woensdag 27 april 2016

Oncollegiaal gedrag en pastoralisme bij de eerste-communie-voorbereiding

door pastoor Cor Mennen

Veel priesters worstelen met de vraag hoe ze de eerste communie en de voorbereiding daarop kunnen aangrijpen om de kinderen en vooral de ouders meer bij het geloof en bij de Kerk te betrekken. Immers de meesten van die ouders zien de kerk nooit van binnen, bidden zelden of nooit en weten weinig van het christelijk geloof. Hun kinderen zijn dan ook vaak volslagen godsdienstige analfabeten: ze kunnen geen kruisteken maken, geen onzevader noch een weesgegroet bidden. De in de meeste parochie gebruikelijke voorbereiding verandert aan deze situatie niet erg veel. In het gunstigste geval wordt er een acceptabel project doorgewerkt onder leiding van een priester of een praktiserende parochiaan die vanuit een doorleefde ervaring iets van het geloof, en met name het geloof in de eucharistie proberen over te dragen. Het gebrek aan godsdienstige ervaring van de kant van de kinderen en het gemis aan kerkelijke praktijk in het gezin maken dat het gebodene niet gemakkelijk landt of spoedig weer vervaagt. Daarnaast zijn er nog veel parochies waar zeer gebrekkige projecten gegeven worden door werkgroepleden die zelf nauwelijks aan de eucharistie deelnemen of waar kinderen een aantal keren naar gastgezinnen gaan die zelf ook niet praktiseren. Aan die voorbereiding beantwoorden dan ook vaak dubieuze vieringen waarin alle eisen van de liturgie met voeten worden getreden.



In dit klimaat zou je blij moeten zijn met iedere poging van een parochie om in deze lamentabele situatie verandering te brengen. Het zou toegejuicht moet worden als een parochie wat hogere eisen aan de ouders durft te stellen in de hoop dat mensen gaan nadenken en hun betrokkenheid op de Kerk en het sacramentele leven gaan intensiveren zodat er na de grijze groep die over een jaar of twintig uit onze kerken verdwenen zijn, er nog mensen zullen zijn die de fakkel van het geloof verder  dragen.

Maar dat blijkt niet het geval. Er zijn nogal wat collega’s die alleen maar hoofdschuddend kunnen zeggen: wat doen ze toch moeilijk?  het is toch jammer dat veel mensen vanwege die eisen afhaken. We moeten toch proberen er iedereen bij te houden. Ze willen maar het liefst doorgaan zoals ze bezig waren: zonder trammelant ieder jaar het communiecircus met kinderen die in mooiste kleren op hun stoeltjes zitten te draaien en een kerk vol mensen die met van alles bezig zijn behalve met Onze Lieve Heer.

Nog erger is het als er collega’s zijn die de poging van de betreffende parochie frustreren door ‘ruimhartig en pastoraal’ asiel te bieden aan groepen die voor een gemakkelijker weg kiezen.

We konden het vanmorgen lezen in het Brabants Dagblad. De parochie Uden doet al jaren pogingen om meer inhoud te geven aan de sacramentenvoorbereiding. Ze worden daarbij in het verleden en ook nu, bij een nieuwe poging, in de wielen gereden door buurtpastoors die als het ware zeggen: “Kom maar bij ons, zie je niet hoe vriendelijk en pastoraal ik ben!”

Dat er ooit een enkeling uit een andere plaats zich bij jou aanmeldt met een of ander zielig verhaal, is niet te voorkomen, maar als je hele groepen uit andere parochies aanneemt (de getallen werden er in de krant bij vermeld), dan is sprake van kwade wil al is die dan ook vermomd achter een masker van begrip en pastoraal. Als je vindt dat de betreffende parochie het niet goed doet, dan ga je naar de Bisschop. Hij is de instantie om een oordeel te vellen. Jij bent dat niet!

8 april 2016

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Beste pastoor Mennen.
Mijn naam is Bart Cloosterman. Ik heb een paar jaar vormselcathegese gegeven in onze parochie maar heb er echt geen zin meer in, precies om de redenen die u beschrijft, dank daarvoor. Ik moest vaak aan de woorden van Jezus denken over zijn uitbraken van de lauwheid. "Waart ge maar koud, dan kon ik het nog verdragen". Ik heb dit aan den lijve ondervonden; hoe aartsdom op geloofsgebied en ongeïnteresseerd veel ouders kunnen zijn. Na de vormselviering zijn er dan nog een paar die met een schijnheilig gezicht komen zeggen hoe mooi de viering was, en dan moet je netjes blijven terwijl je ze liever aan een paar ernstige vragen onderwerpt.
Ik begrijp werkelijk niet hoe de herders van de kerk maar doorsukkelen op deze weg die al jarenlang meer vreselijk flauwe folklore is dan geloof. Dat geld niet alleen voor communie en vormsel maar ook voor de liturgie van de mis waar nog altijd mee geknoeid wordt. Men sukkelt maar aan en geen bisschop die er iets van zegt.
Groet, Bart Cloosterman, Kumtich België

Anoniem zei

Geachte heer Cloosterman,
Het stuk van pastoor Mennen is met toestemming op mijn blog overgenomen. Wanneer u mij een e-mail stuurt kan ik u het adres van pastoor Mennen geven. Ik wil dat niet op internet zetten ivm privacy. Uw beeld van de lauwheid van veel gelovigen en bisschoppen herken ik helaas ook. Misschien is het bemoedigend eens naar een bijeenkomst te komen die we regelmatig organiseren in Nederland. Begin juni komt bijv. mgr. Schneider uit Kazachstan een lezing geven. Wanneer ik u in de database mag op nemen zet ik u op de lijst met uitnodigingen.
De websitebeheerder