zondag 15 april 2018

Kardinaal Burke: paus Franciscus “vergroot de verwarring”

Paus Franciscus “vergroot de verwarring” in de Kerk en het College van kardinalen vormt een de facto controle bij een pauselijke dwaling. Dat heeft kardinaal Raymond Burke gezegd in een nieuw interview. In een gesprek met het Italiaanse katholieke nieuwsagentschap La nuova Bussola Quotidiana zei kardinaal Burke dat het zogenaamde ‘interview’ met paus Franciscus, dat op Witte Donderdag door diens 94-jarige vriend, Eugenio Scalfari werd gepubliceerd “alle perken van wat tolerabel was te buiten ging”.

Burke noemde ook het antwoord van het Vaticaan op de “geërgerde reacties” van over heel de wereld “in hoge mate onbevredigend” omdat het niet nadrukkelijk de leer van de Kerk bevestigt over de onsterfelijkheid van de ziel en het bestaan van de hel. Hij zei dat er ook niet in staat dat paus Franciscus de “foutieve en zelfs ketterse ideeën” die aan hem worden toegeschreven, verwerpt. “Dit is bron van grote ergernis geweest, niet alleen voor veel katholieken maar ook voor veel mensen in de seculiere wereld die respect hebben voor de katholieke Kerk en haar leer, zelfs als ze die niet delen,” zie de kardinaal. “Dit spelen met geloof en de geloofsleer op het hoogste niveau in de Kerk is terecht een ergernis voor pastores en gelovigen”, voegde hij eraan toe. Kardinaal Burke zei dat de situatie verder verergerd wordt door het stilzwijgen van zoveel bisschoppen kardinalen van wie sommigen “doen alsof er niets ernstigs aan de hand is”.

Hieronder volgt de vertaling van het hele interview uit het Engels zoals het verscheen in Life-SiteNews. Het verscheen juist twee dagen voor de conferentie op 7 april in Rome onder de titel: “Katholieke Kerk: waar ga je heen?” Om Lifesitenews te steunen klik hier.

Eminentie, u bent een van de voornaamste sprekers op de conferentie in Rome op 7 april die in de naam van kardinaal Caffarra vragen zal stellen over de richting van de Kerk. De titel van de Conferentie wijst op zorg over de richting die de Kerk opgaat. Wat zijn de redenen voor die zorg?

De verwarring en de verdeeldheid in de Kerk rond de meest fundamentele en de meest belangrijke punten – huwelijk en gezin, de sacramenten en de juiste gesteltenis om tot die sacramenten te kunnen naderen, de intrinsiek slechte daden, het eeuwig leven en de uitersten – raken steeds verder verspreid. En de paus weigert niet alleen dingen te verhelderen door de constante leer en de gezonde discipline van de Kerk te verkondigen, een verantwoordelijkheid die voortkomt uit zijn dienstwerk als opvolger van Petrus, maar hij maakt de verwarring ook nog groter.

Doelt u op het groeiend aantal privé verklaringen die meegedeeld worden door hen die een ontmoeting met hem hebben?

Wat gebeurd is in het laatste interview met Eugenio Scalfari tijdens de Goede Week en dat gepubliceerd werd op Witte Donderdag ging alle perken van wat tolerabel is te buiten. Dat een bekende atheïst er aanspraak op maakt een revolutie aan te kondigen in de leer van de katholieke Kerk en gelooft dat hij spreekt in naam van de paus als hij de onsterfelijkheid van de menselijke ziel en het bestaan van de hel ontkent, dat is een bron van grote ergernis geworden niet allen voor veel katholieken maar ook voor veel mensen in de seculiere wereld die respect hebben voor de katholieke Kerk en haar leer, zelfs als zij dat geloof niet delen.
Bovendien is Witte Donderdag een van de heiligste dagen van het jaar, de dag waarop de Heer het allerheiligst sacrament van de eucharistie en het priesterschap heeft ingesteld, zodat Hij ons altijd de vrucht van zijn verlossend lijden en sterven kan schenken tot onze eeuwige redding. Voorts was het antwoord van de Heilige Stoel op de geërgerde reacties uit heel de wereld hoogst onbevredigend. In plaats van een duidelijke bevestiging van de waarheid rond de onsterfelijkheid van de menselijke ziel en de hel, stelt de ontkenning alleen dat sommige van de aangehaalde woorden niet van de paus zijn. Ze zeggen niet dat de foutieve en zelfs ketterse ideeën die in deze woorden lagen uitgedrukt, niet door de paus werden gedeeld en dat de paus deze ideeën verwerpt als strijdig met het katholieke geloof. Dit spelen met geloof en geloofsleer op het hoogste niveau van de Kerk is terecht een ergernis voor pastores en gelovigen.

Als de dingen zo serieus zijn en een bron van verwarring, is het dan niet schokkend dat zoveel herders van de Kerk blijven zwijgen?

Zeker, de situatie is verergerd door het zwijgen van zo veel bisschoppen en kardinalen die de zorg voor de universele Kerk delen met de paus. Sommigen blijven zomaar zwijgen. Anderen doen alsof er niets ernstigs aan de hand is. Weer anderen verspreiden fantasieën over een nieuwe Kerk, over een Kerk die een totaal andere richting inslaat dan in het verleden en zij verzinnen bijvoorbeeld “een nieuw paradigma” voor de Kerk, of een radicale omkeer in de pastorale praktijk van de Kerk die de Kerk volkomen nieuw maakt. Er zijn er ook die enthousiaste voorvechters zijn van de zogenaamde revolutie in de katholieke Kerk. De gelovigen die de ernst van de situatie inzien, voelen zich door gebrek aan leerstellige en disciplinaire richting van de kant van de herders in de steek gelaten. De gelovigen die de ernst van de situatie niet inzien worden door dit gebrek aan richting in de war gebracht en ze worden mogelijk slachtoffers van dwalingen die schadelijk zijn voor hun ziel. Veel mensen die in volle gemeenschap met de katholieke Kerk zijn getreden na een doopsel in een protestantse kerkelijke gemeenschap, omdat hun kerkelijke gemeenschappen het apostolische geloof hebben verlaten, lijden zeer onder deze situatie nu ze waarnemen dat de katholieke Kerk diezelfde weg gaat en afdwaalt van het geloof.

De situatie die u schildert, is apocalyptisch….

Deze hele situatie brengt mij ertoe steeds meer na te denken over de boodschap van onze Lieve Vrouw van Fatima die ons waarschuwt voor een kwaad – zelfs ernstiger dan het grote kwaad waarvan men te lijden krijgt door de verspreiding van het goddeloze communisme  - en dat is de geloofsafval binnen de Kerk. Nummer 675 van de Catechismus van de Katholieke Kerk leert ons “dat de Kerk vóór de tweede komst van Christus door een tweede beproeving moet heengaan die het geloof van veel gelovigen zal schokken” en dat “de vervolging die haar pelgrimage op aarde begeleidt het “mysterie van de ongerechtigheid” zal onthullen in de vorm van een religieus bedrog dat de mensen een schijnoplossing biedt voor hun problemen. De prijs die zij ervoor betalen is de afval van de waarheid.” In een dergelijke situatie hebben bisschoppen en kardinalen de plicht de waarheid te verkondigen. Tegelijkertijd moeten zij de gelovigen aansporen eerherstel te brengen voor de beledigingen die Christus worden aangedaan en voor de wonden die worden toegebracht aan zijn mystiek Lichaam, de Kerk, als het geloof en de discipline niet door de herders gegarandeerd en bevorderd worden. De grote canonist van de dertiende eeuw, Henricus de Segusio, ook bekend als Hostiensis verklaart, als hij geconfronteerd wordt met de moeilijke vraag hoe een paus te corrigeren die in strijd handelt met zijn ambt, dat het College van Kardinalen een de facto controle op pauselijke dwaling is.

Ongetwijfeld wordt de figuur van paus Franciscus op het moment veel besproken. Die bespreking gaat gemakkelijk van onkritische verheerlijking van alles wat hij doet tot meedogenloze kritiek op ieder dubbelzinnig gebaar. Maar op een of andere manier is geldt het probleem van hoe je je dient te verhouden tot de paus, voor iedere paus. En daarom moeten een paar dingen worden verhelderd. Wat betekent de paus voor de Kerk?

Volgens de constante leer van de Kerk is de paus krachtens de uitdrukkelijke wil van Christus “het voortdurend en zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid van de bisschoppen en van de gelovigen” (Dogmatische Constitutie over de Kerk van het Tweede Vaticaans Concilie, Lumen Gen-tium, 23). Het is de wezenlijke dienst van de paus de geloofsschat, de ware leer en de gezonde discipline die met de geloofde waarheden samenhangt, te garanderen en te bevorderen.
In het hierboven genoemde interview met Eugenio Scalfari  noemde deze de paus een “revolutio-nair”. Maar het Petrusambt heeft niet, absoluut niets te maken met revolutie. Integendeel het bestaat uitsluitend voor  het behoud en de verbreiding van het onveranderlijk katholiek geloof, dat zielen tot bekering van hun hart leidten dat heel de mensheid leidt naar de eenheid die gebaseerd is op de orde die God in zijn schepping heeft geschreven met name in het hart van de mens, het enige schepsel op aarde dat geschapen is naar het beeld van God. Het is de orde die Christus heeft hersteld door het Paasmysterie dat wij in deze [Paas]dagen vieren. De genade van de verlossing die vloeit uit zijn glorierijk doorstoken hart in de Kerk, in de harten van zijn ledematen, geeft de kracht om te leven volgens deze orde, dat wil zeggen, in gemeenschap met God en met je naaste.

Zekerk, de paus is geen absoluut heerser, toch wordt in onze tijd als zodanig begrepen. “Als de paus het zegt…” is de gewone manier om iedere vraag of twijfel rond diverse verklaringen af te kappen. Er bestaat een soort papolatrie. Hoe denkt u daarover?

Het idee dat de paus de volheid van macht bezit is al duidelijk naar voren gebracht door de heilige paus Leo de Grote. De canonisten van de Middeleeuwen hebben een flink aandeel gehad in de verdere verdieping van de macht die met het petrinisch ambt verbonden is. Hun bijdrage blijft gel-dig en belangrijk. Het idee is erg eenvoudig. De paus geniet krachtens goddelijke wil heel de macht die nodig is om het ware geloof, de ware goddelijke eredienst en de vereist gezonde discipline te garanderen en te bevorderen. Die macht behoort niet aan zijn persoon maar aan zijn ambt als op-volger van de heilige Petrus. In het verleden maakten de pausen over het algemeen hun persoon-lijke daden en hun meningen niet bekend juist om ervoor te zorgen dat de gelovigen niet in ver-warring zouden worden gebracht over wat de opvolger van de heilige Petrus denkt en doet. Mo-menteel bestaat er een riskante en zelfs schadelijke verwarring tussen de persoon van de paus en zijn ambt en dat leidt tot een verduistering van het petrinisch ambt en tot een werelds en politiek idee van het dienstwerk van de paus in de Kerk.
De Kerk is er voor de redding van de zielen. Iedere daad van de paus die deze heilszending van de Kerk ondermijnt, of het nu een ketterse daad is of een op zichzelf zondige daad, is vanuit het ge-zichtspunt van het petrinisch ambt eenvoudigweg nietig en ongeldig. Daarom, hoewel het duidelijk grote schade toebrengt aan de zielen, brengt het geen verplichting mee tot gehoorzaamheid voor de herders en de gelovigen. We moeten steeds de persoon van de man die paus is onderscheiden van het pausambt. Als je deze onderscheiding niet maakt betekent dat papolatrie en dat loopt uit op het verlies van geloof in petrinisch ambt dat door God gesticht en gewaarborgd wordt.

Wat moet een katholiek het meest dierbaar zijn in verhouding tot de paus?

Een katholiek moet altijd op absolute wijze het petrinisch ambt respecteren als wezenlijk onder-deel van de stichting van de Kerk door Christus. Als een katholiek het ambt van de paus niet meer respecteert, dan is hij geneigd ofwel tot schisma ofwel tot geloofsafval. Tegelijk moeten katholieke respect hebben voor de man die belast is met het ambt. Dat betekent dat ze aandacht moeten hebben voor wat hij leert en de pastorale leiding die hij geeft. Dit respect houdt ook de plicht in om het oordeel van een goed gevormd geweten aan de paus duidelijk te maken, als hij afwijkt of lijkt af te wijken van de ware leer en de gezonde discipline, en om de verantwoordelijkheden op te geven die aan zijn ambt verbonden zijn. Volgens de natuurwet, de evangeliën en de constante disciplinaire traditie van de Kerk zijn de gelovigen verplicht aan hun herders hun zorg te uiten over de toestand van de Kerk. Zij hebben deze plicht die gekoppeld is aan het recht van hun herders een antwoord te ontvangen.

Het is dus mogelijk kritiek te hebben op de paus? Wat zijn daarbij de voorwaarden?

Als de paus zijn ambt niet uitoefent tot heil van alle zielen, is het niet alleen mogelijk maar ook noodzakelijk kritiek uit te oefenen op de paus. Deze kritiek moet de leer van Christus rond de broederlijke terechtwijzing in het evangelie volgen (Mt. 18, 15-18). Allereerst moet de lekengelovi-gen of pastor zijn kritiek privé uiten. Dat geeft de paus de mogelijkheid zichzelf te corrigeren. Maar als de paus weigert een wijze van onderricht of van handelen, dat ernstig in gebreke blijft, te corri-geren, dan moet de kritiek publiek gemaakt worden omdat dit te maken heeft met het algemeen welzijn in de Kerk en in de wereld. Sommige mensen hebben kritiek geleverd op hen die publiek hun kritiek op de paus hebben uitgesproken en gezegd dat dit een uiting is van rebellie of ongehoorzaamheid. Maar de vraag – met de verschuldigde eerbied voor zijn ambt – om een correctie van een verwarring of een dwaling is geen daad van ongehoorzaamheid maar een daad van gehoorzaamheid aan Christus en daarom aan zijn plaatsbekleder op aarde.

Geen opmerkingen: