zondag 19 februari 2017

Paus Franciscus is een bron van verdeeldheid geworden

door Phil Lawler, een Amerikaanse katholieke journalist

Iedere dag bid ik voor paus Franciscus. En iedere dag (ik overdrijf maar toch maar een beetje) zegt de paus wel weer iets om ons er opnieuw aan te herinneren dat hij katholieken zoals ik niet ziet zitten. Als de heilige vader mij op mijn kop zou geven vanwege mijn zonden, zou ik geen reden tot klagen hebben. Maar dag na dag verwijt de paus mij – en talloze andere gelovige katholieken – dat wij vasthouden aan en soms lijden voor de waarheden die de Kerk altijd heeft geleerd. Wij zijn star, zegt hij tegen ons. Wij zijn “wetgeleerden”, de Farizeeën die zich slechts op hun gemak willen voelen met ons geloof. De paus van Rome zou een punt van eenheid moeten zijn in de Kerk, maar paus Franciscus is jammer genoeg een bron van verdeeldheid geworden. Er zijn twee redenen voor dit ongelukkig verschijnsel: de autocratische stijl van bestuur en het radicale karakter van het programma dat hij meedogenloos probeert te verwezenlijken.

De autocratische stijl (die scherp in tegenspraak is met beloften van collegiaal en synodaal bestuur) is nog niet zo duidelijk geweest als afgelopen week toen hij de onafhankelijke en soevereine status van de Ridders van Malta gewoon aan de kant schoof. In zijn artikel over deze opmerkelijke coup merkte Sohrab Ahmari in de Wall Street Journal op dat het “de Kerk heeft verdeeld dwars door families heen”. Ahmari (onlangs bekeerd tot het katholicisme) gaat verder: Evenals in andere debatten de laatste tijd – communie voor de hertrouwd gescheidenen; de status van de Latijnse Mis; de onderhandelingen van het Vaticaan met het Chinese communistische regime - staan de conservatieven aan de ene kant en paus Franciscus aan de andere kant.

Maar en paus moet niet aan “één kant” staan van onenigheden in de Kerk. Zeker de paus moet beslissingen nemen en beleidslijnen uitzetten. Maar anders dan een politiek leider verwacht men niet van hem dat hij zijn eigen politieke agenda binnen brengt in zijn ambt, dat hij zijn vriendjes bevordert en zijn tegenstanders bestraft. Terwijl we verwachten  dat president Trump het beleid van Obama terugdraait – net zoals Obama het beleid van Bush terugdraaide, verwachten we dat een paus de beslissingen van zijn voorgangers bewaart. Want de Kerk is niet verdeeld in rivaliserende partijen, of zou dat niet moeten zijn.

Iedere paus neemt omstreden beslissingen en bij iedere controversiële beslissing zijn enkele mensen ongelukkig. Maar een prudente paus vermijdt zelfs de schijn van willekeur. In het bewustzijn dat hij dienstbaar is als hoofd van een bisschoppencollege – niet als een eenzame monarch – moet hij zijn best doen eerder oplossingen voor pastorale problemen voor te stellen dan op te leggen.

Al oefent een paus een geweldig gezag uit in de Kerk, hij handelt ook onder aanzienlijke beperkingen. Hij heeft de macht te spreken namens de universele Kerk maar in zeker zin verliest hij de mogelijkheid om als privé persoon te spreken. De paus mag geen partijganger zijn. Van hem wordt verwacht dat hij ruzies oplost, niet dat hij ermee begint. Op het Concilie van Jeruzalem heeft de heilige Petrus de toon gezet voor zijn opvolgers: luisteren naar de argumenten aan beide kanten en dan een oordeel vellen (in dit geval ingaan tegen het standpunt dat hij tevoren had ingenomen).

Uiteraard is de rol van de paus conservatief, in de beste betekenis van het woord. Zijn taak is het de zuiverheid en helderheid van het geloof te bewaren: een geloof dat niet verandert. Omdat onze fundamentele geloofspunten door Christus zijn vastgesteld, kan geen prelaat ze im Frage stellen zonder het gezag van de Kerk zelf die door Christus zelf is gesticht, te ondermijnen – dezelfde Kerk die hem zijn enige aanspraak op gezag geeft. Omdat de paus de hoogste leraar is van het katholieke geloof, kan hij slechts onderwijzen wat de Kerk altijd onderwezen heeft: de geloofsschat die hem vanaf de apostelen is doorgegeven. Hij kan onfeilbaar spreken, maar alleen wanneer hij verkondigt en bepaalt wat gelovige katholieken “altijd en overal” hebben geloofd.

Kortom de paus kan niet iets nieuws leren. Zeker, hij kan oude waarheden op een nieuwe manier uitdrukken maar als hij daadwerkelijk nieuwigheden invoert, maakt hij misbruik van zijn gezag. En als deze “nieuwe” leer in tegenspraak is met de vaste leerstellingen van de Kerk, dan ondermijnt hij zijn eigen gezag.

Veel gelovige katholieken denken dat paus Franciscus met Amoris Laetitia leerstellingen en praktijken heeft bevorderd die onverenigbaar zijn met eerdere leerstellingen van de Kerk. Als die klacht juist is, dan heeft hij de heilige schat geschonden die aan de opvolgers van Petrus is toevertrouwd. Als de klacht niet juist is, dan is de heilige vader ons minstens uitleg verschuldigd en verdienen wij geen beledigingen.

Vertaling C. Mennen 29 januari 2017


2 opmerkingen:

Anoniem zei

1 geaccepteerde god voor alle mensen, of die nou bruin, zwart, blank, geel of groen zijn. 1 paus (of een ander universeel woord daarvoor), of die nou van het christendom, de islam, het boeddhisme, hindoeïme, jodendom of xzemenisme zijn. Dat zou een mooi begin van wereldvrede kunnen wezen.

Hugo Bos zei

Maar wat heb je aan zo'n vermeende eenheid wanneer de ideeën over wie die god is en waar die 'paus' voor staat helemaal uiteen lopen? Dat is dan een schijneenheid waar je niets aan hebt.