door Phil Lawler, een Amerikaanse
katholieke journalist
Iedere dag bid ik voor paus Franciscus. En iedere dag (ik overdrijf maar
toch maar een beetje) zegt de paus wel weer iets om ons er opnieuw aan te
herinneren dat hij katholieken zoals ik niet ziet zitten. Als de heilige vader
mij op mijn kop zou geven vanwege mijn zonden, zou ik geen reden tot klagen
hebben. Maar dag na dag verwijt de paus mij – en talloze andere gelovige
katholieken – dat wij vasthouden aan en soms lijden voor de waarheden die de
Kerk altijd heeft geleerd. Wij zijn star, zegt hij tegen ons. Wij zijn
“wetgeleerden”, de Farizeeën die zich slechts op hun gemak willen voelen met
ons geloof. De paus van Rome zou een punt van eenheid moeten zijn in de Kerk,
maar paus Franciscus is jammer genoeg een bron van verdeeldheid geworden. Er
zijn twee redenen voor dit ongelukkig verschijnsel: de autocratische stijl van
bestuur en het radicale karakter van het programma dat hij meedogenloos
probeert te verwezenlijken.
De autocratische stijl (die scherp in tegenspraak is met beloften van
collegiaal en synodaal bestuur) is nog niet zo duidelijk geweest als afgelopen
week toen hij de onafhankelijke en soevereine status van de Ridders van Malta
gewoon aan de kant schoof. In zijn artikel over deze opmerkelijke coup merkte
Sohrab Ahmari in de Wall Street Journal op dat het “de Kerk heeft verdeeld
dwars door families heen”. Ahmari (onlangs bekeerd tot het katholicisme) gaat
verder: Evenals in andere debatten de laatste tijd – communie voor de hertrouwd
gescheidenen; de status van de Latijnse Mis; de onderhandelingen van het
Vaticaan met het Chinese communistische regime - staan de conservatieven aan de
ene kant en paus Franciscus aan de andere kant.
Maar en paus moet niet aan “één kant” staan van onenigheden in de Kerk.
Zeker de paus moet beslissingen nemen en beleidslijnen uitzetten. Maar anders
dan een politiek leider verwacht men niet van hem dat hij zijn eigen politieke
agenda binnen brengt in zijn ambt, dat hij zijn vriendjes bevordert en zijn
tegenstanders bestraft. Terwijl we verwachten dat president Trump het
beleid van Obama terugdraait – net zoals Obama het beleid van Bush
terugdraaide, verwachten we dat een paus de beslissingen van zijn voorgangers
bewaart. Want de Kerk is niet verdeeld in rivaliserende partijen, of zou dat
niet moeten zijn.
Iedere paus neemt omstreden beslissingen en bij iedere controversiële
beslissing zijn enkele mensen ongelukkig. Maar een prudente paus vermijdt zelfs
de schijn van willekeur. In het bewustzijn dat hij dienstbaar is als hoofd van
een bisschoppencollege – niet als een eenzame monarch – moet hij
zijn best doen eerder oplossingen voor pastorale problemen voor te stellen dan
op te leggen.
Al oefent een paus een geweldig gezag uit in de Kerk, hij handelt ook onder
aanzienlijke beperkingen. Hij heeft de macht te spreken namens de universele
Kerk maar in zeker zin verliest hij de mogelijkheid om als privé persoon te
spreken. De paus mag geen partijganger zijn. Van hem wordt verwacht dat hij
ruzies oplost, niet dat hij ermee begint. Op het Concilie van Jeruzalem heeft
de heilige Petrus de toon gezet voor zijn opvolgers: luisteren naar de
argumenten aan beide kanten en dan een oordeel vellen (in dit geval ingaan tegen het
standpunt dat hij tevoren had ingenomen).
Uiteraard is de rol van de paus conservatief, in de beste betekenis van het
woord. Zijn taak is het de zuiverheid en helderheid van het geloof te bewaren:
een geloof dat niet verandert. Omdat onze fundamentele geloofspunten door
Christus zijn vastgesteld, kan geen prelaat ze im Frage stellen zonder het
gezag van de Kerk zelf die door Christus zelf is gesticht, te ondermijnen –
dezelfde Kerk die hem zijn enige aanspraak op gezag geeft. Omdat de paus de
hoogste leraar is van het katholieke geloof, kan hij slechts onderwijzen wat de
Kerk altijd onderwezen heeft: de geloofsschat die hem vanaf de apostelen is
doorgegeven. Hij kan onfeilbaar spreken, maar alleen wanneer hij verkondigt en
bepaalt wat gelovige katholieken “altijd en overal” hebben geloofd.
Kortom de paus kan niet iets nieuws leren. Zeker, hij kan oude waarheden op
een nieuwe manier uitdrukken maar als hij daadwerkelijk nieuwigheden invoert,
maakt hij misbruik van zijn gezag. En als deze “nieuwe” leer in tegenspraak is
met de vaste leerstellingen van de Kerk, dan ondermijnt hij zijn eigen gezag.
Veel gelovige katholieken denken dat paus Franciscus met Amoris Laetitia
leerstellingen en praktijken heeft bevorderd die onverenigbaar zijn met eerdere
leerstellingen van de Kerk. Als die klacht juist is, dan heeft hij de heilige
schat geschonden die aan de opvolgers van Petrus is toevertrouwd. Als de klacht
niet juist is, dan is de heilige vader ons minstens uitleg verschuldigd en
verdienen wij geen beledigingen.
Vertaling C. Mennen 29 januari 2017
2 opmerkingen:
1 geaccepteerde god voor alle mensen, of die nou bruin, zwart, blank, geel of groen zijn. 1 paus (of een ander universeel woord daarvoor), of die nou van het christendom, de islam, het boeddhisme, hindoeïme, jodendom of xzemenisme zijn. Dat zou een mooi begin van wereldvrede kunnen wezen.
Maar wat heb je aan zo'n vermeende eenheid wanneer de ideeën over wie die god is en waar die 'paus' voor staat helemaal uiteen lopen? Dat is dan een schijneenheid waar je niets aan hebt.
Een reactie posten