zaterdag 10 februari 2018

De geest van verzet en liefde voor de Kerk















door Roberto de Mattei
7 februari 2018

Nu de vijfde verjaardag van de keuze van paus Franciscus dichterbij komt, horen we vaak zeggen, dat we ons op een dramatisch ogenblik in de kerkgeschiedenis bevinden zoals we dat absoluut nog nooit hebben meegemaakt. Dat is slechts ten dele waar. De Kerk heeft voortdurend tragische uren gekend waarin haar mystieke lichaam gewond werd, vanaf haar ontstaan op Golgotha tot in onze dagen. De jongeren generaties weten het niet en de  oude generaties zijn vergeten hoe verschrikkelijk de jaren waren na het Tweede Vaticaans Concilie waaruit het huidige tijdsgewricht voortkomt.

Vijftig jaar geleden, toen de revolutie van 1968 uitbarstte, probeerde een groep kardinalen en bisschoppen, vooraanstaande deelnemers aan het Concilie, een radicale verandering van de katholieke huwelijksleer door te drukken. De poging mislukte, omdat Paulus VI met de encycliek Humanae Vitae van 25 juli 1968 het verbod van kunstmatige voorbehoedsmiddelen bekrachtigde, en daarmee op nieuw kracht en hoop gaf aan de gedesoriënteerde kudde. Paulus VI, de paus van Humanae Vitae, was echter ook degene die een diepe breuk met de katholieke traditie veroorzaakte toen hij in 1969 de nieuwe misritus invoerde, die aan de oorsprong ligt van de hedendaagse liturgische verwoestingen.

Dezelfde paus Paulus VI bevorderde de Ostpolitik toen hij op 18 november 1973 de zware verantwoordelijkheid op zich laadde om Joszef kardinaal Mindszenty, de kampioen van het katholieke verzet tegen het communisme, van zijn functie als aartsbisschop van Esztergom en primaat van Hongarije te ontheffen.

Paus Montini hoopt in Italië op de realisering van een historisch compromis door een overeenkomst tussen de voorzitter van de christendemocraten, Aldo Moro, en de voorzitter van de communistische partij, Enrico Berlinguer. De operatie liep alleen door de ontvoering van en de moord op Moro op niets uit waarop op 6 augustus 1978 ook de dood van paus Montini volgde. Het is dit jaar de veertigste verjaardag van dit gebeuren.

In deze jaren van bloed en verraad weerklonken moedige stemmen die we niet alleen vanwege de historische betekenis in herinnering roepen maar ook omdat ze ons helpen richting te vinden in de duisternis van de tijd waarin we ons nu bevinden.  We herinneren ons twee stemmen die zich verheven hebben nog vóór het kwam tot de zogenaamde kwestie Lefebvre, de Franse bisschop wiens “profetische missie in een buitengewoon donkere tijd van algemene crisis in de Kerk” door Mgr. Athanasius Schneider wordt benadrukt in een interview dat hij onlangs gegeven heeft.

De eerste stem is die van de Franse dominicaanse theoloog pater Roger-Thomas Calmel die vanaf 1969 de Novus Ordo van Paulus VI had afgewezen en in juni 1971 in het tijdschrift Itinéraires schreef:

“ons christelijk verzet als priester of leek  - een droevig verzet, omdat het ons dwingt zelfs nee te zeggen tegen de paus in zake het modernistische fenomeen van de katholieke Mis. Ons respectvol maar onbuigzaam verzet komt voort uit het principe van volledige trouw aan de levende Kerk van alle tijden; of, met andere woorden, uit het principe van de levende trouw aan de ontwikkeling van de Kerk. Wij hebben er nooit aan gedacht om datgene tegen te werken of nog minder te verhinderen wat sommigen in ter zake erg dubbelzinnige woorden “voortgang” in de Kerk noemen; wij zouden het liever de homogene groei noemen op het terrein van de leer en de liturgie in lijn met de traditie met het oog op de “consummatio sanctorum”. (….)

Zoals onze Heer in parabels heeft geopenbaard en zoals St.-Paulus ons leert in zijn brieven, geloven wij dat de Kerk in de loop van de eeuwen groeit en zich dwars door alle tegenslagen heen harmonieus ontwikkelt tot aan de glorievolle wederkomst van Jezus zelf, haar Bruidegom en onze Heer. Omdat wij ervan overtuigd zijn dat er in de loop van de eeuwen een groei in de Kerk plaats vindt en omdat wij beslist en voor zover het van ons afhangt zo eerlijk mogelijk, willen delen in deze mysterievolle en ononderbroken beweging, verwerpen wij deze zogenaamde vooruitgang die zich beroept op Vaticanum II maar in feite een dodelijke afwijking ervan is. Wij beroepen ons op de klassieke distinctie van de H. Vincentius van Lérins: hoe meer wij een goede groei wensen – een schitterende “profectus”, des te meer verwerpen wij onbuigzaam een schadelijke “pennutatio” en welke radicale en schandelijke verandering dan ook; radicaal omdat de verandering voortkomt uit het modernisme en alle geloof loochent; schandelijk omdat de modernistische geloofsontkenning stiekem en verdekt geschiedt.”

De tweede stem is die van een Braziliaanse denker en activist, Plinio Corrêa de Oliveira, de auteur van een brochure waarin hij zich verzette tegen de Ostpolitik van het Vaticaan en die op 10 april 1974 verscheen onder de naam van Traditie, Gezin en Eigendom (TFP) met de titel: Vaticaanse politiek van ontspanning tegenover communistische regeringen. Voor TFP: je niet inmengen of verzet bieden?

Plinio Corrêa de Oliveira legde uit: “Weerstand bieden betekent dat wij de katholieken zouden aanraden door te gaan om met alle legitieme middelen te vechten tegen de communistische doctrine ter verdediging van je land en van de christelijke beschaving die bedreigd wordt.” En hij voegt eraan toe: “De regels van deze verklaring zouden niet toereikend zijn om alle kerkvaders, kerkleraren, moralisten en canonisten op te sommen – van wie velen zalig of heilig verklaard zijn – die de wettigheid van dit verzet steunen. Een verzet dat geen afscheiding is, geen opstand, geen verbittering, geen gebrek aan respect. Integendeel: het is trouw, eenheid, liefde en onderdanigheid. “Verzet” is het woord dat wij hebben gekozen omdat het door St.-Paulus zelf wordt gebruikt om zijn positie te beschrijven. Omdat de eerste paus, de H. Petrus, disciplinaire maatregelen had genomen om in het katholieke geloof praktijken te behouden die uit de oude Synagoge voortkwamen, zag St.-Paulus een groot risico dat er leerstellige verwarring zou ontstaan en nadeel voor de gelovigen. Daarom stond hij op en “weerstond” de heilige Petrus “in zijn gezicht”. Deze zag in deze energieke en geïnspireerde actie geen daad van rebellie van de kant van de apostel van de heidenen, maar een daad van eenheid en broederlijke liefde. Bovendien wist hij heel goed wanneer hij onfeilbaar was en wanneer niet, en hij bezweek voor de argumenten van St.-Paulus. De heiligen zijn model-katholieken. Zoals Paulus zich verzette, zo willen wij ons verzetten. Daarin vindt ons geweten vrede”.

“Verzet” is niet alleen een geloofsbelijdenis in woorden maar ook een daad van liefde jegens de Kerk die tot praktische consequenties leidt. Zij die zich verzetten, scheiden zich af van hen die de verdeeldheid in de Kerk hebben veroorzaakt; zij bekritiseren hen openlijk en corrigeren hen. Op deze manier hebben zij zich geuit in de Correctio filialis aan paus Franciscus en verscheen de brochure van de pro=life beweging onder de titel ”Trouw aan de ware leer, niet aan de herders die dwalen.”

Nu ligt in dezelfde lijn de positie van kardinaal Zen die niet akkoord gaat met de nieuwe Ostpolitik van paus Franciscus tegenover China. Aan degenen die bezwaar maken – en dat is noodzakelijk – tegen “de poging een gemeenschappelijk grond te vinden om de decennia-lange kloof tussen het Vaticaan en China te overbruggen, antwoordt kardinaal Zen: “Maar kan je ooit iets “gemeenschappelijks” hebben met een totalitair regime? Of je geeft je over of je aanvaardt vervolging maar blijf trouw aan jezelf (kun je je een overeenkomst voorstellen tussen St.-Jozef en Herodes?)”. Aan hen die hem vragen of hij ervan overtuigd is dat het Vaticaan dat het Vaticaan de katholieke Kerk in China versjachert, zegt hij: “Ja, ongetwijfeld. Als zij de richting vervolgen, die zij heel duidelijk de laatste maanden en jaren zijn opgegaan.”

Op 7 april is er een conferentie aangekondigd, die door velen nog wordt genegeerd maar die als onderwerp heeft de huidige crisis in de Kerk. De deelname van enkele kardinalen en bisschoppen en vooral kardinaal Zen geeft de grote betekenis van deze conferentie aan. Wij moeten bidden dat vanuit deze vergadering een stem zal klinken, die vol liefde is voor de Kerk en een ferm verzet tegen alle theologische, morele en liturgische ontsporingen van het huidige pontificaat, zonder de illusie te koesteren dat de oplossing zou liggen in het suggereren van de ongeldigheid van het terugtreden van Benedictus XVI of de keuze van paus Franciscus. Je toevlucht zoeken in een canoniek probleem betekent dat je wegloopt van het leerstellige probleem dat aan de wortel ligt van de crisis die we meemaken.

vertaling: C. Mennen pr

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Is de crisis in de Kerk niet een crisis in onszelf? Als wij -ita missa est- bidden voor onze naasten en hen voor Christus proberen te winnen en hen meenemen naar de Kerk en (laten) onderwijzen (catechese) dan groeit de Kerk. Waar blijft dan de crisis?
Afz. Een net-katholiek (nu vijf jaar geleden opgenomen in de Rooms Katholieke Kerk met de Paasnacht).

Hugo Bos zei

De Kerk is een kudde schapen en Christus heeft die kudde herders gegeven. Wanneer die herders de weg kwijt zijn verkeren de schapen in crisis en raken (deels) ook de weg kwijt. En wij moeten dan inderdaad blijven bidden en onszelf en andere onderwijzen voor catechese, dat klopt, maar daarmee is de crisis niet weg.