdstroom van
onze tijd en wordt wereldwijd door politieke druk en door de bijna almachtige
officiële massamedia doorgedrukt. Zij zijn horig aan de wereldwijde
genderideologie-partij.
Een dergelijk, zij het ook voorlopig, synodedocument is een echte schande
en een aanwijzing voor de mate waarin de geest van de antichristelijke wereld
op zo belangrijke niveaus van het leven van de Kerk is binnengedrongen. Dit
document zal voor de toekomstige generaties en voor de historici een zwarte
vlek zijn die de eer van de Heilige Stoel bezoedeld heeft. Gelukkig is de
slotboodschap van de synodevaders een echt katholiek document, dat uitdrukking
geeft aan de goddelijke waarheid over het gezin zonder over de diepere wortels
van de problemen te zwijgen, namelijk de werkelijkheid van de zonde. Dit stuk
geeft werkelijk moed en troost aan katholieke gezinnen.
Enige citaten: “Wij denken aan de lasten die het leven oplegt in het lijden
dat kan ontstaan door een kind met bijzondere behoeften, door een ernstige
ziekte, door de moeilijkheden van de ou-derdom of door de dood van een geliefde
mens. Wij bewonderen de trouw van zoveel gezinnen die dit lijden met moed,
geloof en liefde verdragen. Zij zien het niet als een last die hen opgelegd is,
maar als iets waarin zij zichzelf geven en het lijden van Christus zien in de
zwakheid van het vlees. [….] De echtelijke liefde die uniek en onontbindbaar is
houdt ondanks vele moeilijkheden vol. Zij is een van de mooiste en tegelijk
meest voorkomende wonderen. Deze liefde breidt zich uit door vruchtbaarheid en
voortplanting. Zij omvat niet slechts het voortbrengen van kinderen, maar ook
de gave van het goddelijk leven in het doopsel, het godsdienstige onderricht en
de godsdienstige opvoeding van de kinderen. […] De aanwezigheid van het gezin
van Jezus, Maria en Jozef in hun bescheiden woning zweeft boven u.”
Vraag 2: Wie een verandering van de kerkelijke leer t.a.v. morele
vraagstukken (bijv. toelating van “hertrouwd gescheidenen” tot de heilige
communie of een vorm van toelating van homoseksuele verbintenissen) had
verwacht, werd waarschijnlijk door de slot-relatio teleurgesteld. Bestaat
ech-ter niet het gevaar dat alleen al vraagtekens plaatsen bij en bespreekbaar
maken van dingen die fundamenteel zijn voor de leer van de Kerk, in de toekomst
de deuren zal openen voor ernstige misbruiken of voor soortgelijke pogingen de
kerkelijke leer te herzien?
Een goddelijke gebod, in ons geval het zesde gebod, de absolute
onontbindbaarheid van het huwelijk, een door God gegeven regel, betekent dat
degenen die zich in de toestand van zware zonde bevinden, niet tot de communie
kunnen worden toegelaten. Dat wordt door de heilige Paulus geleerd in 1 Kor.
11, 27-30, een brief die door de Heilige Geest is geïnspireerd. Daarover kan
men niet stemmen evenmin als men kan stemmen over de godheid van Christus.
Iemand die in een onontbindbare sacramentele huwelijksband leeft en desondanks
een blijvende, op een huwelijk gelijkende levensgemeenschap met iemand anders
onderhoudt, is bij goddelijke wet van het ont-vangen van de communie
uitgesloten. Als zo iemand door een publieke kerkelijke verklaring toegelaten
zou worden, dan zou dat een loochening van de onontbindbaarheid van het
christelijk huwelijk op verderfelijke wijze legitimeren en tegelijk het zesde
gebod van God loochenen: “Gij zult niet echtbreken”.
Geen menselijke instelling, zelfs niet de paus of een Concilie, bezit de
autoriteit en de bevoegdheid een van de tien geboden of de goddelijke woorden
van Christus, op een of andere manier (zelfs niet een beetje of indirect) op te
heffen: “Wat God verbonden heeft, dat zal de mens niet scheiden”(Mt. 19, 6).
Ondanks deze heldere waarheid die altijd en op dezelfde wijze – immers
onver-anderlijk – door de tijden heen door het kerkelijke leergezag tot in onze
tijden werd geleerd, (bijv. in “Familiaris Consortio” van Johannes Paulus II,
in de Catechismus van de katholieke Kerk, en in het onderricht van paus
Benedictus XVI) heeft men op de synode over de kwestie van de toelating van
zgn. “hertrouwd gescheidenen tot de heilige communie een stemming gehouden. Dit
feit is zeer ernstig en geeft blijkt van een klerikale arrogantie tegenover de
goddelijke waarheid van Gods Woord. De poging over de goddelijke waarheid en
over het goddelijke woord een stemming te houden, is zeer ongepast voor
hen die als vertegenwoordigers van het leergezag geroepen zijn het
Depositum fidei als goede en trouwe beheerders (Mt. 24, 45) door te geven.
Door de toelating van “hertrouwd gescheidenen” tot de heilige communie
beginnen deze bis-schoppen naar eigen goeddunken een nieuwe traditie en
overtreden daarmee het gebod van God. Christus heeft de Farizeeën en
Schriftgeleerden daarover een keer berispt (vgl. Mt. 15, 3). Nog zwaarwegender
is het feit dat deze bisschoppen proberen hun ontrouw jegens het woord van
Christus te legitimeren met argumenten als “pastorale noodzaak”,
“barmhartigheid”, ”openheid voor de Geest”. Bovendien zijn zij niet bang en
tonen zij geen enkele terughoudendheid om de werkelijke betekenis van deze
woorden in een gnostische zin om te vormen, doordat zij tegelijker-tijd hen die
hen tegenspreken en het onveranderlijke goddelijke gebod en niet een menselijke
traditie verdedigen, te bestempelen als star, scrupuleus of traditionalistisch.
Gedurende de grote ariaanse crisis van de 4de eeuw werden de verdedigers van de
godheid van Gods Zoon ook als “onverdraagzaam” of als “traditionalisten” aangeduid.
De heilige Athanasius werd zelfs door paus Liberius geëxcommuniceerd. Liberius
motiveerde dat met het argument, dat Athanasius niet in gemeenschap was met de
Oosterse bisschoppen die over het algemeen ketters of halfketters waren.
Basilius de Grote verklaarde in deze situatie het volgende: “Slechts één zonde
wordt tegenwoordig streng bestraft: het zorgvuldig in acht nemen van de
overleveringen van onze vaderen. Daarom worden de goeden uit hun posities
verdreven en de woestijn in gestuurd” (Ep. 243).
De bisschoppen die voor de communie van “hertrouwd gescheidenen” zijn, zijn
de nieuwe Schrift-geleerden en Farizeeën, omdat ze het gebod van God
veronachtzamen. Zij bevorderen dat uit het lichaam en het hart van de
“hertrouwd gescheidenen” nog meer “echtbreuk” voortkomt (Mt. 15, 19) omdat zij
een uiterlijk “nette” oplossing willen omdat ze in de ogen van de machthebbers
(de massamedia, de publieke opinie) als nette mensen gezien willen worden. Maar
wanneer zij voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zullen ze zeker tot
hun ontsteltenis de woorden van Christus horen: “Wat spreekt ge almaar over
mijn geboden en hebt ge mijn verbond steeds op de tong? Gij die van tucht een
afkeer hebt en nimmer acht slaat op mijn woorden. Ziet gij een dief dan gaat ge
met hem stellen, met hen die echtbreuk plegen, gaat ge om.”(Ps. 50, 16-18)
Het slotbericht van de Synode bevat jammer genoeg ook de alinea met de
stemming over de toelating van “hertrouwd gescheidenen” tot de heilige
communie. Ook al haalde zij niet tweederde van de benodigde stemmen, toch
blijft het zorgelijke en verbazingwekkende feit dat de absolute meerderheid van
de aanwezige bisschoppen vóór toelating van “hertrouwd gescheidenen” tot de
heilige communie hebben gestemd, een treurige afspiegeling van de geestelijke
kwaliteit van het katholieke episcopaat in onze dagen. Bovendien is het
treurig, dat deze alinea, die de vereiste kwalitatieve meerderheid niet haalde,
in de slotrelatio is blijven staan en voor verdere discussie naar alle
bisdommen wordt gestuurd. Dat zal de dogmatische verwarring bij priesters en
gelovigen zeker nog verhogen, omdat het in mode is goddelijke geboden en
goddelijke woorden van Christus en van de apostel Paulus aan menselijke
beslissingsmacht te onderwerpen. Een kardinaal die openlijk en met nadruk de
toelating van “hertrouwd gescheidenen” tot de heilige communie, ja zelfs de
schandelijke uitspraken van het tussenrapport over homoseksuele “paren”
ondersteunt, toonde zich tevreden met het slotdocument en verklaarde
ongegeneerd: “Het glas is halfvol” en bij het beeld blijvende, zei hij dat
eraan gewerkt moest worden dat het volgend jaar op de synode het glas helemaal
vol zou zijn. Wij moeten echter vast geloven dat God plannen die zinnen op
oneer-lijkheid, ontrouw en verraad, teniet zal doen. Christus staat onfeilbaar
aan het roer van de boot van zijn Kerk te midden van een geweldige storm zoals
we die meemaken. Wij geloven en wij vertrou-wen op de werkelijke Heer van de
Kerk, onze Heer Jezus Christus die de waarheid is.
Vraag 3. Wij maken tegenwoordig een enorme agressie mee tegen het gezin.
Die agressie wordt op het gebied van de wetenschap begeleid door een enorme
verwarring over de mens en de men-selijke identiteit. Jammer genoeg zijn er
vertegenwoordigers van de kerkelijke hiërarchie die bij de discussie over de
kwesties meningen uiten, die tegengesteld zijn aan de leer van de Heer. Hoe
moeten wij spreken met de mensen die het slachtoffer van deze verwarring
worden. Hoe kunnen wij hun geloof sterken en hen tot het heil brengen?
In deze buitengewoon moeilijke tijd zuivert Christus ons katholieke geloof
om de Kerk door deze beproeving helderder te laten schijnen en om haar
werkelijk licht en zout voor de zouteloze, heidense wereld te laten zijn dank
zij de trouw en het zuivere, eenvoudige geloof allereerst van de gelovigen, de
kleinen in de Kerk, in de “Ecclesia docta” (de Kerk die onderwezen wordt), die
in onze dagen de “Ecclesia docens” (de onderwijzende Kerk, dwz het leergezag)
sterken zal evenals in de grote geloofscrisis van de vierde eeuw. Hierover
schrijft de zalige John Henry Newman: “Dat is een heel opmerkelijk feit. Het
bevat echter een moraal. Misschien werd het toegelaten om de Kerk, die juist in
die tijd uit de situatie van vervolgingen kwam, de grote leer van het evangelie
in te prenten dat niet de wijzen en de machtigen, maar de onbeduidenden, de
ongeletterden en de zwakken de werkelijke kracht van de Kerk vormen. Het
heidendom werd door de eenvoudige gelovigen ten val gebracht. De gelovigen
hebben onder leiding van Athanasius en de Egyptische bisschoppen en op enkele
andere plaatsen gesteund door hun bisschoppen en priesters, de ergste
ketterijen weer-staan en uit het heilig gebied uitgebannen… In deze tijd van
geweldige verwarring werd het dogma van de godheid van onze Heer verkondigd,
doorgezet en bewaard. Menselijkerwijs gesproken werd dit dogma meer door
de “Ecclesia docta” bewaard dan door de “Ecclesia docens”. De totaliteit
van de bisschoppen was ontrouw geworden aan hun opgave, terwijl de totaliteit van
de leken trouw was aan het doopsel. Nu eens verklaarde de paus, dan weer een
patriarch, een metropoliet of een andere belangrijke bisschop of algemene
concilies iets wat men niet had mogen zeggen of zij deden iets wat de
geopenbaarde waarheid verduisterde en geweld aandeed. Aan de andere kant
was er het christenvolk onder leiding van de Voorzienigheid; was er de
kerkelijke kracht van een Athanasius, Hilarius, Eusebius van Vercelli en andere
grote en eenzame belijders, die zonder de gelovigen geen succes gehad zouden
hebben”(Arianen van de vierde eeuw 466).
We moeten gewone katholieke bemoedigen trouw te blijven aan de Catechismus
die ze geleerd hebben, aan de duidelijke woorden van Christus in het evangelie
en aan het overgeleverde geloof van hun vaders en voorvaders. We moeten
studiegroepen en lezingen organiseren over de blijvende leer van de Kerk inzake
huwelijk en kuisheid en daarvoor vooral jonge paartjes uitnodigen. We moeten de
grote schoonheid laten zien van een leven in kuisheid, de grote schoonheid van
een christelijk huwelijk en gezin, de grote waarde van het kruis en het offer
in ons leven. We moeten het voorbeeld van de heiligen en voorbeeldige mensen
voorhouden die hebben laten zien dat zij, al hebben zij geleden onder dezelfde
bekoringen van het vlees, onder dezelfde vijandigheid en spot van de heidense
wereld, toch met de genade van Christus een gelukkig leven in kuisheid, in een
christelijke huwelijk of in het gezin hebben geleid. Het geloof, de zuivere en
volledige katho-lieke en apostolische geloof zal de wereld overwinnen (vgl. 1
Joh. 5, 4).
We moeten groepen jongeren met een zuiver hart, gezinsgroepen en groepen
van katholieke echtparen, die zich aan hun huwelijksbeloften gebonden weten,
oprichten en bevorderen. We moeten kringen organiseren die gebroken gezinnen en
alleen opvoedende moeders moreel en materieel helpen; groepen die met gebed en
raad gescheiden paren ondersteunen; groepen en personen die “hertrouwd
gescheidenen” helpen om een proces van serieuze bekering mogelijk te
maken doordat zij nederig hun zondige situatie erkennen en met de hulp van Gods
genade die zonden verlaten die het gebod van God en de heiligheid van het
huwelijkssacrament schenden. Wij moeten groepen oprichten die mensen met
homoseksuele neigingen liefdevol steun bieden om de weg van de christelijke
bekering te gaan, de gelukkige en mooie weg van een kuis leven en hen diskreet
een psychologische genezing aanbieden. Wij moeten onze tijdgenoten in de
neoheidense wereld de bevrijdende goede boodschap van de leer van Jezus Christus
voor ogen houden en preken dat het gebod van God, ook het zesde gebod, wijs en
mooi is: “De wet van de Heer is volkomen, zij sterkt de onzekere geest.
Zijn voorschriften zijn betrouwbaar, onwetenden maken zij wijs. Rechtmatig zijn
al zijn bevelen, bevredigend voor het gemoed. Glashelder zijn zijn geboden, zij
zijn een licht voor het oog.” (Ps. 19, 7-8)
Vraag 4: Gedurende de Synode bekritiseerde aartsbisschop
Gadecki van Poznan en enkele andere belangrijke prelaten openlijk het feit dat
de resultaten van de discussies afweken van de altijd geldige leer van de Kerk.
Bestaat er hoop dat te midden van deze verwarring die leden van de clerus
en die gelovigen zullen wakker worden, die zich eer tot nog toe niet van bewust
waren dat er in het binnenste van de Kerk mensen zijn die de leer van de Heer
ondergraven.
Het strekt het Pools katholicisme zeker tot eer, dat de voorzitter van het
katholieke episcopaat, zijn excellentie aartsbisschop Gądecki heel helder en
moedig de waarheid van Christus over het huwelijk en de menselijke seksualiteit
verdedigd heeft. Daardoor toonde hij zich een echte geestelijke zoon van
Johannes Paulus II. Kardinaal George Pell noemde de liberale seks-agenda en de
zogenaamde barmhartige en pastorale vraag naar toelating van “hertrouwd
gescheidenen” tot de heilige communie tijdens de synode zeer treffend het topje
van de ijsberg en een soort Trojaans paard in de Kerk.
Dat er in de schoot van de Kerk mensen zijn die de leer van de Heer
ondergraven, werd dank zij internet en het werk van katholieke journalisten
voor heel de wereld duidelijk. Voor hen was het niet onverschillig wat er met
het katholieke geloof gebeurde dat voor hen een schat in Christus is. Ik was
blij dat enkele katholieke journalisten en internetbloggers zich als goede
soldaten van Chris-tus gedroegen en de publieke aandacht richtten op de
klerikale agenda gericht op een ondermijning van de blijvende leer van onze
Heer. Kardinalen, bisschoppen, priesters, katholieke gezinnen, katholieke
jongeren moeten duidelijk zeggen: ik ben niet bereid mij aan de neoheidense
geest van deze wereld aan te passen, zelfs als deze geest door enkele
kardinalen en bisschoppen van de Kerk verspreid wordt. Ik zal de bedrieglijke
en ongepaste instrumentalisering van de heilige barmhartigheid van God die zij
toepassen en hun bewering van een “nieuw Pinksteren” niet aanvaarden. Ik ben
niet bereid het afgodsbeeld van de genderideologie, het tweede huwelijk en het
ongehuwd samenwonen te bewieroken. Ook als mijn bisschop dat zou doen, ik zal
het niet doen. Met Gods genade zal ik liever lijden dan de volle waarheid van
Christus over de menselijke seksualiteit en het huwelijk te verraden.
De getuigen zullen de wereld overtuigen, niet de leraren, zegt Paulus VI in
“Evangelii nuntiandi”. De Kerk en de wereld hebben dringend onverschrokken en
eerlijke getuigen nodig voor de hele waarheid van de geboden en de wil van God
en de volle waarheid van de woorden van Christus over het huwelijk. Moderne
klerikale Farizeeën en Schriftgeleerden, de bisschoppen en kardinalen die de
neoheidense afgoden van de genderideologie en het concubinaat bewieroken,
zullen niemand overtuigen om in Christus te geloven en zijn leven voor Christus
te geven. Het is inderdaad zo: “Veritas Domini manet in aeternum” (ps. 116: “De
waarheid van de Heer houdt in eeuwigheid stand.” en “Christus is dezelfde,
gisteren, vandaag en in eeuwigheid” (Hebr. 13, 8) en “de waarheid zal u vrij
maken” (Joh. 8, 32). Deze laatste zin was een van lievelingscitaten uit de
Bijbel van paus Johannes Paulus II, de paus van het gezin. We kunnen daaraan
toevoegen: de geopenbaarde en onveranderlijk overgeleverde goddelijke waarheid
over de menselijke seksualiteit en het huwelijk zal in de zielen binnen en
buiten de Kerk ware vrijheid brengen. Te midden van een crisis van de Kerk en
van het slechte morele en dogmatische voorbeeld van enkele bisschoppen in zijn
tijd, troostte de heilige Augustinus de eenvoudige gelovigen met de woorden:
“Wat wij bisschoppen ook mogen zijn, jullie zijn veilig want jullie hebben God
tot Vader en zijn Kerk tot Moeder” (Contra litteras Petiliani III, 9, 10).
Athanasius Schneider, hulpbisschop van het aartsbisdom van de
allerheiligste maagd Maria in Astane, Kasachstan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten