De naam
‘Theologie van het Lichaam’ op zich is al problematisch, immers, ‘Theos’ is
Grieks voor 'God' en ‘logos’ is Grieks voor 'woord' of 'leer'. In de theologie
draait het dus allemaal om God en niet om de mens en zijn lichaam, waarvoor in
de TvL juist een centrale plaats wordt ingeruimd.
Volgens de
TvL werd Adam zich door zijn lichaam ervan bewust mens te zijn, zijn lichaam is
wat hem onderscheid van de andere levende wezens, van de dieren[1].
Dit is een vreemde constatering, een aap heeft ook een lichaam, waarom is een
aap dan geen menselijke persoon? Het hebben
van een lichaam is toch geen onderscheidend kenmerk? Evolutionisten willen ons doen geloven dat de
mens een doorontwikkelde aap is, maar dit is toch in tegenspraak met de H.
Schrift. Het wezenlijke onderscheid tussen mensen en dieren is immers dat de
mens een onsterfelijke ziel heeft, iets dat dieren niet hebben, dàt is het
wezenlijke verschil.
Ook
binnen het huwelijk heeft het lichaam een centrale plaats[2].
Zo heeft audiëntie nummer 17 als titel: “Het geven van het lichaam vormt een
authentieke gemeenschap.” Volgens de TvL wordt het huwelijk eerst en vooral
gevormd door het één vlees worden, waarbij dit één vlees worden met name slaat
op de geslachtelijke eenwording van man en vrouw. Dit is in tegenstelling met
wat de Kerk altijd geleerd heeft en zoals het bijvoorbeeld is samengevat in Casti Connubii
van Paus Pius XI: “Door het huwelijk worden dus de zielen verbonden en samengesmolten, en dat wel eerder en sterker
nog dan de lichamen; en dat niet als gevolg van een voorbijgaande opwelling van
de zinnen of vluchtige neiging van het hart, maar als gevolg van een
weloverwogen en vast besluit van beider wil; en uit deze samensmelting van de
zielen ontstaat krachtens Gods bestel de heilige en onverbreekbare band.[3]”
Door de
lichamelijke eenwording van man en vrouw tot centrum en essentie van het
huwelijk te maken wordt het huwelijk van de heilige familie ongeloofwaardig.
Hun huwelijk is dan immers geen volwaardig huwelijk meer, omdat het niet
geconsummeerd is, er heeft geen geslachtsgemeenschap plaatsgevonden. Maar een
huwelijk is er niet afhankelijk van of het al dan niet geconsummeerd wordt, voorwaarde is wel dat beide elkaar het recht
geven op hun lichaam, maar wanneer beide er vrijwillig mee instemmen om af te
zien van geslachtsgemeenschap is het huwelijk desondanks geldig.
In de TvL
is het ook het lichaam dat naar Gods beeld geschapen is, in het lichaam(elijke)
lijkt de mens op de Drie-eenheid[4].
Een bizarre gedachte, aangezien God Geest is en geen lichaam heeft. De
ouderen onder u hebben misschien nog de
oude Schoolcatechismus uit het hoofd moeten leren, daar staat: “De ziel is
geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God, doordat ze begaafd is met
verstand en wil, en geroepen tot het bovennatuurlijk leven van de genade.” Ook
St. Thomas zegt heel uitdrukkelijk dat het de ziel is die op Gods beeld
gelijkt, hij verwijst hierbij naar Efeze 4 vers 23 en 24: “gij moet u
vernieuwen naar de inwendige geest; gij
moet den nieuwen mens aantrekken, die naar Gods beeld is geschapen in ware
gerechtigheid en heiligheid.”[5]
Twee heel andere uitgangspunten dus dan die van de TvL, die zegt dat het lichaam naar Gods beeld is geschapen.
Dit
‘beeld van God zijn’ wordt bij de TvL dus sterk ingevuld vanuit de
lichamelijkheid, zo zegt een uitlegger van de TvL op Radio Maria (in lijn met
wat JPII leerde): “De totale gave bij de
mens is dus dat ‘één vlees’ worden. De geslachtsdaad krijgt daardoor een enorm positieve duiding
in de Theologie van het Lichaam: juist op dat moment zijn man en vrouw
misschien wel het meest ‘beeld van God’….. De eenheid die in de hemel beleefd
wordt is oneindig veel groter als de eenheid die man een vrouw in de
lichamelijke seksualiteit kunnen beleven. Wat niet wegneemt dat de seksuele
eenwording van man en vrouw in de geslachtsdaad al wel als een hemelse ervaring
kan gelden, daar tenminste al sterk aan doet denken. De seksuele eenwording op
aarde is de icoon van de hemelse eenwording met God.”[6]
Wanneer man en vrouw het meest beeld van God zijn wanneer ze in de
geslachtsdaad één zijn, kan een priester nooit even sterk ‘beeld van God zijn’,
aangezien hij nooit geslachtsgemeenschap met een vrouw heeft. En de
geslachtsdaad een hemelse ervaring noemen is een vreemde gedacht, omdat het
huwelijk en dus ook de geslachtsgemeenschap in de hemel zal hebben afgedaan
(Mar. 12, 25). Dat het hebben van gemeenschap hemels is zullen Moslims vast wel
beamen, die hopen immers op 72 maagden in de hemel. En vele afgoden, zoals de
goden van de Grieken, waren seksgoden en tempels een soort bordeel. Maar het
Christendom is in dit opzicht altijd geheel anders geweest. De Christen weet
dat hij zijn vlees met de vleselijke begeerten moet doden en zo onthechten van
het aardse genot en zich voorbereiden op de hemel, op de ontmoeting met Zijn
Heer (Rom. 7, 7-8; Kol. 3, 5; 1 Joh 2, 16 enz.).
Ook een
andere uitlegger van de TvL ziet de seksualiteit als goed en als weerspiegeling
van het beeld van God zijn: “Seksualiteit zoals in de oorsprong beleefd, is de
meest diepe ervaring van eenheid tussen man en vrouw, zowel geestelijk als
lichamelijk. Het is een direct beeld van God.” En “Johannes Paulus II zegt dan
ook, dat wanneer man en vrouw éénworden in de huwelijkse daad, zij elke keer op
een speciale manier het mysterie van de schepping herontdekken.”[7]
In de TvL
is de geslachtsdaad (binnen het huwelijk) op zichzelf goed[8],
volgens bovenstaande uitleggers zelfs zo zeer dat de mens op dat moment misschien
wel het meest beeld van God is, dit heeft grote consequenties. Het betekent
namelijk dat de mens dat goed ook altijd mag nastreven, ook wanneer dit niet (kan
leiden) leidt tot een zwangerschap, het nastreven van iets goeds is immers
nooit verkeerd. Waarmee voorbehoedsmiddelen niet langer absoluut verkeerd zijn,
immers het is niet verkeerd om een bepaald goed na te streven, ook wanneer
hierin niet de uiterste consequentie van een erop volgende zwangerschap wordt
aanvaard. Ook toepassen ‘Natuurlijke Familie Planning’ zonder dringende reden, NFP
is bij goed gebruik nu even betrouwbaar is als de pil, is vanuit dit
perspectief van TvL moreel prima te verdedigen.
Ook
Protestanten zijn van mening dat seksualiteit op zichzelf iets goeds is.
“Seksualiteit is door God geschapen, en daarom goed. Het is niet ongeestelijk
om van seks te genieten!”[9]
Het is vanuit dit standpunt bezien logisch dat protestanten tegen het celibaat
zijn, immers hoe zou je bewust afstand doen van iets dat door God geschapen is
en dat dus zeer goed is. Maar er zijn meer dingen die God geschapen heeft en
die desondanks niet perse nastrevenswaardig zijn, zoals urineren, wat ook geschapen
is, maar daarmee nog geen goed werk is. Of zoals eten en drinken een natuurlijk
goed is, wat noodzakelijk is voor het onderhouden van ons lichaam, maar het is
geen goed werk dat we als gelovige moeten nastreven, maar daarentegen maakt vasten
wel deel uit van een heilig en vroom leven. Om die reden is het (tijdelijk) afzien
van eten of luxe passend bij het leven van de Christen, zoals ook het
(tijdelijk)afzien van geslachtsgemeenschap binnen het huwelijk past bij een
toegroeien naar de God (1 Cor. 7, 5).
[1] 6e
audiëntie: “De analyse van de jahwistische tekst geeft ons bovendien de
mogelijkheid om de oorspronkelijke eenzaamheid van de mens te verbinden met het
zich bewust zijn van zijn lichaam waardoor de mens zich van al de
"animalia" onderscheidt en zich van hen losmaakt, en waardoor hij een
persoon is.” 24 oktober 1979, nr. 3.
7e audiëntie: “Het
alternatief tussen dood en onsterfelijkheid dat volgt uit Genesis 2, 17 stijgt
boven de essentiële betekenis van het lichaam van de mens uit in die zin dat
het niet alleen slaat op de eschatologische betekenis van het lichaam maar van
het mens-zijn als zodanig, in zijn onderscheiden-zijn van alle levende wezens,
van de 'lichamen'. Maar dat alternatief betreft wel op een heel speciale manier
het 'uit stof van de aarde' geschapen lichaam.”, oktober 1979, nr. 4.
[2] 15e
audiëntie: “Die vrijheid ligt juist ten grondslag aan de echtelijke betekenis van
het lichaam. Het menselijk lichaam met zijn sekse, zijn mannelijkheid en zijn
vrouwelijkheid, is in het mysterie van de schepping gezien niet alleen een bron
van vruchtbaarheid en voortplanting, zoals in heel de orde van de natuur, maar
houdt van 'het begin' af het attribuut 'echtelijk' in, dat wil zeggen het
vermogen om liefde uit te drukken, juist die liefde waarin de mens als persoon
gave wordt en - door die gave - de eigenlijke betekenis van zijn 'zijn' en
'bestaan' verwezenlijkt.” En “De openbaring en de ontdekking van de echtelijke
betekenis van het lichaam verklaren het oorspronkelijke geluk van de mens en
openen tegelijkertijd het perspectief van zijn aardse geschiedenis, waarin hij
zich nooit zal onttrekken aan dit onontbeerlijke 'thema' van zijn eigen
bestaan.”, januari 1980, nr. 1 en 5.
[3] CASTI CONNUBII, Inleiding, Hoofdstuk 2, nr. 9, http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=526
[4] 9e
audiëntie: Bij de gemeenschap van personen verkrijgt de mens het ‘beeld van
God’, “In die eerste uitdrukkingswijze van de mens, 'vlees van mijn vlees',
ligt ook een verwijzing opgesloten naar de reden waarom het lichaam echt
menselijk is en dus naar dat wat de mens bepaalt als persoon, dat wil zeggen als
wezen dat ook met heel zijn lichamelijkheid 'op God gelijkt'.”, 14 november
1979, nr. 4.
[6]
Miniserie Theologie van het Lichaam op Radio Maria door Vincent Kemme
[7] Stefan
van Aken en Lisette van Aken- de Graaf, ‘Menselijke liefde in het plan van God’,
Pag. 25 en 26 en 10e audiëntie 21 november 1979, nr. 2
[8] De
echtelijke betekenis van het lichaam (het één vlees worden)
maakt immers deel uit van het oorspronkelijke scheppingsplan dat de mens
gelukkig maakt: “De openbaring en de ontdekking van de echtelijke betekenis van
het lichaam verklaren het oorspronkelijke geluk van de mens en openen
tegelijkertijd het perspectief van zijn aardse geschiedenis, waarin hij zich
nooit zal onttrekken aan dit onontbeerlijke 'thema' van zijn eigen bestaan.”, 15e
audiëntie: januari 1980, nr. 1 en 5.
9e audiëntie: “De mens wordt
niet zozeer beeld van God op het moment van de eenzaamheid maar eerder op het
moment van de gemeenschap….. En dat is zo, omdat die eenheid die door het
lichaam verwezenlijkt wordt, van het begin af niet slechts op het 'lichaam'
wijst, maar ook op de 'geïncarneerde' gemeenschap van personen.”, november
1979, nr. 3 en 5
Geen opmerkingen:
Een reactie posten