donderdag 23 maart 2017

Dit rampzalige pausschap

door Phil Lawler op 1 maart 2017

Iets knapte afgelopen vrijdag toen paus Franciscus de evangelielezing van de dag gebruikte als een gelegenheid te meer om zijn eigen visie rond scheiden en hertrouwen te propageren. De paus veroordeelde de hypocrisie en de “logica van de casuïstiek”, toen hij zei dat Jezus de benadering van de wetgeleerden afwijst. Dat is waar. Maar wat zegt Jezus in de berisping van de Farizeeën over het huwelijk? “Zo zijn ze niet langer twee maar één vlees. Wat God derhalve heeft verbonden, mag de mens niet scheiden.” … en… “wie zijn vrouw wegzendt en een ander huwt, begaat echtbreuk jegens haar; en als zij van haar man weggaat en een ander huwt, begaat zij echtbreuk.”

Dag na dag verkettert paus Franciscus in zijn homilie in de ochtendmis in de St. Martha de “wetgeleerden” en de “starre” toepassing van de katholieke moraalleer. Soms is zijn interpretatie van de schriftlezing van de dag geforceerd; dikwijls is zijn karakterisering van traditionele katholieken beledigend. Maar in dit geval zette de paus de evangelielezing volledig op zijn kop. Bij het lezen van de weergave van deze verbazingwekkende homilie door Radio Vaticana, kon ik mij niet langer wijsmaken dat paus Franciscus alleen maar een nieuwe interpretatie van de katholieke leer biedt. Nee, het is veel meer dan dat. Hij is bezig met een weloverwogen poging te veranderen wat de Kerk leert.

Gedurende 20 jaar heb ik bij het dagelijks schrijven over het nieuws uit Vaticaan geprobeerd eerlijk te zijn in mijn beoordeling van pauselijke verklaringen en handelingen. Ik heb af en toe de H. Johannes Paulus II en paus Benedictus bekritiseerd wanneer ik meende dat hun daden onverstandig waren. Maar het kwam nooit in mij op dat een van deze pausen een gevaar vormde voor de zuiverheid van het katholieke geloof. Als ik verder terugkijk in de kerkgeschiedenis, dan realiseer ik me dat er slechte pausen zijn geweest: mannen wier persoonlijke daden ingegeven waren door hebzucht, jaloezie,  zucht naar macht en ordinaire lust. Maar is er ooit tevoren een paus geweest die een dergelijke minachting koesterde voor wat de Kerk altijd heeft geleerd, geloofd en in praktijk gebracht – op het terrein van zulke fundamentele kwesties als het wezen van het huwelijk en van de eucharistie?

Paus Franciscus heeft tegenstellingen gecreëerd vanaf de dag dat hij als opvolger van de H. Petrus gekozen was. Maar in de afgelopen paar maanden wordt de tegenstelling zo heftig, de verwarring onder de gelovigen zo algemeen, het bestuur in het Vaticaan zo willekeurig – en de paus gaat zo fanatiek te keer tegen zijn (werkelijke of vermeende) tegenstanders – dat universele Kerk nu op een crisis afstevent.

Wat zou een zoon in een groot gezin doen, als hij beseft dat het pathologisch gedrag van zijn vader het welzijn van het hele huisgezin bedreigt? Hij zou zeker zijn vader blijven respecteren, maar hij zou niet eindeloos het gevaar blijven ontkennen. Uiteindelijk moet er in een dysfunctioneel gezin worden ingegrepen.

In het wereldwijde gezin dat de katholieke Kerk is, is altijd de beste manier om in te grijpen: het gebed. Intensief gebed voor de heilige vader zou een heel geschikt voornemen zijn voor de vastentijd. Maar ingrijpen vereist ook eerlijkheid: een openhartige erkenning dat we een serieus probleem hebben. De erkenning van het probleem kan ook een soort verlichting bieden, een zekere afname van de opgelopen spanningen. Wanneer ik mijn vrienden zegt dat ik dit pausschap als een ramp beschouw, dan merk ik heel vaak dat ze op een vreemde wijze gerust gesteld zijn. Ze kunnen een beetje ontspannen als ze weten dat hun eigen argwaan niet onredelijk is, dan ook anderen hun angst over de toekomst van het geloof delen; dat ze niet vruchteloos hoeven blijven te zoeken naar wegen om het onverzoenlijke met elkaar te verzoenen. Bovendien als je het probleem benoemt, kunnen zij erkennen wat de crisis van het katholicisme niet is. Paus Franciscus is geen antipaus, nog veel minder de antichrist. De Stoel van Petrus is niet vacant, en Benedictus is niet de “echte” paus.

Franciscus is onze paus, in goede en kwade dagen. En als het de kwade dagen zijn – zoals ik met droefheid heb geconstateerd -: de Kerk heeft in het verleden slecht pausen overleefd. Wij, katholieken, zijn decennia lang verwend in een opeenvolging van Vaticaanse leiders: pausen die getalenteerde leraren en heilige mannen waren. Wij zijn gewend geraakt naar Rome te kijken voor leiding. Dat kunnen we nu niet. (Ik bedoel daarmee niet te zeggen dat paus Franciscus het charisma van de onfeilbaarheid verloren zou hebben. Als hij een uitspraak ex cathedra doet, in eenheid met de bisschoppen over heel de wereld. dan mogen we er zeker van zijn dat hij zijn ambt vervult en doorgeeft wat de Heer gaf aan de H. Petrus: de geloofsschat. Maar deze paus heeft ervoor gekozen niet te spreken met gezag; integendeel, hij heeft onvermurwbaar geweigerd zijn meest uitdagende leerschrift te verhelderen).

Maar als we niet op heldere richtlijnen uit Rome kunnen rekenen, waartoe moeten we ons dan wenden? Allereerst, katholieken mogen afgaan op de constante leer van de Kerk, de leerstukken die nu te vaak in vraag worden gesteld. Al is de paus verwarrend, de Catechismus van de Katholieke Kerk is dat niet. Ten tweede, wij kunnen en moeten onze diocesane bisschop vragen op te staan en hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Ook bisschoppen hebben jaren besteed in het voorleggen
van moeilijke vragen aan Rome. Nu moeten zij, uit noodzaak, zorgen voor hun eigen heldere, besliste bevestiging van het katholieke geloof.

Misschien zal paus Franciscus bewijzen dat ik ongelijk heb, en opstaan als een groot katholiek leraar. Ik hoop en bid dat hij dat doet. Misschien is mijn hele betoog verknipt. Ik heb meer ongelijk gehad en zal ongetwijfeld nog ongelijk hebben; een foutief inzicht meer of minder maakt niet uit. Maar als ik gelijk heb, dat het leiderschap van de huidige paus een gevaar is geworden voor het geloof, dan moeten andere katholieken, en bijzonder de gewijde kerkleiders beslissen hoe ze daarop  reageren. En als ik gelijk heb – en dat heb ik zeker – dat de verwarring over fundamentele leerstukken van de Kerk wijd verbreid is, dan kunnen de bisschoppen, als eerste leraren van het geloof hun plicht niet verzaken om in actie te komen.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Beste,
Zou de houding van de paus niet een uitdaging kunnen zijn aan katholieken, om hun geloofsleer beter eigen te maken? Misschien van hem uit niet bewust, maar het heeft die uitwerking toch en dat is een goede zaak.

Hugo Bos zei

Het zou mooi zijn wanneer veel katholieken het zo zouden zien, maar ik ben bang dat velen het niet op die manier interpreteren en in verwarring raken. Logisch ook wanneer de herders van de kudde hen op het verkeerde been zetten.