zaterdag 14 januari 2017

Twee plus twee is nooit vijf: Spadaro, Orwell en de zekerheid van het katholieke geloof

Voice of the Family 14-1-2017

Pater Antonio Spadaro sj, hoofdredacteur van La Civilta Cattolica en vertrouweling van paus Franciscus, veroorzaakte een polemiek toen hij vorige week op twitter beweerde:

Theologie is geen wiskunde. 2 + 2 kan in de theologie 5 zijn. Omdat het met God te  maken heeft en met het echte leven van mensen….---Antonio Spadaro (@antoniospadaro) 5 januari 2017

“Twee plus twee is vier” wordt vaak gebruikt als een voorbeeld van een stelling die overduidelijk waar is en “Twee plus twee kan vijf zijn” als een voorbeeld van een overduidelijke onwaarheid. Het wordt vaak gebruikt in samenhang met machtsmisbruik door hen die onwaarheid willen opleggen aan anderen om die macht te versterken en hun ideologie op te leggen. Het beroemdste voorbeeld van een dergelijke gebruik is dat van George Orwell die in Negentienvierentachtig schreef: op het einde zou de Partij aankondigen dat twee en twee vijf was en dat je dat moest geloven. Het was onvermijdelijk dat ze deze eis vroeger of later zouden stellen: de logica van hun positie vroeg daar om. Niet alleen de geldigheid van de ervaring maar het bestaan van de externe werkelijkheid zelf werd door hun filosofie zwijgend ontkend.

Orwells woorden konden welhaast gebruikt worden als een commentaar op de bewering van pater Antonio Spadaro. Spadaro is een luidruchtig verdediger van de Apostolische Exhortatie Amoris Laetitia waarvan vele commentatoren menen dat ze op erg veel punten op gespannen voet staat met de leer van de katholieke Kerk. Juist vanwege deze strijdigheden, vanuit een natuurlijke interpretatie van de tekst, hebben vier kardinalen privé om verheldering gevraagd bij paus Franciscus en ook naar de betekenis van een aantal passages. Paus Franciscus heeft de kardinalen duidelijk gemaakt dat hij niet van plan was op hun dubia te antwoorden. Dat bracht hen ertoe hun vragen ter kennis te brengen van heel de Kerk. Sinds de publicatie van de dubia hebben personen die dichtbij de paus staan zoals Antonio Spadaro, hen duidelijk gemaakt dat ze geen antwoord hoeven te verwachten.

Verdedigers van de bovengenoemde stellingen in Amoris Laetitia verkeren in een niet benijdenswaardige positie. Immers zij moeten tegelijk instemmen (of minstens in het openbaar zeggen dat je instemt) met de leer van de katholieke Kerk en ook met de beweringen in Amoris Laetitia, die volgens elke redelijke interpretatie die leer lijken tegen te spreken. Want het gaat tegen de eigen natuur van het verstand in tegelijkertijd in te stemmen met twee tegengestelde beweringen. Het verstand wil immers de waarheid kennen. Het is onmogelijk dat twee tegengestelde beweringen tegelijkertijd waar zijn; dat is de wet van de non-contradictie. Zij die proberen zowel de katholieke leer als deze beweringen in Amoris Laetitia aan te hangen worden gedwongen dit eerste beginsel van menselijke redelijkheid geweld aan te doen. Zonder dit beginsel is het voor mensen onmogelijk iets als zeker te beamen. Als twee tegengestelde beweringen allebei tegelijk voor waar worden gehouden, dan impliceert dat noodzakelijkerwijs de ontkenning van het bestaan van een objectieve waarheid die met zekerheid door de menselijke rede kan worden gekend en daarmee het bestaan van stellingen die als waar of als vals kunnen worden erkend.

Het is dan een kleine verrassing te zien dat een lid van de “partij” die Amoris Laetitia verdedigt, nu de mededeling doet dat in de theologie twee plus twee vijf kan zijn, omdat, om de woorden van Orwell te gebruiken “het onvermijdelijk was dat zij deze eis vroeger of later zouden stellen: de logica van hun positie vroeg daar om.”

De theologie is een wetenschap die een grotere zekerheid geeft dan de wiskunde
De centrale bewering van pater Spadaro is dat, terwijl in de wiskunde twee plus twee altijd vier is, dit niet noodzakelijkerwijs het geval is in de theologie. Hoewel Spadaro zijn stelling niet meer in detail uitlegt, is het duidelijk dat we tot de conclusie moeten komen dat men niet dezelfde zekerheid kan bereiken in theologische vraagstukken als men dat in de wiskunde kan. Hij lijkt te willen zeggen dat terwijl de wiskunde een objectieve wetenschap is waarin er altijd een goed en fout antwoord is, de theologie subjectiever is en dat haar conclusies niet beschouwd hoeven te worden als waar of onwaar.

Deze stelling is totaal onjuist. De theologie is een wetenschap die God als haar voornaamste object heeft, en de goddelijke openbaring als haar tweede object. De H. Thomas zegt ons in de eerste kwestie van de Summa Theologica, dat de theologie een “grotere zekerheid” biedt dan ieder andere wetenschap (Thomas van Aquino, Summa Theologica, I. q.1 a.5.). Wiskunde en andere gelijksoortige speculatieve wetenschappen “ontlenen hun zekerheid aan het natuurlijke licht van de menselijke rede die kan dwalen.” Theologie echter “ontleent haar zekerheid aan het licht van de goddelijke kennis, die niet kan dwalen.” Daarom kan de Kerk aan alle katholieken vragen volledige en vaste instemming te geven mert alles wat de Kerk definieert en leert als door God geopenbaard en te verwerpen alles wat daaraan tegengesteld is. Katholieken worden opgeroepen om de hulp van de goddelijke genade te volharden in de beoefening van de goddelijke deugd van het geloof, “waarbij wij, geïnspireerd en geholpen door Gods genade, geloven dat de dingen, die Hij heeft geopenbaard, waar zijn; niet vanwege de intrinsieke waarheid van de dingen, gezien door het natuurlijke licht van de rede maar vanwege het gezag van God zelf die ze openbaart en die nooit bedrogen kan worden of kan bedriegen.” (Vaticanum I, Dogmatische Constitutie over het katholieke geloof)

Agnosticisme en modernisme
In Negentienvierentachtig constateert George Orwell dat de ontkenning van “niet alleen de ervaring maar zelfs van het bestaan van een externe werkelijkheid” aan de wortel ligt van de bewering van de Partij dat “twee plus twee vijf is”. Dit is voor ons van belang in samenhang met onze discussie rond het objectieve karakter van de theologie.

De ketterij van het modernisme ontkent de mogelijkheid van het menselijk intellect om met zekerheid de waarheid te bevestigen van welke werkelijkheid dan ook die buiten de waarneembare orde ligt. Voor de aanhanger van het modernisme “is de menselijke rede totaal opgesloten binnen het veld van de phenomena, dat wil zeggen van de dingen die toegankelijk zijn voor de zintuigen en op de wijze waarop die waarneembaar zijn; de rede heeft niet het recht en de macht om deze grenzen te overschrijden.” (Paus Pius X, Pascendi dominici gregis, (1908), nr. 6). In dit systeem is de menselijke rede “niet in staat zich te verheffen tot God en zijn bestaan te erkennen, zelfs niet via de zichtbare dingen.” (Pascendi, nr. 6) Het is daarom onmogelijk voor de mens absolute instemming te geven aan welke leer dan ook die God of de bovennatuur betreft.

Daarom: terwijl het modernisme niet de geldigheid ontkent van zintuigelijke ervaring of het bestaan van een externe werkelijk per se, ontkent het wel de geldigheid van de zintuigelijke ervaring als die ons helpt met zekerheid conclusies te trekken omtrent een externe werkelijkheid buiten de zintuigelijke verschijnselen. Aldus wordt het onmogelijk te beweren dat een theologische stelling zeker waar is en aldus kan, als men eenmaal deze vooronderstellingen aanvaard heeft, alles in de theologie waar zijn – zelfs een stelling die even absurd is als “twee plus twee is vijf.”

De goddelijke openbaring dient tot ons heil
In het eerste artikel van de eerste kwestie van de Summa Theologica zet de heilige Thomas de ware adel van de theologische wetenschap uiteen: “Het was voor het heil van de mens noodzakelijk dat er een kennis zou zijn, door God geopenbaard, naast de filosofische wetenschap, die door de menselijke rede wordt uitgebouwd. Allereerst inderdaad omdat de mens op God gericht is als op een doel dat het begrip van zijn verstand te boven gaat: ‘Het oog heeft niet gezien, o God, buiten U, welke dingen Gij hebt bereid voor hen die op U wachten’ (Jes. 64, 4). Maar het doel moet eerst gekend worden door de mensen die hun gedachten en hun daden op het doel moeten richten. Daarom is het voor het heil van de mens noodzakelijk dat bepaalde waarheden die het menselijk verstand te boven gaan, aan hem bekend zouden worden gemaakt door de goddelijke openbaring.” (Summa Theologica, I. q.1 a.1.)

Deze waarheden zijn een gave van God die ons in staat stellen eeuwig geluk te genieten bij Hem. Laat ons dan God eren door deze waarheden te aanvaarden met een vast en onwankelbaar geloof.

Geen opmerkingen: